woensdag 14 januari 2009

SMOG

Gek genoeg schoot mij zondagochtend plots te binnen dat onze zoon, die in Boedapest in de winter altijd een verstopte neus had, sinds onze verhuizing naar Vác nauwelijks nog loopt te snotteren. Mijn gedachte had niets te maken met het smogalarm dat het gemeentebestuur van Boedapest die dag afkondigde, want ik was al dagen niet meer in de stad geweest. Maar het maakt wel duidelijk dat er ook zonder smogalarm iets mis is met de lucht in de Hongaarse hoofdstad.
Vanwege dat alarm mochten auto's nog maar beperkt rijden. Wie een nummerbord met een even eindgetal had, mocht of even dagen de straat op, wie een oneven kenteken had, op oneven dagen. Nauwelijks iemand hield zich aan de verordening, aangezien er geen wet is die politieagenten de mogelijkheid biedt automobilisten die op de verkeerde dag de weg opgaan, aan te pakken. Volgens deskundigen was het gemeentelijke besluit ook vanuit ander oogpunt niet het meest zinnige. Veel zinniger zou het geweest zijn de 15 tot 20 procent auto's aan te pakken die de meest vervuilende zijn.
Ik heb me altijd verbaasd over het feit dat mijn auto om de zoveel tijd een milieukeuring moet ondergaan, en ik desondanks af en toe achter roetwolken uitbrakende stinkbakken rij waarvan je ook zonder keuringsapparatuur kunt zien dat ze aan geen enkele norm voldoen. Ik woon inmiddels lang genoeg in dit land om dan meteen aan corruptie te denken, maar ik woon hier ook lang genoeg om te weten dat die Hongaarse reflex vaak te simpel is. Zo ook in dit geval, blijkt nu.
Er bestaan namelijk twee milieustickers voor auto's: een groene, voor auto's die aan de normen voldoen, en een gele, voor auto's die daar niet aan voldoen en die technisch zo in elkaar zitten dat het ook onmogelijk is om ze aan die normen te laten voldoen. Daaronder vallen Trabanten, Lada's, oude vrachtwagentjes en, helaas, ook de bussen van de BKV die afgelopen dagen wel mochten blijven rijden, hoewel ze dankzij hun catalisatorloze motoren fors bijdragen aan het fijnstof dat bij dit smogalarm de grote boosdoener was.
Curieus: je stelt een milieutechnische keuring voor auto's in, en als ze niet aan de normen kunnen voldoen, plak je er gewoon een ander stickertje op. Aangezien je in Hongarije geen wegenbelasting betaalt, is het onwaarschijnlijk dat de vervuilers extra belasting betalen of iets dergelijks.
Maar goed, die naar schatting 15 tot 20 procent van het Budapester wagenpark die met een geel stickertje rondrijden, zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de luchtvervuiling. Niet dat andere auto's niet vervuilen, maar een Trabant of Lada stoot pakweg tien keer zoveel viezigheid uit als een moderne auto, en die 15 tot 20 procent auto's zorgen samen dus voor evenveel, of meer vervuiling als alle nieuwe auto's bij elkaar.
Om die reden geldt in meerdere Duitse steden sinds 1 januari vorig jaar een verbod om met dat dat soort auto's (en andere oldtimers) in de binnenstad te rijden. In Berlijn leidde dat verbod nog tot demonstraties van Trabant-liefhebbers met DDR-nostalgie.
Overigens waren auto's bij dit smogalarm volgens deskundigen niet de enige factor. Het Russische gas, of beter het ontbreken daarvan, speelde ook een rol. Om gas te sparen, is de Boedapester electriciteitscentrale namelijk overgeschakeld op olie als brandstof. Dat draagt behoorlijk bij aan de grote hoeveelheden fijnstof in de lucht.
Onze zoon blijft de komende twee dagen in Boedapest logeren. Het zal mij benieuwen of-ie snotterend thuiskomt.

Geen opmerkingen: