zondag 31 januari 2016

Voor de rechter

Foto Runa Hellinga
Voor de rechter
Halverwege de zitting wordt het de Cubaan Joel Q. even te machtig en slaat zijn astma toe. Frummelend met geboeide handen haalt hij een inhalator uit zijn jaszak. Naast hem zit zijn medeaangeklaagde, de Bengali Mohammed R., ingehouden te snikken. Zijn tolk stopt hem een zakdoekje toe om zijn tranen te drogen.
Ze zijn met zijn drieën, de verdachten in de kleine, kale zittingskamer in de rechtbank in Szeged. De Cubaan en de twee Bengali worden alle drie ervan beschuldigd dat ze als vluchteling illegaal het hek dat de Hongaars-Servische grens afsluit, zijn gepasseerd. Volgens de Hongaarse wet kunnen ze drie jaar gevangenisstraf krijgen. 
Het moment dat zijn tolk die strafmaat vertaalt, begint Mohammed R. te huilen. Rechter Kristian Kemenes kijkt niet onvriendelijk op, maar gaat daarna onverstoorbaar verder met afratelen van wetsartikelen en andere standaardformuleringen. Hij kan de teksten duidelijk dromen. Geen wonder: iedere week worden enkele tientallen mensen aan het hek opgepakt en hooguit twee dagen later voor de rechter gebracht. Op het moment dat deze zaak speelt, staan ergens hoger in het gebouw nog vijf mannen voor hetzelfde misdrijf terecht.
De openbaar aanklager zet er hetzelfde tempo in, de pro deo advocate spreekt weliswaar langzamer, maar neemt ook niet veel tijd. Haar 'verdediging' duurt misschien anderhalve minuut. Vragen heeft ze niet. De tolken kennen het klappen van de zweep. Ze maken zich niet druk om een exacte vertaling van alle wetsartikelen, maar beperken zich de hoofdpunten: de vragen van de rechter,  het pleidooi en dingen zoals de eis en de motivatie van het oordeel en de antwoorden van de verdachten,
Niet dat die veel te zeggen hebben. De twee Bengali, die zonder papieren het land in zijn gekomen, willen niets kwijt behalve dat hun einddoel Italië was. Joel Q. is spraakzamer. De 42-jarige elektricien heeft behalve astma een maagzweer. In Cuba heeft hij een vriendin en twee zoons. Hij zoekt een beter leven en wil na het proces alsnog politiek asiel in Hongarije aanvragen. Hij is, vertelt hij na afloop, in december naar Moskou en daarna naar Servië gevlogen, twee van de weinige landen waar een Cubaan zonder visum heen kan. Pas het laatste stuk van de tocht was illegaal. Net de Bengali is hij door een mensensmokkelaar onder het hek langs de grens door geholpen.
Tolk Gergely Salay zegt dat hij wekelijks een paar Cubanen voorbij ziet komen. Verder ziet hij tijdens de processen vooral Afrikanen, Pakistani en Bengali, allemaal mensen die, in tegenstelling tot Syriërs, Irakezen en Afghanen, geen kans maken via Slovenië als erkende asielzoeker Oostenrijk binnen te komen. De kanslozen gebruiken mensensmokkelaars, en dan is de route via Hongarije de snelste weg naar het Schengengebied, ondanks het hek en mogelijke gevangenisstraf.
Na een schorsing van een paar minuten, net genoeg voor een plaspauze, komt Kemenes met zijn vonnis. Los van eventuele reden om te vluchten, zegt hij, als je ergens een hek staat en je wordt niet uitgenodigd om binnen te komen, dan weet je dat je inbreekt en weggestuurd zult worden. Hij veroordeelt de mannen dan ook conform de eis tot drie jaar en uitwijzing uit Hongarije. Niet per se in die volgorde, zoals de rechter zelf aangeeft. De Hongaarse staat heeft geen enkele behoefte de mannen drie jaar lang te huisvesten. Uitwijzing staat voorop, de gevangenisstraf is niet bedoeld om uit te voeren en moet vooral afschrikken. 
De enige hapering daarbij is dat Servië weigert de uitgewezenen terug te nemen, tenzij dat burgers van een van de voormalige Joegoslavische republieken zijn. "In praktijk komt het erop neer dat ze maanden in een detentiecentrum worden opgesloten," zegt advocate Timea Kóvacs van het Hongaarse Helsinkicomité, dat een procedure in Straatsburg is begonnen tegen de gang van zaken bij de processen.
Alleen mannen worden echt opgesloten, voegt ze toe, vrouwen en kinderen verblijven in meer open faciliteiten, zij het wel met bewaking en zonder voorzieningen als onderwijs.Officieel gaan ook de mannen trouwens niet de gevangenis in, maar komen ze terecht in een vluchtelingendetentiekamp. De verschillen zijn miniem, zegt Kóvacs. "Je mag het geen gevangenis noemen, maar dat is het in feite wel." Als na enkele maanden vaststaat dat mensen echt niet uitgezet kunnen worden, gaan ze volgens haar uiteindelijk naar een van de open kampen in West-Hongarije. "Daar zijn mensensmokkelaars actief die alsnog transport naar West-Europa organiseren."

Geen opmerkingen: