donderdag 18 mei 2006

MILIEU BLIJFT ONDERGESCHOVEN KIND IN ROEMENIË

Het station van Copsa Mica is weinig meer dan een spoorwegemplacement vol goederentreinen. Daarachter staat de twee fabrieken die het leven én de gezondheid van Copsa Mica’s inwoners sinds decennia bepalen. Om het complex hangt de geur van kolengruis.
Rechts tekent het vervallen Carbosin pikzwart af tegen de hemel. Tot aan de sluiting in 1993 was de wijde omgeving van Carbosin, dat de kleurstof koolzwart produceerde, net zo zwart als het bedrijf zelf. Links staat de lood- en zinksmelterij Sometra. De vervuiling daarvan is minder zichtbaar, maar Sometra, inmiddels eigendom van een Griekse investeerder, zorgt voor de zwaarste milieuproblemen in Copsa Mica.

De nieuwe eigenaar heeft weliswaar enige milieumaatregelen genomen, maar aan de EU-normen voldoet Sometra, dat lood, zink en cadnium uitstoot, nog lang niet. Jaarlijks krijgen enkele tientallen mensen in de omgeving acute loodvergiftiging. Nieuwgeboren babies hebben al lood in het bloed en schoolkinderen zijn te klein en hebben leerachterstanden.
Copsa Mica is berucht, maar Roemenië telt tal van vergelijkbare fabrieken. Slechts een handvol bedrijven heeft sinds 1990 in milieumaatregelen geïnvesteerd. Dat de vervuiling desondanks minder is dan vroeger, komt vooral omdat veel verouderde bedrijven zijn dichtgegaan.
Daardoor verbeterde bijvoorbeeld ook in Boekarest de luchtkwaliteit de laatste jaren enigszins. Maar nog steeds is de situatie in de Roemeense hoofdstad slecht, deels vanwege het verkeer, dat ten dele nog op loodhoudende benzine rijdt.
Roemeense ambtenaren zullen niet snel volmondig toegeven dat Roemenië bij lange na niet kan voldoen aan EU-milieunormen. ,,De luchtkwaliteit in Boekarest is goed, beter dan in andere Europese hoofdsteden’’, beweert Carmen Stupara, directeur van het het regionale milieubeschermingscentrum van Boekarest.
Maar Roemenië heeft niet voor niets tot 2015 bedongen om op milieugebied de zaken op orde te krijgen. Klaus Rehda, namens de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt verbonden als adviseur aan het regionale milieubeschermingscentrum, heeft zelfs twijfels over de haalbaarheid van die termijn. ,,Roemenen zelf geneigd zijn de zaken veel rooskleuriger te zien dan ze in werkelijkheid zijn. Wettelijk lijkt alles prachtig in orde, maar om de richtlijnen in praktijk om te zetten, vergt nog enorme inspanningen’’, zegt hij.
De Roemenen rekenen jaarlijks op 400 tot 500 miljoen euro steun vanuit de EU. Dat geld wordt, zegt Rehda, het drukmiddel om ook na de Roemeense toetreding tot de EU concrete milieumaatregelen af te dwingen. ,,Maar het zal, ook vanwege de corruptie onder controlerende ambtenaren, heel moeilijk worden om bedrijven tot echte maatregelen te dwingen’’, vreest hij.
Druk vanuit de bevolking is er nauwelijks. De Roemeense milieubeweging is klein en onmachtig. Voor veel mensen staat behoud van hun baan voorop, en milieumaatregelen gaan vaak gepaard met vernieuwing van de productie en dus met ontslagen.
Dat geldt ook voor Copsa Mica, waar zo’n al met al 10000 mensen de afglopen dertien jaar hun baan verloren. Zestig procent van de bevolking is werkloos en alternatieven zijn er niet. De landbouw biedt geen uitweg. De loodvervuiling is zo hoog, dat de agrarische producten uit de buurt niet verkocht mogen worden. Dus eten mensen die spullen zelf maar. Voor velen is de consumptie van hun eigen, met lood en cadnium vergiftigde producten de enige manier om te overleven.
Van Sandor Marai tot Magda Szabo<br>Jastrzebska, J.
Van Sandor Marai tot Magda Szabo
Jastrzebska, J.



Geen opmerkingen: