donderdag 22 januari 2009

HOOG WATER

Een van de eerste dingen die mensen ons meestal vragen als ze ons huis zien, is: het hoe zit het met overstromingen. Een gerechtvaardigde vraag als je een huis aan de rivier koopt. Voordat we het kochten, hebben we dan ook navraag gedaan, en hoewel bij de laatste twee overstromingen het water in de straat stond, bleef ons een meter hoger gelegen huis, gelukkig droog. Dat was ook het geval veertig jaar geleden, voor 2004 de laatste keer dat het water zo hoog kwam.
Als je huis aan de oever staat, ben je gek als je het risico van overstromingen niet meeneemt. Dat vindt de Hongaarse overheid sinds kort ook. Na de overstromingen in 2004 werd een nieuwe wet aangenomen, waarin officiële overloopgebieden werden aangewezen. Gebieden dus die een uitweg bieden aan het water, om te zorgen dat steden en woonwijken gespaard kunnen worden.
Tenminste, dat is de gedachte achter zulke overstromingsgebieden in Nederland. In Hongarije blijkt men daar iets anders over te denken. Een officiële milieu- en waterorganisatie heeft op basis van die wet een overstromingsplan gemaakt. Budapest, inclusief het vrijwel altijd overstromende Romai Fürdö (zie foto) zijn officieel niet bestempeld tot overstromingsgebied.
Maar steden en dorpen elders aan de Donauoever hebben pech gehad: die mogen met overheidsgoedkeuring onderlopen. Daar zijn complete wijken bij, die al honderd jaar geen last van overstromingen hebben gehad. In Vác gaat het om iets van tweehonderd huizen, niet alleen direct langs de oever, maar ook in een honderden meters van de rivier gelegen, maar laagliggende wijk die heel makkelijk door een dijk te beveiligen zou zijn.
In heel Hongarije dreigen al met al meer dan 110.000 eigenaars door het besluit getroffen te worden. Tja, zei een ambtenaar tegen de krant: we zeggen al jaren tegen gemeenten dat ze geen bouwvergunningen in die gebieden moeten afgeven. Alleen: veel van de huizen waar het omgaat, zijn geen één of twee jaar, maar vijftig of honderd jaar oud.
Dat een huis in overstromingsgebied staat, wordt officieel aangetekend in het kadaster. Die officiële bestempeling heeft een aantal consequenties: verzekeringen zullen zeker minder happig zijn om zo'n pand te verzekeren, ook al heeft het de afgelopen eeuw niet onder water gestaan. Verder mogen gemeenten geen bouwvergunningen verstrekken voor terreinen en panden in overstromingsgebied. Er is wat voor te zeggen om dicht bij de rivier geen nieuwe bouwvergunningen af te geven, maar het maakt verbouwen ook moeilijk. Kopers zullen er ook niet echt blij mee zijn.
Maar de belangrijkste consequentie, en vermoedelijk de echte reden van het besluit, is dat de staat zich onttrekt aan iedere verdere verantwoordelijkheid voor zulke gebieden. Die hoeft geen geld meer uit te trekken voor dijkversterking, of voor noodhulp aan getroffen huizenbezitters. Had je maar niet in een gebied moeten gaan zitten dat we achteraf als overstromingsgebied bestempelen. Zonder financiële compensatie, wel te verstaan.
Bijna was die maatregel doorgevoerd, zonder dat iemand het had opgemerkt. Gelukkig was er een oplettende MDF-politicus, die - luttele dagen voordat de termijn om bezwaar te maken verstreken was - aan de bel trok. Sindsdien broeit en pruttelt het in de Donaubocht.
Een haastig bij elkaar geroepen buurtvergadering trok een paar honderd belangstellenden . Aanvankelijk zou de bijeenkomst plaatsvinden in een klaslokaal in een naburige school, maar de opkomst was - tot verbazing van de organisatoren - zo groot, dat er uitgeweken moest worden naar de gymzaal.
Er was een hoop onrust, er waren een hoop vragen, en er waren mensen die het helaas niet laten konden: de regering had het niet goed gedaan, de socialistische burgemeester van Vác kreeg de schuld. Die had, het moet er bij worden gezegd, de gemeentesecretaris had gestuurd naar deze, naar bleek, door Fidesz en MDF-politici georganiseerde bijeenkomst. En zo dreigt ook zo'n kwestie weer een aanleiding te worden om het eigen politieke straatje schoon te vegen, in plaats van gezamenlijk actie te voeren.
Eén klein succesje heeft de bijeenkomst in ieder geval opgeleverd: er schijnen inmiddels zoveel protestbrieven bij het betreffende bureau te liggen, dat de termijn om te bezwaar aan te tekenen maar heeft verlengd. Verder heeft de burgemeester in een brief aan de minister geprotesteerd tegen de schending van het grondwettelijk gegarandeerde recht op eigendom. Het muisje krijgt nog wel een staartje. Maar ik vermoed dat we nog wel wat buurtvergaderingen te gaan hebben.

Geen opmerkingen: