Posts tonen met het label crisis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label crisis. Alle posts tonen

donderdag 7 juni 2012

Crisis in Europa 6: Gratis op vakantie


Het dagblad Trouw heeft dezer maanden een serie over de gevolgen van de crisis voor gewone families in zes Europese landen. In Hongarije volgen we de familie Újvári. Aflevering 1 verscheen op 14 maart,aflevering 2 op 15 april, aflevering 3 op 29 april, aflevering 4 op 11 mei, aflevering 5 op 30 mei.  Vandaag aflevering 6: een plek voor jezelf

Strand langs de Donau
Vakantie? Zeker, Emil en Mária gaan dit jaar op vakantie, net als altijd. Maar van hun droom om nog een keer naar Frankrijk te gaan, komt het zeker niet. Een reis naar het buitenland zit er financieel niet in. Echt erg is dat niet. Sinds jaar en dag trekken ze ’s zomers met tent en kano naar een rustig veld bij een strandje in het rivierbos langs de Donau, waar ze twee weken lang met een stapel boeken wild kamperen. Niet vanwege het geld, maar omdat dat voor hen het ultieme gevoel van vrijheid is.
“We hebben ook op campings gestaan. Daar heb je meer luxe, een warme douche en zo. We waren ook in Kroatië, om steden te bezoeken, en dat was prachtig. Maar als ik echt wil ontspannen, gaat er niets boven wild kamperen aan de Donau,” zegt Mária. Drijfhout sprokkelen langs de oever, koken boven open vuur, een avondlijk bad in de rivier: het kost niets, maar veel mensen gruwen bij de gedachte aan zoveel gebrek aan comfort. Zij kijken er iedere zomer naar uit.
Dat hebben ze voor op andere Hongaren, waarvan tweederde dit jaar vanwege geldgebrek geen vakantieplannen heeft. Ze zien het om zich heen. “Tot voor kort kregen veel mensen vakantiecheques. Het was een belastingvrij extraatje dat bedrijven hun personeel gaven, waarmee je kon hotels en vakantiereizen kon betalen. Maar die regeling is afgeschaft, en daarom kunnen veel mensen zich geen vakantie meer veroorloven,” zegt Mária.
Zelf maakten ze vaak gebruik van de gastenverblijven die Hongaarse musea onderhielden voor bijvoorbeeld bezoekende onderzoekers. Personeel van andere musea kon daar ook verblijven, gratis. Maar ook dat is afgelopen. “Het bracht ons naar de meest onverwachte plaatsen. Maar steeds meer plattelandsmusea gaan dicht, en de rest moet bezuinigen, dus die gastenverblijven zijn er nauwelijks nog,” zegt Emil.
Dat Hongaren geen vakanties plannen, betekent trouwens niet dat ze niet naar het buitenland gaan.


woensdag 30 mei 2012

Crisis in Europa 5: Een plek voor jezelf

Het dagblad Trouw heeft dezer maanden een serie over de gevolgen van de crisis voor gewone families in zes Europese landen. In Hongarije volgen we de familie Újvári. Aflevering 1 verscheen op 14 maart,aflevering 2 op 15 april, aflevering 3 op 29 april, aflevering 4 op 11 mei. Vandaag aflevering 5: een plek voor jezelf


Ieder hoekje in het huis van Peti en Veronika wordt efficiënt benut. De bank verandert ’s avonds in een tweepersoons bed, in een kast zit een babycommode verborgen en het ledikant van zoon Andris doet soms dienst als tijdelijke opslag van de ongestreken was. Veronika heeft in een nis achter de woonkamer een piepkleine werkruimte, en een tweede nis doet dienst als klerenkast.
Ze moeten wel, met twee kinderen in anderhalve kamer. Baby Andris slaapt nog bij zijn ouders in de woonkamer, maar hij wordt binnenkort één, ergens komt het moment dat hij niet meer zo makkelijk zal slapen met pratende volwassenen of met een tv-programma op de achtergrond, en dan zullen hij en zijn vijfjarige zusje kleine Veronika een stapelbed in de piepkleine kinderkamer moeten delen.
De situatie is niet echt uitzonderlijk. Veel Hongaren wonen klein, en dat de ouders in de woonkamer slapen, is bepaald niet ongewoon. De woning is op zich slim ingedeeld, en zonder kinderen leek het allemaal ruim genoeg. Maar het zijn niet alleen de kinderen. Veronika werkt van huis uit, als vertaalster, en dat is rennen of stilstaan. Soms heeft ze dagen niets te doen, dan moet ze tot diep in de nacht doorwerken om een spoedklus af te krijgen. Omgekeerd kijkt Peti vaak tot één, twee uur ’s nachts tv. Zaken die niet altijd even goed samengaan.
Een eigen werkkamer staat dan ook hoog op Veronika’s verlanglijstje, net als een eigen tuin. Ze groeide op in een huis met een grote tuin en ze zou graag wat eigen groente verbouwen. Nu delen ze een binnenhof met vijf andere families en hebben ze een paar tomatenplanten in een pot.
Maar de woningmarkt ligt stil. Veel Hongaren zitten over hun nek in de schulden, omdat ze jaren geleden een hypotheek in Zwitserse franken of euro’s namen, en de forint zoveel zwakker is geworden dat ze enorme bedragen moeten aflossen. Verkopers zijn er genoeg, maar kopers? Nauwelijks.



vrijdag 11 mei 2012

Crisis in Europa 4: de directeur als garderobejuffrouw

Het dagblad Trouw heeft dezer maanden een serie over de gevolgen van de crisis voor gewone families in zes Europese landen. In Hongarije volgen we de familie Újvári. Aflevering 1 verscheen op 14 maart,aflevering 2 op 15 april, aflevering 3 op 29 april. Vandaag aflevering 4: een directeur als garderobejuffrouw


In het hof van de Újvári’s liggen rollen glaswol. Emil is bezig het dak te isoleren. Zelf, een timmerman is te duur. De museumsector, waar Emil en Máriá beiden werken, is bepaald geen vetpot. Gelukkig hebben ze onlangs de Zwitserse frankenlening afgelost waarmee ze een paar jaar geleden een nieuwe auto hebben gekocht. Net als veel Hongaren werden ze verleid door de lage rente, maar niet gewaarschuwd voor het risico van koersstijgingen. Uiteindelijk losten ze in forinten ruim het dubbele af van wat hen was voorgespiegeld.
Een jaar geleden stond Emil, nu 61, op het punt om met pensioen te gaan. Twee weken voor zijn laatste werkdag verhoogde de regering de pensioensgerechtigde leeftijd van de ene op de andere dag naar 62 jaar. Nu wacht hij maar af of hij er volgend jaar alsnog uit kan stappen. Als hij een ding geleerd heeft, is het dat regeringsbesluiten dezer dagen als een donderslag uit heldere hemel kunnen komen, zonder voorafgaand maatschappelijk overleg.
Dat treft ook de musea waar ze werken. Drie maanden geleden werden alle provinciale musea plots door de staat overgenomen. Begin april werd dat even onverwacht weer teruggedraaid. Nu moeten steden en regio’s voor de kosten opdraaien. Beiden hebben er een hard hoofd in, want de meeste gemeenten zitten diep in de schulden.
Emil werkt bij het Nationale Museum voor Volkskunst. Staatsbezit, maar dat betekent niet dat er geen problemen zijn. Het huidige budget is zo krap, dat het instituut nauwelijks weet te overleven.



zondag 29 april 2012

Een gewone familie in crisistijd, deel 3. Peti


Het dagblad Trouw heeft dezer maanden een serie over de gevolgen van de crisis voor gewone families in zes Europese landen. In Hongarije volgen we de familie Újvári. Aflevering 1 verscheen op 14 maart, aflevering 2 op 15 april. Vandaag aflevering 3: speciaal onderwijs.

“Het zijn van die sluipende dingen waar je de crisis aan merkt. Vroeger konden we de kinderen bijvoorbeeld af en toe een koekje geven. Daar is geen geld meer voor. Het is niet zoals in Griekenland, waar de boel in één keer instort, maar pas als je terugkijkt,  realiseert je je hoeveel er de afgelopen tijd veranderd is, bij ons op school, maar ook in de rest van het land.” Peti werkt als leraar op een school voor geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen in Vác. Hij heeft een groep van tien kinderen, in de leeftijd van vier tot zeven jaar: autisten, kinderen met Downsyndroom of met hersenbeschadiging.
De Csázar Andrásschool waar hij les geeft, was in de 19de eeuw het eerste doofstommeninstituut van Hongarije, maar is sindsdien uitgegroeid tot een algemeen instituut voor gehandicapten met meerdere vestigingen in de stad. Peti werkt op een steenworp afstand van thuis in een historisch pand.
De school ziet er goed uit, er is de laatste jaren fors aan opgeknapt. “We hebben een hele dynamische directeur, en die heeft veel voor elkaar gekregen. Er zijn computers, digitale hulpmiddelen, de klassen zien er goed uit.” Dat geeft de misleidende indruk dat er niets aan de hand is. Maar voor simpele materialen als kleurpotloden of voor klassenassistentie is nauwelijks nog geld.


zondag 15 april 2012

Een gewone familie in crisistijd, deel 2

Het dagblad Trouw heeft dezer maanden een serie over de gevolgen van de crisis voor gewone families in zes Europese landen. In Hongarije volgen we de familie Újvári. Aflevering 1 verscheen op 14 maart. Vandaag aflevering 2: In de restauratiewerkplaats.

In Mária’s restauratiewerkplaats in het museum van Vác ruikt het vagelijk medisch. Ze is met alcohol aan de slag geweest, zegt ze, wijzend op een stuk gaasachtig textiel tussen twee lagen zijdepapier, een 18de eeuwse mouwomslag, afkomstig uit een crypte in het West-Hongaarse Sopron. De stof oogt nu delicaat, maar hij was buitengewoon smerig. De drager zat vermoedelijk in de vishandel, want drie eeuwen na diens dood stonk het materiaal nog steeds intensief naar vis.
Dat ze materiaal uit Sopron krijgt ter restauratie, is ongebruikelijk, maar restaurateurs die, zoals Mária, gespecialiseerd zijn in textiel en leer vind je niet zoveel. Wat dat betreft heeft ze weinig reden om zich zorgen te maken. Zelfs als haar afdeling op een of andere manier wegbezuinigd zou worden, en wie kan het zeggen in deze voor cultuur zo krappe tijden, is ze er zeker van dat ze als freelancer werk genoeg vindt.
Wat niet betekent dat ze het niet jammer zou vinden, want ze is verknocht aan het museum waar ze sinds 1980 werkt. Bovendien is Vác voor een restaurateur van textiel een droomplek. Midden jaren negentig werd bij grondwerkzaamheden bij een lokale kerk een vergeten crypte gevonden, met daarin 265 beschilderde grafkisten met natuurlijk gemummificeerde burgers uit de 18de eeuw. Niet alleen de lichamen en de kisten waren in zeer goede staat, maar ook hun kleding, schoenen en al wat ze meegekregen hadden was grotendeels gaaf. Wetenschappelijk was het een buitengewoon interessante vondst en Mária heeft er nog steeds volop werk aan.
De meeste mummies zijn weliswaar opgeslagen in Boedapest, maar een aantal bleef in Vác. Ze vormen de topstukken van de unieke collectie die het museum tentoonstelt in een middeleeuwse kelder onder het hoofdplein. Mária heeft niet alleen hun kleding geconserveerd en gerestaureerd, maar ook die van de rest van de mummies.
Werken in een klein museum heeft voor- en nadelen. Geld was altijd krap, en de budgetten worden alleen maar kleiner. “Buiten de salarissen is er eigenlijk nauwelijks geld meer,”zegt ze. Wat de toekomst brengt, is bovendien onzeker, nu de staat het museum van de huidige eigenaar, de in zwaar financieel weer verkerende provincie Pest, gaat overnemen. Dat kan goed uitpakken, dat kan slecht uitpakken, maar Mária kan zich gezien de bezuinigingen overal niet voorstellen dat er meer geld komt.
Het krappe budget beperkt de mogelijkheden, en als je als museum toch iets wil doen, vraagt dat creativiteit. Vorig jaar stelde Mária een tentoonstelling over de kleding van de mummies die uitlegde wat er bij de restauratie komt kijken. Ze organiseerde er ook kinderactiviteiten bij. Deze zomer komt er een tentoonstelling van sacrale voorwerpen uit de grafkisten. In een groter museum zouden aparte afdelingen zich daarmee bezighouden.
Maar het budget voor zulke activiteiten is nul en nieuwe tentoonstellingen zijn dan ook alleen mogelijk door te putten uit de eigen collectie. Elders stukken lenen is een droom. “Gelukkig hebben we uit het verleden, toen er meer geld was, ruim materialen gekocht die we nu voor tentoonstellingen kunnen gebruiken.  Maar als die op zijn? Ik heb geen idee hoe we dat oplossen.”


woensdag 14 maart 2012

Een gewone familie in crisistijd, deel 1


Het dagblad Trouw heeft dezer maanden een serie over de gevolgen van de crisis voor gewone families in zes Europese landen. In Hongarije volgen we de familie Újvári. Vandaag aflevering 1: de kennismaking.

Emil (60) en Mária (59) wonen in het centrum van Vác, in een oud huis met een binnenhof zoals je die veel in Hongaarse provinciesteden vindt. In het hof groeien druiven en een abrikozenboom en staan aan twee kanten gebouwen. Aan de ene kant woont de familie in het pand dat ze achttien jaar geleden kochten en dat ze delen met Mária’s 82-jarige moeder. Het onopgeknapte gebouw aan de andere kant kochten ze later met de opbrengst van de verkoop van haar moeders flat. Nodig hadden ze het pand niet. Hun woning is bescheiden, met twee behoorlijke kamers, een klein kamertje en een verbouwde zolder die via een stijle trap in de woonkamer bereikbaar is, maar groot genoeg voor hen drieën. „Maar we wilden voorkomen dat we het hof met anderen moesten delen,” zegt Mária. Plannen om het vervallen gebouw op te knappen zijn op de lange baan geschoven. Geen geld. Wel hoopt ze dit jaar een veranda te kunnen bouwen waar ze ook bij minder goed weer buiten kunnen zitten.
Zoon Péter (37) woont met zijn Slowaaks-Hongaarse vrouw Véronika (31) en kleine Véronika van vijf en Andris van acht maanden om de hoek, in een grote woon-slaapkamer met een piepklein zijkamertje. Groot genoeg zonder kinderen, maar inmiddels zijn ze er geheel uitgegroeid.
Mária werkt als museumrestaurateur. Ze is gespecialiseerd in de restauratie van textiel en leer, maar helpt ook bij de organisatie van tentoonstellingen. Ze is het zelden met haar zoon eens, maar als betrokken oma maakt ze zich zichtbaar zorgen over zijn krappe behuizing. „Gelukkig kunnen de kinderen hier in de tuin spelen. Maar als ik een oplossing zou weten, zou ik graag helpen.”. Daarnaast droomt ze van reizen naar Frankrijk. Nog een keer naar het Louvre, waar ze de vorige keer veel te kort is geweest.
Emil, een rustige, belezen man, werkt in het nationale etnografische museum in Boedapest waar hij de digitale databank opzet. Hij heeft net een ontslaggolf overleefd en gaat over twee jaar met pensioen, dus hij hoopt dat het zijn tijd zal uitduren.
Péter geeft les in het bijzonder onderwijs, aan kinderen met autisme en downsyndroom. Over zijn grootste wens hoeft hij niet na te denken: een huis met tuin en ruimte voor de kinderen. Reizen? Geen kans met de dure euro, zegt hij. „Dat is het nieuwe ijzeren gordijn. Vroeger mochten we niet, nu kunnen we het niet betalen.”
Véronika maakt een wat vermoeide indruk. Ook zij heeft een pedagogische opleiding, maar ze werkt tegenwoordig van huis uit als vertaalster Slowaaks-Hongaars. Ze wil graag een eigen werkruimte. En een naaimachine. Oh ja, en een weekend weg naar een wellness hotel, om bij te komen.
En kleine Véronika? Die wil niet naar bed en graag volwassen zijn.