Posts tonen met het label fiets. Alle posts tonen
Posts tonen met het label fiets. Alle posts tonen

zondag 13 december 2015

Paradise lost

Voor
Tussen al het wereldleed, terrorisme, klimaatopwarming, vluchtelingenproblematiek, heb je soms het gevoel dat het een belachelijke luxe is om je druk te maken over kleine dingen. En toch maak ik me druk om het nieuwe fietspad bij Szendehely. De aanleg van een fietspad zou blij moeten stemmen. Maar zoals wel vaker is vooruitgang niet altijd verbetering.
Na
Szendehely is een lief dorpje aan de voet van het Börsönygebergte in Noord-Hongarije, Het oudste deel van het dorp is gebouwd rond een beek, die buiten het dorp vrij over rotsen stroomde, kronkelend langs velden met wilde bloemen en bossen met bemoste bomen. Her en der waren poeltjes waar soms een ringslang in wegschoot en waar mijn hond graag even in afkoelde. Er liep een graspad langs het beekje, dat overspannen werd door een paar vriendelijke ruwhouten bruggetjes. Op de hellingen van het kalkgebergte waar het beekje doorstroomt, groeiden talloze soorten struiken en bomen. In het voorjaar geurde het naar seringen en in de zomer barstte het dal van de vlinders. Het was een van mijn favoriete wandelingen met de hond. Ik kon nog zo'n slecht humeur hebben, in Szendehely knapte dat altijd op.
Dat was eens. Ergens in de afgelopen paar maanden sloeg de vooruitgang toe. Het wandelpad heeft plaatsgemaakt voor een geasfalteerd fietspad, de natuurlijke beek voor een soort gekanaliseerde goot en de houten bruggetjes voor betonnen constructies met een grote afvoerpijp erin. De hellingen zijn kaalgeslagen, de bossen gerooid. Je ontkomt niet aan het gevoel dat degene die dit plan heeft gedacht, een ontzettende hekel aan natuur moet hebben.
Het is een typisch project, zoals je ze vaker ziet in Hongaarse dorpen. Een lokale aannemer heeft de enige bouwwijze toegepast die hij kent, en dat wil zeggen met veel beton en tegels dingen zo recht toe, recht aan gemaakt als hij kan. Dorpspleinen en -straten worden zo voor veel EU-geld, maar zonder veel smaak, gemoderniseerd. De uitvoerders zelf vinden het prachtig. Ook bij dit fietspad. Toen ik erlangs kwam, waren ze nog druk aan bezig het laatste stukje te asfalteren. De uitvoerder stond erbij en glom van trots. Mijn geschrokken en venijnige 'wat ontzettend' werd dan ook met enige verbijstering aangehoord.
Even verderop sluit het nieuwe fietspad aan op een bosweg die naar het naburige Katalinpuszta voert. De twee dorpjes horen bij elkaar, maar de dorpsdelen konden elkaar  tot nu toe alleen langs een grote weg bereiken. Het fietspad, zo begrijp ik, zou het de inwoners makkelijker moeten maken om naar school, dan wel naar de kerk te gaan.
Nou geloof ik daar niets van. Het is best een stuk fietsen door het bos, en het pad gaat vlak onder Szendehely, in het verwoeste dalletje, aardig stijl naar boven. Eerlijk gezegd zie ik niemand op zondag plotseling fietsend naar de kerk gaan. Ook vermoed ik dat maar weinig ouders hun kinderen alleen door het bos naar school laten fietsen. Mensen blijven ongetwijfeld doen wat ze altijd al deden: ze nemen gewoon de auto. Of de bus, want er is een behoorlijke busverbinding tussen de twee dorpjes. Ze liggen namelijk toevallig langs een route die regelmatig door streekbussen wordt aangedaan.
Nou moet het fietspad gaat, als alles goed is, straks ook gaan aansluiten op een ander fietspad dat nu al een aantal kilometers verderop langs de Donau loopt en dat heel erg populair is onder dagjesmensen. Als de mogelijkheden voor fietstochten in de omgeving wordt uitgebreid, is dat op zich natuurlijk prachtig. Het zou alleen mooi zijn geweest als er ook nog een landschapsarchitect naar het plan had gekeken en er een uitvoerder in dienst was genomen die de natuur had gerespecteerd. En je mag hopen dat het vervolg van het pad richting Donau. dat door een mooi, oud bos, en ook langs een beek leidt, met iets meer gevoel wordt aangelegd. Maar ik vrees het ergste, gezien de ravage bij het eerste deel.
Natuurlijk, als over een paar jaar de kale helling weer begroeid is, ziet het dalletje er weer een beetje vriendelijker uit. Maar niets zal de oude, natuurlijke beek terugbrengen die zo driftig is gekanaliseerd. Of het bos, dat nutteloos, want helemaal niet in de weg van het fietspad, is omgekapt.
Bovendien duurt het jaren duren eer de bloemen weer terug zijn. Voorlopig verwacht ik massa's parlagfü, ambrosia, een onkruid dat zich graag vestigt op bouwterreinen. Het is een kruid dat officieel te vuur en te vlam bestreden wordt omdat er zoveel mensen allergisch tegen zijn, maar dat desondanks in Hongarije massaal ieder stuk opengebroken aarde overneemt. Paradise lost. Ik geef toe, er zijn veel ergere dingen in de wereld. Maar mag een mens zich daarom echt niet meer druk maken om kleinere dingen?

donderdag 5 mei 2011

Verkeersles

Een Nederlandse kennis is bezig in Hongarije haar rijbewijs te halen. Dat is geen sinecure. Voordat je überhaupt met een leswagen de weg op mag, heb je al drie examens achter de rug. Theorie is examen nummer één, uiteraard. Daarbij word je ook naar je technische kennis over de auto gevraagd, vermoedelijk dat een restant van de tijd dat de gemiddelde auto een Trabant was, een soort koffiemolen die iedereen met enig technisch inzicht zelf kon repareren. Met een moderne Japanner kun je maar één ding doen: naar de garage om de soft- en hardware na te laten kijken.
Nummer twee was een EHBO-examen, waar ze ondermeer moest weten wat je moet doen als iemand een interne maagbloeding heeft. Gek genoeg heb ik toch niet het gevoel dat alle Hongaren uitblinken in hun medische kennis. "Ben je al naar de dokter geweest?" is de eerste vraag wanneer je een simpele verkoudheid hebt. Als het erop aankomt, hoop ik toch vooral dat de ambulance snel ter plaatse is.

En voor ze echt de weg op mocht, moest ze eerst tonen dat ze de bijzondere verrichtingen, aangeleerd op een parkeerplaats waar ze haar eerste acht rijlessen doorbracht, onder de knie had. Om dat in een apart examen te stoppen, vind ik overigens zo gek nog niet: dan kan het je in ieder geval niet overkomen dat je na een redelijk rijexamen alsnog zakt bij het achteruit inparkeren.
Helaas zie je van al die inspanningen tijdens de rijles niet zoveel terug op de weg. Hongarije staat niet echt bekend als een voorbeeld van verkeersveiligheid. Maar dat ligt niet alleen aan de automobilist. Het is verbijsterend hoeveel voetgangers er nog nooit van gehoord lijken te hebben dat je uit moet kijken voor je oversteekt.
Jaren geleden zag ik op de eerste sneeuwdag van het jaar hoe vlak voor de auto voor mij een oude vrouw zonder naar links of rechts te kijken zo de besneeuwde weg opliep. De bestuurder had geen kans. Hij reed echt niet snel, niemand reed snel, want het was spekglad, maar zelfs met twintig kilometer per uur had hij nog een remweg die aanzienlijk langer was dan de pakweg vijf meter die ze hem gunde. De arme jongen kwam lijkbleek uit de auto. Gelukkig viel de schade uiteindelijk mee.
Lang heb ik gedacht dat het de generatie was die in het min of meer autoloze tijdperk van het communisme opgroeide die nooit geleerd had uit te kijken. En die zijn de ergsten, maar jonge mensen zijn niet veel beter, moet ik zeggen. Vooral als fietser moet je uitkijken, want dan horen mensen je niet aankomen, en stappen dus zo voor je wiel de straat op. Dat overkomt me nu ik weer regelmatig fiets, toch zeker een keer per week. Een tijdje dacht ik dat ik het me verbeeldde, tot we bezoek uit Nederland hadden dat zich met frisse blik verbijsterde over alle mensen die zonder blik op het verkeer gewoon oversteken.
Nou is het natuurlijk logisch: als je ouders je niet opvoeden met 'links, rechts, links', dan leer je niet om eerst naar links, dan naar rechts en dan weer naar links te kijken, zeker omdat scholen het verschijnsel verkeersles ook niet kennen. Per slot van rekening fietst vrijwel geen enkel kind hier naar school. Nu hoor ik zelden iets goeds over fietsende Amsterdammers, maar iedere fietsende Amsterdammer is een toonbeeld van verkeersveiligheid in vergelijking met een fietsende Boedapester.

maandag 2 mei 2011

Vreemde wegen

Vrienden van ons kwamen twintig jaar geleden graag in Hongarije, omdat het er zo heerlijk fietsen is. Dat geldt trouwens in grote delen van het land nog steeds, al is het verkeer wel drukker geworden, en de kwaliteit van de wegen bepaald niet beter. Maar ter bescherming van de fietser heeft het fietspad her en der zijn intrede gedaan.

Dat is een ontwikkeling die je alleen maar kunt toejuichen. Maar toch, al een jaar lang puzzel ik over het nut van het fiets- en voetpad dat ze in Vác hebben aangelegd van de lokale Tesco naar.... ja, waarheen eigenlijk? Zelden heb ik in Hongarije zo'n net stuk fietspad gezien, wat ongetwijfeld ook te maken heeft met het feit dat niemand het ooit gebruikt. Wie zwaarbeladen met boodschappen op de fiets van de Tesco komt aanrijden, eindigt na een paar honderd meter namelijk bij het hek van een lokale autodealer. Een actie om fietsers ervan te overtuigen dat ze volgende keer echt beter de auto kunnen nemen? Ze hebben zelfs geen moeite gedaan je als fietser naar de straat te leiden, wat doet vermoeden dat het uiteindelijk de bedoeling is dat je door kunt rijden. Maar voorlopig zit die dealer dus in de weg.
Ik heb inmiddels twee verklaringen verzonnen voor dit verschijnsel, en allebei hoeven ze niet te kloppen. Of de aanleg van een fietspad was een deal met de Tesco, en die heeft zich daar aan gehouden, ook al sloeg het nergens op. Opdracht is opdracht, per slot van rekening, en wie gaat er twisten met Hongaarse ambtenaren dat die opdracht onzinnig is?
Of er is een conflict met de autodealer, die gewoon de berm heeft ingepikt om zijn terrein van groter te maken. Ik vermoed eigenlijk het laatste, want het is raar dat zijn terrein helemaal tot de rand van de straat doorloopt. Maar gezien de traagheid van de Hongaarse gerechtelijke molens kan het in dat geval nog wel een tijdje duren voordat dit fietspad een vervolg krijgt.

Maar nog raadselachtiger is een stukje fietspad op de stoep naast het Westend Shopping Center in Boedapest. Pakweg 15 meter, van het ene terras naar het andere. Netjes met een middenstreep en een peil die de richting aangeeft. Een ingenieus stukje stadsplanning? Een actie voor meer fietspaden? Een lolbroek? Wie het weet, mag het zeggen.