dinsdag 12 juni 2007

STRAATNAMEN TE KOOP

De naam van het dorpsplein is niet te koop, zegt burgemeester Gábor Ivády. Maar wie er geld voor over heeft, is meer dan welkom om zijn naam te geven aan een van de acht dorpsstraten in Ivád die vernoemd zijn naar beroemde Hongaren als dichter Petöfi of de revolutionair Kossuth. Het dorp van 480 inwoners heeft zijn straatnamen in de verkoop gedaan.
Ivád is straatarm. Het ligt in Noordoost-Hongarije, in een van de armste regio’s van het land. Veel inwoners werkten vroeger in de inmiddels gesloten mijnen en zijn afhankelijk van een gemeentelijke uitkering. Bedrijven die gemeentebelasting betalen, zijn er niet en de rijksbijdragen aan de gemeente gaan ieder jaar omlaag. Toen het dak van de kleuterschool lekte, meldde zich gelukkig iemand met een stapel tweedehands dakpannen, want geld voor reparatie was er niet. Twee weken sloeg de bliksem in het gemeentehuis....
Hoe dat gerepareerd moet worden, is nog onduidelijk.
Ieder jaar moet Ivád bij het rijk aankloppen voor extra steun, simpelweg om de lopende kosten te dekken. Geld voor renovatie van de straten, laat staan voor de bouw van stoepen of een riolering is er niet. Maar wat het dorp wel heeft, is een creatieve burgemeester. Gábor Ivády liet een carrière bij een internationaal reclamebureau schieten voor het burgemeesterschap, nadat hij verliefd raakte op het dorp waar zijn grootmoeder woonde. Hij behandelt Ivád nu als nieuw PR-project. ,,Hoe kleiner een gemeente is, hoe inventiever je als bestuurder moet zijn’’, zegt hij.
En zo kwam hij op het idee om de lokale straatnamen te verkopen. Alleen de naam het dorpsplein is onaantastbaar, want dat is vernoemd naar wijlen Sándor Ivády, Olympisch kampioen waterpolo en daarnaast familie van de burgemeester en van pakweg de helft van de overige inwoners, die allemaal Ivády heten en allemaal familie van elkaar zijn. ,,Om de grond in de familie te houden, zijn de Ivády’s eeuwenlang onderling getrouwd,’’ zegt Ivády, ,,Er zijn meer dan dit soort dorpen in Hongarije. Dat leidt vaak tot inteeltproblemen, maar gelukkig zijn we in Ivád allemaal gezond.’’
De prijs van een Ivádse straat hangt af van de lengte. Met 400 euro per strekkende meter moeten belangstellenden tussen de 96000 en de 242000 euro neertellen om zich de komende 300 jaar te verzekeren van een straat met hun naam. Aanvankelijk hoopte de burgemeester hij dat internationale sterren geïnteresseerd zouden zijn. Maar afgezien Alain Delon reageerde geen van de aangeschreven beroemdheden, en de Franse filmster had geen belangstelling.
Nu denkt Ivády eerder aan grote bedrijven als klanten. Dat biedt ook andere mogelijkheden, zegt hij. ,,Als Philips bijvoorbeeld een Philipsstraat zou willen, zou ik daar waarschijnlijk niet eens geld voor vragen, maar de elektronica die nodig is om ons dorp van een goede webcam te voorzien en zo meer naamsbekendheid te bezorgen. Voor zo’n bedrijf zou het een stunt zijn, net zoiets als bijvoorbeeld een kantoor openen in Second Life: dat trekt publiciteit, voor een veel lager bedrag dan welke reclamecampagne dan ook.’’
Het stratenplan is maar een van zijn vele ideeën. Om de kleuterschool van een nieuwe speeltuin te voorzien, startte hij eind vorig jaar op het internet een ruilactie, geïnspireerd door een nieuwsbericht over een jongen die via internetveilingsite eBay een paperclip had weten te ruilen voor een huis. Ivády bood een vlaggetje met een gemeentewapen ter waarde van 2 euro aan, kreeg daarvoor een door Belgische bonbons, die hij weer ruilde voor een klok, een thermoskan, een modem, een tafel…
Op zeker moment kreeg een radiostation lucht van zijn actie. De daaropvolgende publiciteit zorgde voor steun van een aantal grote bedrijven, zodat Ivád er een speeltuin van 7 miljoen forint (zo’n 27500 euro) aan overhield.
Zijn idee om als dorp biologische groente voor de verkoop te gaan verbouwen, is minder exotisch, maar zijn wens om een parachutistenbrevet te halen maakt onderdeel uit van zijn wildere plannen. Springen lijkt hem eigenlijk wel eng, zegt hij, maar hij denkt dat het dorp er geld mee kan verdienen.
,,Als burgemeester mag ik mensen trouwen en veel bruidsparen willen iets bijzonders van hun huwelijk maken. Je hebt parachutisten die in een vliegtuig trouwen, vlak voor de sprong, of net na de landing. Als ik meespring, kan ik het huwelijk in de lucht voltrekken. Dat wordt nergens gedaan en dat moet toch belangstelling trekken. En als we als dorp dan ook nog het huwelijksfeest kunnen organiseren, dan hebben we tenminste een bron van inkomsten.’’
Hij wordt door andere burgemeesters vaak bekritiseerd omdat hij zijn functie te commercieel zou aanpakken. Onzin, vindt hij. ,,Wat is er tegen om commercieel te denken bij het besturen van een dorp in geldnood? Dat is gewoon jaloezie.’’


Geen opmerkingen: