zondag 29 mei 2011

Hongaar Holocaust Centrum onder vuur

Het imago van de vooroorlogse autoritaire leider admiraal Miklós Horthy en van de Hongaarse rol in de Holocaust hebben László Harsányi, directeur van het Holocaust Centrum in Boedapest afgelopen week zijn baan gekost. Vorige maand weigerde hij in te gaan op de eis van staatssecretaris András Gál, die liet weten dat een deel van de permanente tentoonstelling van het centrum veranderd moest worden. De staatssecretaris is geen historicus, maar weet desondanks zeker dat het beeld dat de tentoonstelling van Horthy geeft, veel te zwart is. En veel Hongaren, inclusief premier Viktor Orbán, zijn het met hem eens.
Sinds zijn oprichting werkt het Holocaustcentrum als een  publieke, maar onafhankelijk stichting, al is de staat, sinds kort in de vorm van het ministerie van binnenlandse zaken, officieel eigenaar. Dat ministerie had geen boodschap aan die onafhankelijkheid en benoemde meteen een nieuw bestuur, voor Harsányi een teken dat zijn dagen geteld waren.
Voor het internationaal gerenommeerde centrum zijn het moeilijke tijden. Gál is zeker niet de enige die meent dat Hongarije geen blaam aan de Jodenvervolging treft. De nieuwe, afgelopen maand aangenomen grondwet ondersteunt die mening. Daarin wordt de Hongaarse natie als slachtoffer, niet als medestander van het naziregime omschreven en wordt iedere Hongaarse verantwoordelijkheid ontkend voor gebeurtenissen na 19 maart 1944, toen Hitler de macht in Boedapest greep uit twijfel over de loyaliteit van zijn Hongaarse bondgenoten. Die dag begonnen de deportaties, maar de tentoonstelling, die tot stand kwam in overleg met tientallen historici, laat zien hoe Hongarije onder Horthy al vanaf 1920 de eerste antisemitische wetten introduceerde en de joden meer en meer marginaliseerde.
Twintig procent van de Hongaren ziet Horthy, staatshoofd van 1920 tot 1944 en bondgenoot van Hitler, als een ondubbelzinnig positieve figuur, die zich inzette voor teruggave van de gebieden die Hongarije als verliezer van de Eerste Wereldoorlog kwijtraakte. Net als in Oostenrijk wijzen Hongaren graag naar Duitsland als enige verantwoordelijke van de Holocaust. Een tentoonstelling die beweert dat het iets minder simpel ligt, past niet in de tijdgeest.
In een opzicht hebben Horthy-sympatisanten gelijk: de man was weliswaar een antisemiet, maar zeker geen Hitler. Getto’s kende Hongarije tot 1944 niet en na een massaslachting onder joden en Serviërs in Novi Sad kwamen de daders voor het gerecht. Tot de Duitse bezetting was Hongarije relatief veilig, ondanks wetten die het joden verbood met niet-joden te trouwen, onroerend goed kopen, te studeren en een reeks van beroepen uit te oefenen. Maar joodse mannen moesten in arbeidsdienst, en dat was geen vakantietrip. Toen Horthy – met Hitlers steun – de in 1919 verloren gebieden binnentrok, was introductie van de anti-joodse wetten een van de allereerste maatregelen.
En, zoals Harsány aangeeft, het lukte Adolf Eichman, die in 1944 van Hitler opdracht de Hongaarse joden te deporteren, uitsluitend om luttele maanden 600 duizend mensen naar Auschwitz te sturen dankzij de hulp van honderdduizenden Hongaren. En Horthy bleef ondanks de Duitse inval staatshoofd en was zeker niet alleen een machteloze marionet. Hij was invloedrijk genoeg om in juli 1944 de deportaties te laten stoppen, waarschijnlijk nadat hem door de geallieerden duidelijk was gemaakt dat hem anders na de oorlog een proces wachtte.


donderdag 5 mei 2011

Verkeersles

Een Nederlandse kennis is bezig in Hongarije haar rijbewijs te halen. Dat is geen sinecure. Voordat je überhaupt met een leswagen de weg op mag, heb je al drie examens achter de rug. Theorie is examen nummer één, uiteraard. Daarbij word je ook naar je technische kennis over de auto gevraagd, vermoedelijk dat een restant van de tijd dat de gemiddelde auto een Trabant was, een soort koffiemolen die iedereen met enig technisch inzicht zelf kon repareren. Met een moderne Japanner kun je maar één ding doen: naar de garage om de soft- en hardware na te laten kijken.
Nummer twee was een EHBO-examen, waar ze ondermeer moest weten wat je moet doen als iemand een interne maagbloeding heeft. Gek genoeg heb ik toch niet het gevoel dat alle Hongaren uitblinken in hun medische kennis. "Ben je al naar de dokter geweest?" is de eerste vraag wanneer je een simpele verkoudheid hebt. Als het erop aankomt, hoop ik toch vooral dat de ambulance snel ter plaatse is.

En voor ze echt de weg op mocht, moest ze eerst tonen dat ze de bijzondere verrichtingen, aangeleerd op een parkeerplaats waar ze haar eerste acht rijlessen doorbracht, onder de knie had. Om dat in een apart examen te stoppen, vind ik overigens zo gek nog niet: dan kan het je in ieder geval niet overkomen dat je na een redelijk rijexamen alsnog zakt bij het achteruit inparkeren.
Helaas zie je van al die inspanningen tijdens de rijles niet zoveel terug op de weg. Hongarije staat niet echt bekend als een voorbeeld van verkeersveiligheid. Maar dat ligt niet alleen aan de automobilist. Het is verbijsterend hoeveel voetgangers er nog nooit van gehoord lijken te hebben dat je uit moet kijken voor je oversteekt.
Jaren geleden zag ik op de eerste sneeuwdag van het jaar hoe vlak voor de auto voor mij een oude vrouw zonder naar links of rechts te kijken zo de besneeuwde weg opliep. De bestuurder had geen kans. Hij reed echt niet snel, niemand reed snel, want het was spekglad, maar zelfs met twintig kilometer per uur had hij nog een remweg die aanzienlijk langer was dan de pakweg vijf meter die ze hem gunde. De arme jongen kwam lijkbleek uit de auto. Gelukkig viel de schade uiteindelijk mee.
Lang heb ik gedacht dat het de generatie was die in het min of meer autoloze tijdperk van het communisme opgroeide die nooit geleerd had uit te kijken. En die zijn de ergsten, maar jonge mensen zijn niet veel beter, moet ik zeggen. Vooral als fietser moet je uitkijken, want dan horen mensen je niet aankomen, en stappen dus zo voor je wiel de straat op. Dat overkomt me nu ik weer regelmatig fiets, toch zeker een keer per week. Een tijdje dacht ik dat ik het me verbeeldde, tot we bezoek uit Nederland hadden dat zich met frisse blik verbijsterde over alle mensen die zonder blik op het verkeer gewoon oversteken.
Nou is het natuurlijk logisch: als je ouders je niet opvoeden met 'links, rechts, links', dan leer je niet om eerst naar links, dan naar rechts en dan weer naar links te kijken, zeker omdat scholen het verschijnsel verkeersles ook niet kennen. Per slot van rekening fietst vrijwel geen enkel kind hier naar school. Nu hoor ik zelden iets goeds over fietsende Amsterdammers, maar iedere fietsende Amsterdammer is een toonbeeld van verkeersveiligheid in vergelijking met een fietsende Boedapester.

maandag 2 mei 2011

Vreemde wegen

Vrienden van ons kwamen twintig jaar geleden graag in Hongarije, omdat het er zo heerlijk fietsen is. Dat geldt trouwens in grote delen van het land nog steeds, al is het verkeer wel drukker geworden, en de kwaliteit van de wegen bepaald niet beter. Maar ter bescherming van de fietser heeft het fietspad her en der zijn intrede gedaan.

Dat is een ontwikkeling die je alleen maar kunt toejuichen. Maar toch, al een jaar lang puzzel ik over het nut van het fiets- en voetpad dat ze in Vác hebben aangelegd van de lokale Tesco naar.... ja, waarheen eigenlijk? Zelden heb ik in Hongarije zo'n net stuk fietspad gezien, wat ongetwijfeld ook te maken heeft met het feit dat niemand het ooit gebruikt. Wie zwaarbeladen met boodschappen op de fiets van de Tesco komt aanrijden, eindigt na een paar honderd meter namelijk bij het hek van een lokale autodealer. Een actie om fietsers ervan te overtuigen dat ze volgende keer echt beter de auto kunnen nemen? Ze hebben zelfs geen moeite gedaan je als fietser naar de straat te leiden, wat doet vermoeden dat het uiteindelijk de bedoeling is dat je door kunt rijden. Maar voorlopig zit die dealer dus in de weg.
Ik heb inmiddels twee verklaringen verzonnen voor dit verschijnsel, en allebei hoeven ze niet te kloppen. Of de aanleg van een fietspad was een deal met de Tesco, en die heeft zich daar aan gehouden, ook al sloeg het nergens op. Opdracht is opdracht, per slot van rekening, en wie gaat er twisten met Hongaarse ambtenaren dat die opdracht onzinnig is?
Of er is een conflict met de autodealer, die gewoon de berm heeft ingepikt om zijn terrein van groter te maken. Ik vermoed eigenlijk het laatste, want het is raar dat zijn terrein helemaal tot de rand van de straat doorloopt. Maar gezien de traagheid van de Hongaarse gerechtelijke molens kan het in dat geval nog wel een tijdje duren voordat dit fietspad een vervolg krijgt.

Maar nog raadselachtiger is een stukje fietspad op de stoep naast het Westend Shopping Center in Boedapest. Pakweg 15 meter, van het ene terras naar het andere. Netjes met een middenstreep en een peil die de richting aangeeft. Een ingenieus stukje stadsplanning? Een actie voor meer fietspaden? Een lolbroek? Wie het weet, mag het zeggen.