dinsdag 11 september 2007

EMIGRATIEWONDER

Hongaren zouden wat meer moeten emigreren. Dat doet namelijk wonderen voor je economie, zo leert het voorbeeld van Polen en Roemenië. Beide landen behoren tot de Centraal-Europese economische wonderkinderen. De Poolse werkloosheid is in één jaar met vier procent gedaald en nadert de tien procent. Een paar jaar geleden was dat nog 16 á 17 procent.
Roemenië heeft een werkloosheid van niet meer dan 4,5 procent. Beide landen kennen ook een forse economische groei. Roemenië behoort met 7,7 procent zelfs tot de top van Europa. De Roemeense huishoudelijke consumptie, een belangrijke groeifactor, stijgt van dag tot dag en ook de salarissen stijgen in ras tempo.
Heel fraai, zeker. Maar de vraag is natuurlijk hoe de Roemeense werkloosheidscijfers er uit zouden zien als de 2 miljoen Roemenen die nu in het buitenland werken, allemaal thuis een baan zochten. En hoe zou die indrukwekkende economische groei er voor staan als die 2 miljoen mensen niet ieder jaar pakweg 3,5 miljard euro naar huis stuurden? En de groei van de consumptie?
Met de verkiezingen in aantocht pochen de Poolse Kaczynski-broers over de enorme economische vooruitgang die Polen onder hun bewind heeft geboekt, maar, zoals de Poolse oppositiepoliticus Donald Tusk opmerkte na een speech van de premier over de economische vooruitgang: ,,Meneer de premier, tijdens uw speech van tien minuten hebben 11 Polen het land verlaten.'' Gemiddeld is de Poolse bevolking het afgelopen jaar drie jaar ouder geworden, want jonge en goedopgeleide Polen verlaten massaal het land.
Stel je voor dat 1 miljoen Hongaren naar het buitenland zouden vertrekken. Dat is een cijfer dat pakweg overeenkomt met de Roemeense emigratie van 2 miljoen. Als die jaarlijks 1,5 miljard euro naar huis zouden sturen, zouden de Hongaarse ecomomische cijfers er ook heel anders uitzien.
Dan zou de werkloosheid niet rond de 7 procent schommelen, maar heel wat lager. Dan zou de consumptie nog steeds stijgen, net als in de omringende landen. En dan zou de economische groei niet zo dramatisch terug zijn gevallen dat economische analysten voor het gevaar van stagnatie waarschuwen.
Er is overigens iets geks aan de hand met die groeicijfers. Terwijl de Hongaarse economische machine als geheel pas op de plaats maakt, gaat het met de investeringen namelijk helemaal niet zo slecht. Sterker nog, de investeringen in productiebedrijven, fabrieken dus, zijn het afgelopen half jaar met 30 tot 40 procent gestegen. Dat is een absolute topper en gelijktijdig een verklaring van het feit dat de Hongaarse werkloosheid ondanks de tegenvallende economie niet gigantisch aan het stijgen is.
Eén procent groei is uiteraard een verontrustend cijfer. Maar dat komt geheel voor rekening van de overheid, die moet bezuinigen en die dat - voor het eerst - daadwerkelijk doet door in te krimpen. Zo hebben begin dit schooljaar ruim 7000 leraren een baan verloren, een persoonlijk drama voor elk van hen, maar met een jaarlijks krimpend leerlingenbestand een operatie die eigenlijk al veel eerder plaats had moeten vinden.
Er wordt dit jaar in Hongarije voor 4 miljard euro aan buitenlandse investeringen verwacht, of waarschijnlijk nog meer, want alleen tussen januari en juni werd er vanuit het buitenland voor 2,5 miljard euro geïnvesteerd. Ter vergelijking: In Polen, een land dat het dus goed doet, wordt dit jaar voor 12 miljard aan buitenlandse investeringen verwacht. Dat is drie keer zoveel als in Hongarije. Toevallig is de Poolse bevolking ook drie keer zo groot als de Hongaarse.
Een feit is dat de gewone Hongaar van dat lichtpuntje op dit moment weinig merkt. Naast bezuinigingen dicht de regering het gat vooral door hogere belastingen en de meeste mensen hebben hun inkomen dit jaar dan ook achteruit zien gaan. Mensen in de overheidssector, en dat zijn er velen, zien zich bedreigd in een bestaan dat tot voor kort het toppunt van zekerheid leek.
Maar of die moeilijkere tijden hen tot emigratie zal bewegen, is overigens twijfelachtig. Hongaren verhuizen nu eenmaal niet graag. Dat verklaart ook, waarom de werkloosheid in Oost-Hongarije ruim 20 procent is, terwijl in Boedapest niet meer dan 4,5 procent van de mensen een baan zoekt en de autofabrieken in Györ hun arbeiders per bus uit de verre omgeving moeten aanslepen omdat rond de stad zelf nauwelijks een werkloze te vinden is.

Geen opmerkingen: