
Gabriel staat uiteraard voor de arme, bezette Hongaarse natie, de adelaar voor de perfide Duitsers. Een monument voor een bezetting is wat wonderlijk. Meestal gedenken dat soort bouwwerken immers slachtoffers of anders de bevrijding, niet het feit van de bezetting zelf.
Oppositiepartijen en organisaties van joden en Roma in Hongarije zijn ontzet. Ze zien de plannen als een nieuwe poging om de Hongaarse verantwoordelijk voor de Holocaust te ontkennen. “Het monument sluit duidelijk aan bij de nieuwe grondwet van 2012 die vastlegt dat Hongarije op 19 maart 1944 zijn soevereiniteit verloor en pas die in 1990, na de val van het communisme, herwon,” aldus historicus Krisztián Ungváry. Wat in de tussenjaren gebeurde, is daarmee officieel andermans schuld.
De slachtoffers worden overigens ook wel genoemd bij dit monument. Alle slachtoffers, wel te verstaan. Dat het overgrote deel daarvan joods was, wordt uit de tekst niet duidelijk. De gedenkplaats verrijst op het Szabadság tér, hetzelfde plein waar ook het laatste monument voor de bevrijding (of, volgens de meeste Hongaren, bezetting) door het Sovjetleger staat. Extreemrechts, dat dat Sovjet-monument een steen des aanstoots vindt, is opgetogen over dit nieuwe bouwwerk.
Duitsland had on maart 1944 meerdere redenen voor de invasie van bondgenoot Hongarije. De Russen naderden, en Berlijn had er weinig vertrouwen in dat het Hongaarse leger die op eigen houtje tegen kon houden. Verder was het Hongaarse staatshoofd Miklós Horthy, die vreesde dat Duitsland zou verliezen, inmiddels met de geallieerden in gesprek en bovendien was Hitler ontevreden over Horthy’s weigering om mee te werken aan Holocaust.
Veel Hongaren leggen de verantwoordelijkheid voor die Holocaust bij de Duitsers, omdat de grootschalige deportaties pas na de invasie begonnen. Tot 1944 was Hongarije inderdaad betrekkelijk veilig voor joden. Dat neemt overigens niet weg dat het land wel degelijk antisemitisch was. Er waren tal van antisemitische wetten, die het joden bijvoorbeeld verbood om met niet-joden te trouwen. Duizenden joodse mannen kwamen om in de barre arbeidsdienst die het Horthy-regiem hen oplegde. Ze werden daarbij onder meer ongewapend voor de reguliere troepen uitgestuurd om loopgraven te graven aan het front.