dinsdag 6 november 2018

Geen Mandelaplein in Boedapest. En Ady Endre?

Ady dichter:
te weinig vaderlandslievend?
Boedapest krijgt toch geen Nelson Mandelaplein. Eind augustus besloot de gemeenteraad unaniem dat een tot dan toe naamloos parkje in het elfde district de naam van de Zuid-Afrikaanse Nobelprijswinnaar en president zou krijgen. Maar protesten van extreemrechts gooiden roet in het eten. Een Hongaars park benoemen naar een ‘zwarte Afrikaanse communist’ kon niet, meende László Toroczkai, leider van de extremistische ‘Ons Huis’-beweging, die eerder bekendheid verwierf met acties tegen zigeuners en asielzoekers.
De Kervel- en de Kardemomstraat waar de gemeenteraad die dag ook over besloot, zorgden voor geen enkel probleem, maar dat het Mandelapark lastiger lag, bleek meteen al: de burgemeester van de deelgemeente wilde de nieuwe naam zekerheidshalve ook aan de deelgemeenteraad voorleggen.
Nog voor die zich erover kon buigen, beschuldigde Toroczkai Mandela van antiblank terrorisme. Met succes. Dat Mandela in Zuid-Afrika juist als verzoener geldt en hem zeker niet voorgeworpen kan worden dat hij ooit, zoals Toroczkai beweerde,  'kill the whites' heeft geroepen, voorkwam niet dat veel deelgemeenteraadsleden begonnen te twijfelen. Daarom besloot de raad de bewoners te raadplegen.
Zover kwam het uiteindelijk niet: István Tarlos, burgemeester van Boedapest, greep in en besloot dat het parkje beter gewoon een andere naam kon krijgen. De keuze viel Etele Park. ‘Een anticommunistische overwinning!’ juichte Toroczkai op Facebook. Maar of het park daarmee een vreedzamere naamgever heeft gekregen dan Mandela, mag zeker worden betwijfeld. Etele is de oude naam van Attila - de Hunnenleider wiens naam mensen in Europa eeuwen later nog schrik injoeg.
Over de doden in principe niets dan goeds, maar als ze iets met politiek of cultuur te maken hebben, doen ze er tegenwoordig beter aan niet links te zijn. Deze zomer kwam een tentoonstelling van de Mexicaanse schilderes Frida Kahlo onder vuur te liggen. Reden: haar trotskistische sympathieën. Volgens regeringskrant Magyar Idök was haar werk communistische propaganda en daarom was het een schande dat er staatssubsidie naar de organisatie van die tentoonstelling was gegaan.
De Mexicaanse ambassade protesteerde en Kahlo blijft tot sluitingsdatum in de Nationale Galerij. Maar museumdirecteuren weten dat ze zich zulke kritiek beter kunnen aantrekken, gezien de ervaringen van de directeur van het literatuurmuseum die onlangs ‘vrijwillig opstapte’ na aanhoudende beschuldigingen in dezelfde regeringskrant dat hij (ook) aandacht aan links-liberale schrijvers gaf.
Sommige burgemeesters zullen zich achter hun oren krabben over de Ady Endrestraat die je in haast iedere gemeente aantreft, nu Magyar Idök ook deze dichter en journalist onder schot heeft genomen. Ady, die in 1919 overleed, was noch zwart, noch communist. Zijn populariteit dankte hij vooral aan zijn vernieuwende liefdesgedichten. Daarnaast was hij een pacifist die weinig op had met het rabiate nationalisme van die dagen. Hoogste tijd, aldus de krant, om meer vaderlandslievende kunstenaars naar voren te schuiven, want met zulke voorbeelden bouw je geen christelijk Hongarije op.

Geen opmerkingen: