zondag 25 februari 2007

AANGEKONDIGDE RELLEN

Ooit was 15 maart, de herdenking van de Hongaarse opstand van 1848, de dag dat de kleine Hongaarse anti-communistische oppositie, voornamelijk bestaande uit wat tegenwoordig de liberale SzDSz is, de stoute schoenen aantrok en bij het beeld van de dichter Petöfi demonstreerde. De Moskouse zetbazen waren daar niet blij mee. 1848 was weliswaar lang geleden, maar de boodschap was duidelijk: Hongaren bliefden geen buitenlandse overheerser, niet in 1848 en niet in 1985.
Begin 1990 mocht de 15de maart voor het eerst vrij worden gevierd en dat gebeurde overal in het land, met bijeenkomsten in steden en dorpen, waar mensen met een rozet met de Hongaarse driekleur op de borst lieten zien dat ze er trots op waren dat ze Hongaren waren en hun land weer een vrij land.
En inmiddels? "Wij hebben geen nationale feestdagen meer, die zijn door politieke partijen gestolen. Alleen Kerstmis is tegenwoordig nog a-politiek'', verzucht Attila Szalay-Berzeviczy, voorzitter van de Hongaarse beurs en van de Boedapest Olympische Beweging (BOM)....
De feestdagen zijn niet meer van iedereen, ze worden geclaimd door partijen die vinden dat zij de enige zijn die het recht hebben 'de Hongaren' te vertegenwoordigen.
Het begon een aantal jaren geleden met de huidige oppositiepartij Fidesz, die de rozet met de Hongaarse driekleur - HET symbool van 15 maart - als verkiezingssymbool annexeerde. Aanhangers van andere partijen kwamen ermee in de problemen: als ze hun vaderlandsliefde wilden laten zien, suggereerde dat meteen dat ze een bepaalde politieke partij steunden.
Het ging ereen paar jaar geleden mee verder dat de liberaal Imre Mécs, die na de opstand van 1956 ter dood werd veroordeeld vanwege zijn rol in de opstand, bij het graf van Imre Nagy werd uitgefloten door mensen die vonden dat ze meer recht hadden de gebeurtenissen van die dagen te herdenken.
Wat vorig jaar een feestelijke nationale herdenking had moeten worden, ging uiteindelijk ten onder in rook en traangas, nadat kleine groepen relschoppers de hele dag de politie had lopen uitdagen. Wat de preciese oorzaak van de ongeregeldheden ook geweest moge zijn, zeker is dat de 23ste oktober in toekomst met de herinnering aan die rellen belast zal zijn.
En nu zit het er dik in dat de oktoberrellen zich dit jaar op 15 maart zullen herhalen. Een oproep van premier Gyurcsány aan alle politici om zich die dag van politiek te onthouden en de 15de maart weer aan het hele Hongaarse volk terug te geven, is door Fidesz verworpen. Die partij wilde 15de maart een grote demonstratie tegen de regering houden. Ultrarechtse groeperingen hebben al aangekondigd dat die dag de revolutie zal beginnen, net zoals hij vorig jaar september en oktober begon. Dat voorspelt weinig goeds. Maar als het tot rellen komt, heeft Fidesz-leider Viktor Orban nu al gezegd, dan is dat uitsluitend de schuld van de politie.
Onze werkster, die graag op 15 maart met haar dochter de stad ingaat om de feestelijkheden bij te wonen, heeft besloten dit jaar maar naar het platteland te gaan. Onze buurvrouw op het platteland maakt zich zorgen. Of wij verwachten dat de rellen van vorig jaar zich gaan herhalen. Ze heeft vorig jaar op Fidesz gestemd, maar ze vindt Gyurcsány's oproep wel goed. Van rellen moet ze niets hebben.
Voor Szalay-Berzeviczy is het allemaal een reden te meer om in Hongarije Olympische Spelen te willen organiseren. ,,Hongaren zijn een trots volk, maar wat er op dit moment gebeurt, daar kunnen we ons alleen maar voor schamen. Wij moeten weer iets hebben om trots op te zijn, iets waar we als hele natie achter kunnen staan. De politiek heeft ons gespleten, maar zoiets als de Spelen zouden ons weer kunnen verenigen,'' hoopt hij.
Het centrum-rechtse weekblad Heti Valász had onlangs een nummer over de vreedzame meerderheid die dit soort toestanden helemaal niet wil. Het zijn de Hongaren die ik overal en in ieder gesprek weer tegenkom. Het wachten is er alleen op dat er weer naar die meerderheid wordt geluisterd.


woensdag 21 februari 2007

KINDERPORNO

Hongaarse oppositiepartijen zijn boos over een voorstel om het filmen van jongeren van veertien jaar en ouder die sex hebben, niet strafbaar te stellen. Het gaat in het wetsvoorstel om jongeren die instemmen met de opname. De porno-opnames mogen bovendien uitsluitend voor eigen gebruik bestemd zijn. Maar volgens critici zet het voorstel de poort voor de productie van commerciële kinderporno wijd open.
Ironisch genoeg is het wetsontwerp het gevolg van het feit dat het Hongaarse wetboek van strafrechten moet worden aangepast aan de EU-regelgeving die een strengere aanpak van kinderporno eist. Volgens de huidige Hongaarse wet is de productie van kinderporno niet meer dan een overtreding. In de nieuwe wet komt er gevangenisstraf van tussen de drie en de acht jaar op te staan....
De Hongaarse Vrije Democraten (SzDSz) de kleinste, liberale regeringspartner, vreesden dat de nieuwe strafwet zou kunnen leiden tot gevangenisstraffen voor jongeren die – bijvoorbeeld – voor de lol opnames maken met hun mobieltje. ,,Met die nieuwe wet dreigden jongeren in de gevangenis te belanden’’, aldus de liberale parlementariër Miklós Hankó Faragó, ,,In plaats daarvan moeten we de volwassenen die kinderen voor porno misbruiken, hard aanpakken.’’
In het voorstel van minister József Petrénei dat nu voor het parlement ligt, zijn opnames voor eigen gebruik toegestaan, als de jongere ermee heeft ingestemd. Volgens de minister is onzin dat kinderen vanaf veertien wel legaal sex kunnen hebben, maar niet in staat zouden zijn al dan niet in te stemmen met het filmen daarvan. De nieuwe wet kent één uitzondering: opnames, gemaakt door ouders, voogden of mensen die anderszins voor de jongere verantwoordelijk zijn, blijven hoe dan ook strafbaar.
Volgens de Hongaarse Christendemocratische Volkspartij is het wetsvoorstel ,,een schande’’. Oppositieparlementariërs wijzen er – ietwat demagogisch – op dat twee SzDSz-kandidaten zich vorig jaar uit de verkiezingscampagne moesten terug trekken wegens beschuldigingen dat ze betrokken waren bij kinderporno.
Volgens NANE, een organisatie die zich inzet voor mishandelde vrouwen, geeft het voorstel in feite toestemming aan volwassenen om kinderen te mishandelen. De bepaling dat de opnames alleen voor eigen gebruik bestemd mogen zijn, is geen garantie dat mensen zich daar ook aan houden, aldus NANE.
Ook binnen de regeringscoalitie bestaat twijfel over het huidige voorstel, omdat het misbruik in de hand zou kunnen werken. Maar volgens de socialistische parlementariër en jurist Gergely Bárándy is het simpelweg schrappen van de gewraakte bepaling niet de oplossing.
Zonder die bepaling zouden rechters volgens hem in toekomst verplicht zijn om jongeren die aan een seksfilm mee hebben gewerkt, te veroordelen. De wet zou rechters op zijn minst de mogelijkheid moeten geven om soepel met dergelijke kwesties om te gaan en eventueel van strafvervolging af te zien, aldus Bárándy.
Ook oppositieleidster en voormalig minister van justitie Ibolya David van het kleine christendemocratische Hongaars Democratisch Forum noemt onterechte vervolging van jongeren een risico. Zij ziet als mogelijke oplossing dat huiselijke kinderporno in het geval van jongeren boven de veertien alleen wordt vervolgd als er sprake is van een concrete aangifte.


maandag 12 februari 2007

GRIEP


Het griepspook waart door het land. Vorige week dreigde mijn werkster al bij de deur om te draaien toen ze hoorde dat onze zoon zich niet lekker voelde. Pas toen bleek dat hij géén koorts had en vermoedelijk iets raars had gegeten, waagde ze zich het huis in.
En sinds eind van de week staan de kranten er weer vol mee. Het is GEEN epidemie, melden ze allemaal, op een toon alsof er in feite in van een superepidemie, maar de huidige griepvorm stamt wel af van de Spaanse griep!
Dat klinkt dramatisch, en zo wordt er dan ook op gereageerd. Ziekenhuizen hebben sinds vrijdag een bezoekverbod, in sommige regio’s zijn kleuterscholen en scholen dicht. Het is, zo zeggen artsen, nog niet te laat om je in te laten enten, al had je dat eigenlijk al voor december moeten doen, want ja, het griepseizoen begint natuurlijk al veel eerder.
Onze werkster waarschuwde ons nog dat ze had gehoord dat je bij deze griep echt naar de dokter moest gaan voor medicijnen, want het was een gevaarlijke variant, hadden ze gezegd. Ze heeft duidelijk door dat wij aan zo’n doktersbezoek minder waarde hechten dan de gemiddelde Hongaar....
Om eerlijk te zijn, wil ik in deze tijd van het jaar als het even kan, niet in een dokterswachtkamer gezien worden. Als ik ergens de griep op kan pikken, is het daar wel. Het is me ooit al een keer overkomen dat ik, na twee uur wachten bij de kinderarts, met een jongetje naar huis ging dat daarna een infectie méér inplaats van een infectie minder bleek te hebben. En ik weet dat ik het onvermijdelijke recept voor antibiotica waarschijnlijk toch weggooi. Met de arts in debat gaan dat antibiotica niet werken tegen een virus, wie denk ik wel dat ik ben?
Maar goed, het is, zou ik haast zeggen, het jaarlijkse Hongaarse griepritueel. Waar Nederlanders ’gewoon een griepje’ hebben, heeft een Hongaar Griep. Liefst een achterkleinzoon van de Spaanse. Ieder jaar weer komt haast onvermijdelijk het moment dat scholen hun poorten sluiten. Dat geldt overigens niet alleen voor Hongarije, ook in landen als Roemenie en Slowakije wordt griep zeer serieus genomen.
Die doemstemming werkt aanstekelijk, moet ik zeggen, want ik weet dat een behoorlijke griep er aardig in kan hakken. Wij zijn, na waarschuwingen van onze buurvrouw dat de griepvariant van dat jaar echt heel naar was, al eens met de hele familie naar de dokter gespoed voor een griepprik.
Maar inmiddels heb ik de doemkreten al zo vaak gehoord, dat ik waarschijnlijk zo reageer als de dorpelingen in de parabel van de jongen die steeds weer roept dat de schapen worden aangevallen door een wolf. Als het echt erg wordt, geloof ik het niet meer.


vrijdag 9 februari 2007

IJSBAAN

Mijn zoontje zou vanochtend met zijn klas naar de ijsbaan gaan. De historische ijsbaan, bij het Stadspark in Boedapest, waar een aantal jaren geleden ook de wereldkampioenschappen schaatsen plaatsvonden. Veel gelegenheid tot schaatsen is er niet in Boedapest, maar de gelegenheid die er is, is dan ook van grote klasse.
Helaas goot het, maar de klas had om negen uur ’s ochtends bij de baan afgesproken, dus gingen we toch maar op pad. Omdat ik daarna een andere afspraak had die om negen uur begon, waren we wat aan de vroege kant. Te vroeg: de ijsbaan was nog dicht.
Tenminste, de toegangshal was open, maar er hing een bordje op: gesloten. Ik klopte aan en vroeg vriendelijk of mijn zoontje, gezien het weer, misschien binnen mocht wachten. Hij had een boek bij zich, dus last konden ze niet van hem hebben. Nee, verklaarde een voetbalsupporterachtig type dat klaarblijkelijk als uitsmijter was ingehuurd. Kon ik niet lezen? De ijsbaan was nog dicht. Zeker, zei ik, dat besefte ik, maar het zou toch gewoon aardig zijn als ze dat kind binnen lieten wachten. ,,Nee hoor, hij wacht maar buiten in de regen’’, zei de man, schouderophalend. Achter hem stonden een paar soortgelijke types breed te grijnzen....
In hetzelfde gebouw zit een caféetje. Ook daarvan was de deur open, maar helaas, ook dat was desondanks nog gesloten. Ik legde de zaak nog eens voor: of mijn zoontje niet ergens in een hoekje mocht gaan zitten met zijn boek, tot het negen uur was. Nee, zei de café-eigenaar, dat mocht niet. Er moest nog schoongemaakt worden en het was wettelijk verboden. Van dat zogenaamde wettelijke verbod was ik niet erg onder de indruk, maar helpen deed dat niet: hoe vriendelijk ik het ook vroeg, hij was niet te vermurwen.
Behoorlijk boos liep ik terug naar de hoofdingang, waar een inmiddels nog grotere groep voetbalvandalen zijn werktijd stond te verleuteren door de toegangsdeur naar de verwarmde hal te blokkeren. Toen ze me zagen aankomen, zette een van hen zijn voet dwars, en de verbijstering was groot toen ik mijn schouder tegen de deur zette en hem met geweld openduwde.
Niet dat dat hielp. Ik was duidelijk aangelopen tegen kleine mannetjes die hun gevoel van macht daaraan ontleenden dat ze een kind konden pesten. Een soort mannetjes dat je in deze regio vaak in portiershokjes tegen pleegt te komen. Ze stellen niets voor, maar ze kunnen je het leven aardig zuur maken.
Ik had ook beter moeten weten. Openingstijden zijn per slot van rekening heilig. Geen winkel in Boedapest zal ooit twee minuten eerder zijn deur openen, al staan er buiten klanten in de stromende regen. Vijf minuten later, dat wel. En ondertussen zie je binnen de cassieres een beetje met elkaar kletsen.
Gelukkig kwamen er net wat andere kinderen van zijn klas aanlopen, zodat ik mijn zoontje uiteindelijk achter kon laten in gezelschap van medeslachtoffers van dit kindvriendelijke gezelschap.
Dat het ook anders kan, zag ik een kwartier later, in het hotel waar ik mijn afspraak had. In de garderobe waar ik mijn jas moest afgeven, stond een kinderwagen met baby. De moeder van het kind zat bij dezelfde bijeenkomst waar ik ook moest zijn en had haar kroost zolang gestald bij een garderobedame die vooraf van niets had geweten.
Een uur later vroeg ik die garderobedame of ze het niet vervelend had gevonden, zomaar een uur op een onbekende baby passen, want dat is nogal iets anders dan een elfjarige die een boek wil gaan lezen, een verwarmde hal inlaten. Nee hoor, zei ze opgewekt, helemaal niet. ,,Ik heb hier toch niet veel te doen en dit was beter dan een uurlang tegen de muur aan staren.’’


woensdag 7 februari 2007

IEDEREEN DE SCHULD


Regering, oppositie en politie: allemaal zijn ze medeverantwoordelijk voor de rellen in Hongarije vorig jaar september en oktober. Dat is de conclusie van een onafhankelijke commissie onder leiding van de voormalige Hongaarse ombudsvrouw Katalin Gönczöl, die was ingesteld om de gebeurtenissen van vorig jaar te onderzoeken.
De regering is mede verantwoordelijk vanwege de gebrekkige communicatie over het hervormingspakket dat afgelopen najaar werd aangekondigd. Zo had ze beter moeten overleggen met studenten- en jongerenorganisaties over de invoering van het collegegeld, dat tot protesten onder studenten leidde.
Ook heeft premier Gyurcsány aanvankelijk onvoldoende onderkend wat voor effect het uitlekken van zijn ‘leugenrede’ zou hebben. Overigens constateert de commissie ook dat de oppositie, en oppositiemedia, heel bewust slechts zeer kleine deeltjes van die rede heeft geciteerd en de essentie ervan, namelijk dat Gyurcsány zei dat met die cultuur van leugens moest worden gebroken, weg liet uit de berichtgeving....
De politie wordt besluiteloosheid verweten, met name in de eerste nacht van de rellen, toen extreem-rechtse jongeren en voetbalhooligans het gebouw van de nationale televisie bestormden. Daarna werd de feitelijk illegale demonstratie op het plein voor het parlement eindeloos getolereerd, waardoor door een onhoudbare toestand ontstond. Bovendien was de politie onvoldoende voorbereid op het bestrijden van dit soort rellen. Daardoor liep het uit de hand en maakten sommige agenten zich ook schuldig aan overdadig geweld, een probleem dat volgens de commissie alleen kan worden opgelost door een betere opleiding.
De derde verantwoordelijke partij is de oppositiepartij Fidesz. De commissie is zeer kritisch over de partij, die heeft volgens haar het klimaat gecreëerd waarin dit soort rellen konden ontstaan, door zowel in 2002 als in 2006 te beweren dat de democratisch gekozen regering niet legitiem was en de demonstranten aan te moedigen in hun overtuiging dat ze het recht hadden de regering omver te werpen.
Extreem rechtse groepen hebben, volgens de commissie terecht, een tijd lang het idee gehad dat Fidesz hen steunde. De aanhoudende demonstratie voor het parlement werd dagelijks door Fidesz met sprekers nieuw leven ingeblazen. Maar extreem rechts speelde een belangrijke rol het voorzetten van de manifestatie en wist zich in die dagen steeds beter te organiseren en zijn contacten met de gevestigde politiek te verbeteren.
Dat het op 23 oktober, de dag van de herdenking van de Hongaarse opstand van 1956, totaal uit de hand liep en deelnemers van een vreedzame Fideszbijeenkomst uiteindelijk ook in de rellen verwikkeld raakten, is volgens de commissie grotendeels de schuld van extreem rechts, dat er heel bewust op aanstuurde om de rellen die al de hele dag her en der in de stad plaatsvonden, in de richting van de Fidesz-bijeenkomst te brengen.
Ook afgelopen week, vlak voor de publicatie van het rapport, gooide Fidesz weer olie op het vuur door de hekken voor het parlement, die demonstraties sinds oktober onmogelijk maken, te demonteren. Er is wat voor te zeggen dat een permanent demonstratieverbod voor het parlement niet kan. Aan de andere kant is duidelijk dat een permanente demonstratie zoals die vorig jaar plaatsvond, ook niet kan. Demonstratierecht is één ding, van een plein een openbaar toilet maken een ander. Het Kossuthplein stónk in oktober. Dat krijg je op een camping zonder wc-voorzieningen.
Een van de aanbevelingen van de commissie is dan ook om paal en perk te stellen aan demonstraties. Demonstraties op het plein zouden misschien helemaal verboden moeten worden, en in ieder geval wettelijk gelimiteerd tot maximaal een dag. Maar dat vereist de medewerking van de oppositie, omdat het om een grondwetswijziging gaat. En of die medewerking er komt, is zeer twijfelachtig. Want dat zou een erkenning van de eigen verantwoordelijkheid bij de rellen zijn. En daarop is, gezien de acties afgelopen vrijdag, weinig kans.


vrijdag 2 februari 2007

INVALIDE IN DE BOUWVAK

Ruim eenderde van de Hongaarse bedrijven maakt gebruik van zwartwerkers. Dat is de conclusie die je moet trekken uit de controles die de Nationale Arbeidsinspectie (OMMF) vorig jaar hield. De OMMF controleerde 45000 bedrijven met in het totaal 345 duizend werknemers. Daarvan bleken 12300 bedrijven mensen zwart in dienst te hebben.
De dienst was afgelopen jaar aanzienlijk succesvoller in het opsporen van zwartwerk dan de jaren daarvoor, niet omdat het aantal zwartwerkers is toegenomen, maar omdat de OMMF zijn taktiek heeft veranderd: na een eerste bezoek komen de inspecteurs vaak een tweede keer onaangekondigd terug. Overigens blijft die controle een druppel op een gloeiende plaat, die controles: het aantal zwartwerkers in Hongarije wordt op 600 duizend geschat. Het profijt is nog altijd aanzienlijk groter dan de pakkans.
De bouw en de landbouw zijn, het zal geen verbazing wekken, de belangrijkste sectoren waar zwartwerkers aan de slag komen. Wat wel verbazend is, is dat het grootste deel van die zwartwerkers een invalidenuitkering blijkt krijgen.
Hongarije telt officieel 600 duizend invaliden op in het totaal 3,9 miljoen werknemers. Tegenover die kleine vier miljoen werkenden staan drie miljoen gepensioneerden (waaronder mensen met een invalidenuitkering).
Hoewel het invalidencijfer overeenkomt met het aantal geschatte zwartwerkers, neem ik aan dat dat toeval is. Er zullen ook wel echte invaliden tussen zitten. Maar zeker niet alle. Ik zie ze wel eens naast me parkeren: fief stappen ze uit hun auto, pakken uit hun handschoenenkastje een invalidenkaart die hen ontslaat van de verplichting parkeergeld te betalen en wandelen weg.
Laatst zag ik een invalide vrouw op extreem hoge naaldhakken wegtrippelen. Natuurlijk, soms zie je aan de buitenkant niet wat iemand mankeert. Maar mij bekroop toch het gevoel dat daar een arts een aardig zakcentje aan had bijverdiend.
Ook niet-invalide gepensioneerden willen overigens graag zwart bijklussen. Het argument is dat de pensioenen zo laag zijn. Dat klopt natuurlijk, maar het feit dat Hongaren gemiddeld 53 jaar zijn als ze uit het arbeidsproces treden, maakt het ook moeilijk om die pensioenen op een hoger niveau te brengen.
Kleine bedrijven zeggen vaak dat ze wel moeten werken met zwartwerkers, omdat ze anders de concurrentiestrijd niet aankunnen, gezien de hoge belastingen en premies. Dat is natuurlijk een kip-en-ei discussie: die kleine bedrijven concurreren vooral met andere kleine bedrijven die om diezelfde reden ook werken met zwartwerkers.
Als ze allemaal legale werknemers zouden hebben, zouden ze allemaal even veel duurder zijn en dus elkaar dus op dat vlak niet meer behoeven te concurreren, ten koste van degenen die wel belasting betalen. Als ze allemaal belasting zouden betalen, zou de belasting voor iedereen omlaag kunnen. Als de belasting voor iedereen omlaag ging, werd zwartwerk een stuk minder interessant.
Stel dat al die zwartwerkers legaal zouden werken. Dan zou Hongarije 4,5 miljoen werknemers tellen en 2,4 miljoen gepensioneerden. Dat zouden heel wat meer belastinginkomsten zijn en heel wat minder uitgaven. Over de economische consequenties daarvan kun je alleen maar stil mijmeren. Ik wacht op de dag dat de loodgieter niet meer vraagt of ‘ik er een rekening bij wil’ of dat het zwart kan. Maar die is vrees ik nog erg ver. Voorlopig geld je gewoon als een sukkel als je wel alle belasting betaalt.