vrijdag 9 januari 2009

EINDELIJK NIET MEER SNIKHEET

Het is koel in Westend, een van de grootste winkelcentra van Boedapest, of in ieder geval niet snikheet. Een graad of 22, in plaats van de gebruikelijke 26. De winkelmeisjes, die ook in januari nog met blote navels en strakke minirokjes achter hun kassa staan, hebben vandaag dan ook allemaal een verstandige trui en lange broek aangetrokken.
Maandag sjouwde ik nog in de bloedhitte door het gebouw, mijn dikke winterjas onder mijn arm geklemd, en mijn voeten kokend in een paar stevige winterlaarzen. Maar woensdagnacht werden de verwarmingsketels uitgezet. Vanwege de Oekrainse gaskrisis moet Hongarije gas besparen. De situatie is weliswaar bij lange na niet zo dramatisch als in Bulgarije en Bosnië, want Hongarije heeft de afgelopen jaren grote voorraden aangelegd. Maar om te zorgen dat die eventueel toch langer dan een paar weken meegaan, is er toch een bezuinigingsplan opgesteld. Woensdag kregen grote bedrijven te horen dat ze hun verbruik moesten verminderen, daarna volgden openbare gebouwen zoals winkelcentra. Werknemers die zaterdag moesten werken om een extra vrije dag tijdens de kerstperiode in te halen, hebben te horen gekregen dat die werkdag verschoven is naar maart.
De temperatuur in het Westend gaat nog verder zakken, zegt bedrijfsleider Péter Posch. Voorlopig staan de ketels echt uit. Wel is de luchtverversing aangepast, zodat de warmte uit de keukens van de restaurants, die tot nu toe regelrecht naar buiten werd geblazen, gebruikt kan worden voor verwarming. "Dat betekent misschien wat meer etensluchtjes, maar dat nemen we dan maar op de koop toe." Het streven is 20 graden, alleszins aanvaardbaar, sterker nog, dat is de binnentemperatuur die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aanraadt omdat bij hogere temperaturen mensen sneller last van astma krijgen. Maar de meeste Hongaren vinden het vreselijk koud. "Ik krijg het maar niet warm," zegt de verkoopster van kledingzaak Veniszia, die in haar winterjas achter de kassa kleumt.
Scholen, kantoren, woningen: overal is het 's winter minstens 25 graden. Soms kan dat niet eens anders: in veel flats en kantoren uit de communistische tijd kun je de radiatoren van de stadsverwarming niet laag draaien. "Soms is het bij ons thuis dik over de 25 graden. Dan zet ik maar een raam open," aldus schoonmaakster Erzsébet Daroczi die in een communistische hoogbouwflat in Obuda woont.
Maar ook als er wel knoppen op de verwarming zitten, is het meestal bloedwarm. In het kantoor van PXB, een kleine uitgeverij, staan alle radiatoren voluit open. Een deel van het personeel loopt er - deels noodgedwongen - bij alsof het hoog zomer is. Desondanks zit pal naast de verwarming een vrouw met een dik vest aan. „Heb je het koud?” vraagt ze bezorgd aan een collega die de radiator wat lager wil draaien.
Dat mensen buiten een dikke winterjas en thuis niet meer dan een t-shirt en een korte broek dragen, is heel gewoon. Dat blijft voorlopig ook wel zo. Bij zuinig gebruik heeft Hongarije voor maanden gas in voorraad. De huishoudingen worden in de noodmaatregelen van de regering gespaard en ijskoude woningen zoals in Bulgarije en Bosnie zijn niet echt te verwachten.
Energiebesparing is een geheel nieuwe gedachte voor de Hongaren, die decennialang ver onder de wereldmarktprijs gas van Rusland geleverd kregen. Hoe nieuw, daarvoor is het Westend zelf het sprekende bewijs. Het nog geen tien jaar oude pand heeft een prehistorisch aandoend verwarmingssysteem: het kan alleen maar aan of uit staan. Terwijl er tien jaar geleden toch ook al computers bestonden die in staat geweest zouden zijn om een verwarmingssysteem te besturen, kennen de ketels van Westend alleen een zomer- en een winterstand.
Dat verklaart ook de soms absurde wintertemperatuur, zegt Posch: „Ook als het gebouw vol mensen is en de zon op het glazen dak staat, staat de verwarming volop aan.” Nu is de bedoeling om de zaak te regelen door het systeem af en toe weer op te starten. De ketels worden pas weer opgestookt als de temperatuur duidelijk onder de 20 graden zakt. Het gasverbruik gaat daardoor van 140 kubieke meter gas per uur omlaag naar 40 kubieke meter. In maart wordt het systeem omgebouwd en van computers voorzien, die voor een constante, lagere temperatuur gaan zorgen. Dat heeft overigens niets met de gaskrisis te maken. "Dat hadden we vorige zomer al gepland," zegt Posch
Niet iedereen is overigens ongelukkig met een koeler Westend. Er zijn nog weinig klachten binnengekomen, zegt de mevrouw van de informatiebalie. „Van mij mag het zo blijven. Ik wist nooit waarheen met alle kleren die ik moest uittrekken,” meent Beatrix Buzá die met een vriendin een hamburger zit te eten bijde McDonalds. Maar de vriendin klaagt. Die stookt thuis tot 25 graden en heeft het dan nog koud. "Maar mijn man en zoontjes lopen altijd in een t-shirt door het huis," zegt ze erbij
Buzá houdt het thuis op 20 graden. Bewust. „Mensen doen alsof zaken als energie en water oneindig zijn, maar die kunnen op. Bovendien is veel stoken slecht voor het milieu. Wat dat betreft komt deze krisis misschien wel gelegen. Wie weet schudt het mensen eindelijk wakker dat er echt iets moet gebeuren. En 20 graden koud? Het is een kwestie van wennen, toch. Dan trek je toch gewoon een trui aan?”

Geen opmerkingen: