vrijdag 2 januari 2009

KERSTMIS 1988

'Het is alleen maar slechter geworden. We hadden het beter onder het communisme'. Zoveel Hongaren zijn overtuigd van de waarheid van deze uitspraak, dat je het zelf haast zou gaan geloven. Ik wil het niet hebben over wat de komende jaren zullen brengen, want koffiedik kijken kan ik niet en misschien brengt de huidige krisis ons daadwerkelijk alle rampen die doemdenkers voorspellen, maar dat het de afgelopen jaren allemaal alleen maar slechter is geworden, is een stelling die ik waag te bestrijden. Ben ik de enige die me het eentonige aanbod in de winkels herinnert, de tien jaar wachttijd voor een Trabant of voor een telefoonlijn, het knorrige 'nincs' (is er niet) van de ober als je om de toch echt op het menu vermelde tomatensla vroeg (dat op hetzelfde moment bij de groenteman aan de overkant een berg tomaten in het raam lag te prijken, veranderde niets aan zijn bewering dat er geen tomaten waren), gevolgd door nog een aantal andere 'nincs', want pakweg de helft van de menukaart was meestal niet aanwezig.
Het is waar, Hongarije kende geen echte schaarste zoals Polen of Roemenie. Er was wc-papier, er was ondergoed, er was over het algemeen vlees, suiker, groente. Maar het werd allemaal van bovenaf gepland en de socialistische planeconomie had weinig gevoel, of weinig oor, voor de echte behoeften van de mensen. Er wás wc-papier (iets dat de Poolse planners niet voor elkaar kregen, reden waarom je Polen in Hongarije hun hele Fiatje 500 zag volladen met pakken en pakken papier om thuis te verkopen), maar er was maar één soort, hard en slechts één velletje dik. Er wás ondergoed, maar de modellen veranderden decennialang niet en waren vooral afstemd op ouden van dagen. Toen de eerste Westerse lingerieketen in Boedapest zijn deuren opende, stonden de kopers dan ook tot ver om de hoek te wachten op hun kans eindelijk een sexy BH te bemachtigen.
Uit statistieken blijkt dat vrijwel iedereen, ook de armste Hongaren, het tegenwoordig beter heeft dan in 1989 toen het communistische systeem op zijn einde liep. Niet voor niets hadden tal van mensen destijds twee, of zelfs drie baantjes (iets wat ze zich overigens alleen konden veroorloven, omdat het arbeidstempo in al die banen niet al te hoog lag). Ik kan me niet anders herinneren dan dat suppoosten in musea de pensioensgerechtigde leeftijd gepasseerd waren. Van een pensioen alleen viel vaak echt niet te leven.
Maar er is één belangrijk verschil met vroeger: toen had niemand echt veel, en moest je het met zijn allen doen met het beperkte aanbod dat de winkels boden. Juist omdat het aanbod beperkt was, was er minder reden om jaloers te zijn op mensen die het beter hadden dan jij. Zeker waren er inkomensverschillen, en verschillen in consumptiemogelijkheden, maar ze liepen minder in het oog dan vandaag de dag, al was het maar omdat de winkels met de echte luxe westerse importproducten niet vrij toegankelijk waren voor iedereen. Daar kon je alleen in als je westerse valuta had, en die waren voorbehouden aan een enkeling.
Een klein snufje van de 'goede oude tijd' is inmiddels te vinden bij de NAVA (77filmajandek.nava.hu), het Hongaarse audiovisuele archief dat een groeiend oude speelfilms en nieuwsitems op het web zet. Im het filmpje Karácsonyi élelmiszer kínálat (kerstvoedselaanbod, helaas alleen in het Hongaars) uit 1988 komt een officiele heer uitleggen waar de knelpunten in de levensmiddelenvoorziening dat jaar zitten. Er is, vertelt hij, in de eerste plaats een tekort aan producten waarvoor de grondstoffen uit het buitenland moeten komen, zoals bijvoorbeeld rozijnen. En ja, er is ook een probleem met margarine en meel, maar dat, zegt hij erbij, is niet typisch voor de kersttijd: net als aan vanillesuiker was daar in die jaren een 'chronisch tekort' aan. Het zet je met beide benen op de grond. Ook in de 'vrolijkste barak' van het communistische blok was het uiteindelijk maar behelpen.

Geen opmerkingen: