Posts tonen met het label verkiezingen 2014. Alle posts tonen
Posts tonen met het label verkiezingen 2014. Alle posts tonen

maandag 7 april 2014

Hongaarse verkiezingen: de grote verliezer is de winnaar

De indeling van het nieuwe parlement (Magyar Hirlap)
Echt onverwacht is de uitslag van de Hongaarse verkiezingen niet. De opiniepeilingen voorspelden al tijden dat regeringspartij Fidesz zou winnen, en ook dat de partij opnieuw met een tweederde meerderheid in het parlement zou krijgen. Die tweederde heeft Fidesz waarschijnlijk ook gehaald, al is het niet helemaal zeker, omdat de definitieve uitslag er nog steeds niet is. Maar toch is er iets heel vreemds aan de hand. Want als er één verliezer bij deze verkiezingen is, dan is het eigenlijk Fidesz wel.
Vier jaar geleden kreeg de partij nog haast 53 procent van de stemmen. Dit jaar ruim 44 procent. Dat is dik acht procent verlies. Om dan beloond te worden met een absolute meerderheid in het parlement is wel heel vreemd.
De grootste winnaar is de linkse verkiezingscoalitie Összefogás. Die kreeg 26 procent, lang niet genoeg, maar wel ruim zes procent meer dan de socialistische MSzP, toen de enige linkse partij op de lijst, in 2010 wist te halen. Eigenlijk verrassend sterk, als je bedenkt dat de linkse partijen vooral de laatste twee jaar zwak en verdeeld oppositie hebben  gevoerd en vooral bezig waren met onderlinge discussies.
Ook de extremistische Jobbik deed het met 20,5 procent beter dan vier jaar geleden, al bleef de partij achter bij de voorspellingen van sommige opiniepeilers die voorspelden dat Jobbik links zou inhalen. De vierde partij die het parlement haalde, is de groene LMP. Vier jaar geleden kreeg de partij nog 7,4 procent, nu 5,3, net genoeg om de kiesdrempel van vijf procent te halen.
Dat Fidesz ondanks fors verlies weer een tweederde meerderheid heeft, heeft alles te maken met het nieuwe kiessysteem. Het zorgt ervoor dat de grootste partij per definitie een onevenredig groter aantal zetels krijgt dan de andere partijen. Deels komt dat door een districtenstelsel naar Engels voorbeeld: al haal je maar tien procent van de stemmen in een district, als alle andere partijen minder stemmen kregen, krijg jij de zetel.
Bovendien zijn de kiesdistricten opnieuw ingedeeld. en daarbij heeft Fidesz zichzelf goed bedeeld. Traditioneel linkse districten werden in stukken geknipt en onderverdeeld onder traditionele Fidesz-districten. Gerrymandering heet die praktijk, naar de Amerikaanse gouverneur Elbridge Gerry die voor het eerst op het idee kwam dat hij zo zijn kansen bij de aankomende verkiezingen kon vergroten. Netjes is het niet, maar Fidesz is zeker niet de eerste partij die Gerry's voorbeeld volgt.
Er is nog iets dat Fidesz heeft geholpen, behalve natuurlijk het feit dat het overgrote deel van de Hongaarse tv-stations, radiozenders en een flink deel van de kranten inmiddels in of op handen van de regeringspartij is: het feit dat ditmaal voor het eerst de Hongaren in de buurlanden mee mochten stemmen, mensen die dankzij Fidesz in de afgelopen jaren de Hongaarse nationaliteit konden aanvragen.
Dat de meeste van die mensen Fidesz steunen, zal geen verbazing wekken. Per slot van rekening hebben ze hun nieuwe paspoort aan premier Viktor Orbán te danken. Maar toen Fidesz in 2010 de wet aannam die het buitenlandse Hongaren mogelijk maakt de Hongaarse nationaliteit te krijgen, zei de partij erbij dat het zeker niet de bedoeling was om die mensen ook stemrecht te geven. Nauwelijks was de wet - met steun van andere partijen - aangenomen, of een nieuwe wet aangenomen gaf hen wel degelijk stemrecht. Ach, dat is vooral symbolisch, is het verweer van Fidesz-politici altijd, want die stemmen maakten één, hooguit anderhalve zetel verschil uit. Laat dat nu net het verschil zijn dat bij deze verkiezing doorslaggevend is voor het feit dat Fidesz weer een tweederde meerderheid heeft gehaald. Want hadden ze één zetel minder gehad, dan was dat niet het geval geweest.
Zonde. In het afgelopen jaar zijn heel veel wetten aangenomen die alleen met een tweederde meerderheid veranderd kunnen worden. Ook wetten zoals de belastingwetgeving, waarvan je zeker weet dat die veranderd moet kunnen worden, wil je überhaupt beleid kunnen maken. Voor een regering van andere partijen zou dat een enorm probleem hebben opgeleverd. Zonder tweederde meerderheid had Fidesz hetzelfde probleem gehad. Dat zou de partij ook eens met anderen moeten praten en af en toe compromissen moeten sluiten om beleid te maken. Nu is compromis een vies woord in de Hongaarse politiek, maar het zou wel een verademing zijn.




zaterdag 5 april 2014

Verkiezingen in Hongarije: wel vrij, niet eerlijk?

Signeren in Gyöngyös
Het publiek in het cultuurhuis in Gyöngyös reageert vol verwachting als de Hongaarse oppositiepoliticus Ferenc Gyurcsány het woord neemt. Al snel wordt duidelijk waarom. Hij oogt als een schutterige schooljongen, maar heeft de timing van een cabaretier. Anderhalf uur luistert de zaal schaterend naar zijn mengsel van scherpe politieke analyse en politieke grappen. Een gepensioneerde man die eerst twijfelt, is aan het einde duidelijk om.
Met zijn Democratische Coalitie (DK) maakt Gyurcsány deel uit van de oppositiecoalitie Összefogás, (Samenwerking). In de hal staan de coalitiepartners: de socialistische MSzP, centrumpartij Együtt (Samen) en de liberalen. Maar het publiek komt voor de oud-premier. Ze verdringen zich om zijn boeken te kopen. Tijdens het signeren maakt hij met iedereen een praatje.
Op 6 april zijn de Hongaarse parlementsverkiezingen en in het cultuurhuis heerst verkiezingskoorts. Maar op straat merk je weinig van een verkiezingscampagne. Anderhalve week voor de verkiezingen kan het een mens zeker buiten Boedapest makkelijk ontgaan dat Hongaren begin april naar de stembus moeten. Vooral in dorpen in Oost-Hongarije is een enkel spandoek van regeringspartij Fidesz soms het enige dat je ziet.
“Niet eerlijk, niet vrij,” is Gyurcsány's oordeel over
de verkiezingen. De oppositie wordt volgens hem op alle manieren wordt dwarsgezeten, tot en met ontslag van partijleden aan toe. Als voorbeeld geeft hij een DK-activist wiens vroegere vrouw als gemeenteambtenaar zelfs met ontslag werd bedreigd vanwege de activiteiten van haar ex.
En dan hebben we het nog maar niet eens over de stortvloed aan trucs die worden uitgehaald. Regeringspartij Fidesz klopt zich op de borst dat er nog nooit zoveel partijen aan verkiezingen hebben deelgenomen als deze keer. Dat klopt. De vraag is alleen hoe dat komt. Want niemand heeft ooit eerder gehoord van partijen als Nieuwe Dimensie, Voor een Sportief en Gezond Hongarije Partij en de Verenigingen van Maria Seres.
Bijgaande foto is van een verkiezingsaffiche van Együtt 2014. Niet het Együtt dat iedereen in Hongarije kent, de oppositiebeweging van voormalig premier Gordon Bajnai die deel uitmaakt van Összefogás. Wel een club die een week na het oprichten van Bajnai's Együtt-beweging als partij werd geregistreerd en die er zonder leden, in is geslaagd om overal in het land voldoende handtekeningen op te halen om landelijk aan de verkiezingen deel te nemen. Hun programma? Geen idee, op hun affiche staat namelijk maar één ding: Együtt 2014, stem op ons! En hun website is geen haar beter.
En laar dit clubje nou eerder op het stembiljet staan dan Összefogás, de coalitie waar Gyurcsány en Együtt deel van uitmaken. En ook eerder dan de extremistische Jobbik, een partij die ik misschien liever helemaal niet op dat stembiljet zou zien staan, maar die gezien hun aanhang zeker niet de laatste plaats verdienen. Oké, regeringspartij Fidesz staat ook niet vooraan. Maar plaats nummer zes is toch iets anders dan de twee laatste plaatsen op de lijst die Összefogás en Jobbik zijn toebedeeld. Ze komen n de twijfelachtige Együtt 2014, en  na de even onduidelijke Összefogás Part, die echt niets met de oppositiecoalitie met dezelfde naam te maken heeft. Maar dat is allemaal toeval, vast.
Binnen Összefogás heeft Gyurcsány overigens de hardste kritiek. Bajnai houdt het op “Wel vrij, niet eerlijk.” Als voorbeeld geeft hij het verbod van affiches op bomen of lantarenpalen dat in sommige gemeenten hanteerden, hoewel de rechter aan dat verbod inmiddels een eind heeft gemaakt.Wel zie je politieke billboards, vooral van regeringspartij Fidesz, veel minder vaak van de oppositie. De meeste billboards zijn namelijk eigendom van een bedrijf dat gelieerd is aan Fidesz. Daar konden oppositiepartijen maar met moeite plek kopen.
Opvallend waren afgelopen weken de alom aanwezige billboards  posters van Viktor Orbán, niet als partijleider, maar als ‘premier van Hongarije’. Officieel geen verkiezingspropaganda, maar regeringsvoorlichting en dus door de staat betaald. Daarmee drukken ze niet op het wettelijk vastgelegde budget dat Fidesz, net als andere partijen, aan de campagne mag besteden. En zo handig: in de laatste week werd daar een oranje strip overheen geplakt met de tekst "Alleen Fidesz". Voor een paar centen was een duur regeringsbillboards in verkiezingspropaganda veranderd.
Op tv waren de verkiezingen opmerkelijk afwezig. Op een paar wettelijk geregelde blokken met zendtijd voor politieke partijen na zijn op de staats-tv geen verkiezingsprogramma’s. Op de commerciële zenders mag partijreclame alleen als de zendtijd daarvoor gratis ter beschikking is gesteld. Ook daar dus niets. Ondanks verzoeken van de oppositie komt er ook geen verkiezingsdebat. Daar wil Fidesz niet aan meewerken.
Geen verkiezingskoorts, dat was het hele streven. De Fidesz-aanhang is loyaal en de partij kan volgens de opiniepeilingen op een klinkende overwinning rekenen. Een grote campagne motiveert alleen maar de enorme groep zwevende kiezers, en dat komt vooral de oppositie ten goede.