Schoolmaaltijd: wel vlees, geen groente. |
De oplossing lijkt simpel: je kind zelf eten meegeven. Maar dat gaat zomaar niet. Het warme middagmaal is de Hongaarse hoofdmaaltijd en de schoolmaaltijd daarom een vast, en verplicht, onderdeel van de schooldag. Dat moet je serieus nemen. Dezelfde ministeriële voorschriften verbieden daarom het meegeven van ouderlijke lunchpakketten.
Er is op die schoolmaaltijden veel af te dingen, ook als je niet vegetarisch eet. Ze mogen niets kosten en zijn vaak te vet en te zout. Groente, als al, is overgaar of bestaat uit zoetzure augurken of ander zoetzuur. Wel populair is fözelék, een stevig doorgekookte groentestoofpot, in dikte iets tussen puree en soep en gebonden met een meelpapje en vaak nog room. Het is een soort gerecht dat - op de knoflook die er vaak in zit na - niet misstaan zou hebben op een Nederlandse eettafel in de jaren zestig. Vaak drijft bovenop een knakworstje, vanwege dat vlees.
De slechte kwaliteit van de schoolkeuken was vroeger bij mijn zoon op school dat ook een vast punt op de ouderavond. Daar kwamen trouwens ook hilarische voorbeelden van 'vegetarische' maaltijden voorbij, zoals een bouillon getrokken van botten. Bouillon bevat geen vlees, toch?
Nu zijn niet alle scholen even streng. Daardoor ontdekte de moeder van een zevenjarige die sinds zijn peutertijd slechts kokhalzend vlees eet, pas niet zo lang geleden dat zijn vleesloze dieet al jaren tegen de regels is. Aanleiding was de komst van een nieuw schoolcateraar. Die hield zich strikt aan de regels, niet in de laatste plaats omdat de zeer gedetailleerde ministeriële maaltijdvoorschriften het knap moeilijk maken om tegemoet te komen aan speciale dieetwensen.
Aan nieuwssite Index.hu vertelde de moeder over haar Kafkaiaanse pogingen om haar zoontje desondanks vleesloos te laten eten. Het begon met een telefoontje van een gemeenteambtenaar dat het kind vanaf nu gewoon met de schoolpot moest mee eten. Of het nou vlees lust of niet. En nee, een eigen lunch meegeven mocht dus niet.
De cateraar wilde uiteindelijk wel vleesloos koken, maar alleen als ze een doktersverklaring kon overleggen dat het kind geen vlees verdroeg. Niet zomaar van de huisarts, nee, van een gastro-enteroloog. Tot dan moest het eten wat op zijn bordje kwam. Of niet eten, dat kon natuurlijk ook.
Nu maak je in Hongarije, net als in Nederland, niet zomaar met een specialist. De moeder had er bovendien een hard hoofd in dat die een verklaring zou tekenen dat het kind geen vlees verdroeg, alleen omdat het dat niet lustte.
Gelukkig was er nog een ‘klein poortje’, zoals de Hongaren dat noemen, een regeltje waarmee je de andere regels kunt omzeilen. In dit geval was dat: godsdienstvrijheid. Als ze nou gewoon even wilde beweren dat haar kind om religieuze redenen geen vlees at? Het liegen stond haar tegen. Maar dat heeft ze uiteindelijk maar gedaan.