Een behoeftige in een perifeer dorp |
Zoltan Balog, een gereformeerde dominee die minister van menselijke hulpbronnen is (op zich al een curieuze benaming, ook in het Hongaars) zei een paar maanden geleden al dat hij het woord ‘terhesség’ (zwangerschap) liever zag verdwijnen. Die Hongaarse term suggereert een last, maar in een land dat graag zoveel mogelijk kinderen wil, is zwangerschap natuurlijk geen last, maar een lust.
Na het uitlekken van de lijst trokken media onmiddellijk de vergelijking met ‘Newspeak’, de taal die in het boek ‘1984’ van George Orwell werd ontwikkeld om de gedachten van de burgers te controleren en in te dammen. Maar dat is uiteraard niet de bedoeling, aldus een woordvoerder van het ministerie tegenover de nieuwssite VS.hu, die de hand op de e-mail wist te leggen. We moeten de lijst zien als een ‘wegwijzer’ die helderheid en eenheid in de communicatie binnen het ministerie moet scheppen.
Dat zal toch even wennen worden voor de ambtenaren, want niemand had het tot nu toe over ‘perifere dorpen’ als het om dorpen ging waar vooral of uitsluitend zigeuners wonen. Segregatie was de normale term. Maar vanaf nu wonen zigeuners dus in de periferie. Die perifere dorpen zijn trouwens geen arme dorpen, maar onderontwikkelde dorpen. Het ministerie doet ook niet meer aan armoedebestrijding, maar aan sociale convergentie. En er wonen geen families meer met ‘veel’ kinderen, alleen maar met ‘meer’ kinderen. Over helderheid gesproken.
Sommige van de nieuwe begrippen zijn duidelijk een inhaalslag in politieke correctheid. Zo mogen invalide en gehandicapt niet meer. Die termen zijn vervangen door termen in de geest van ‘mensen met een beperking’. Voor ‘vak’ (blind) moet het synoniem ‘világtalan’, worden gebruikt, letterlijk licht- of wereldloos en blijkbaar minder aanstootgevend.
Maar andere termen zijn duidelijk bedoeld om beleid te verfraaien of te verbloemen. Zo moeten medewerkers het woord voetbalstadion vermijden. Sportfaciliteit is de gewenste term. Voetbalstadions liggen namelijk politiek gevoelig. De afgelopen vier jaar zijn krankzinnige bedragen besteed aan de bouw van stadions, waaronder een peperduur ministadion met 3000 zitplaatsen in het dorp waar premier Viktor Orbán vandaan komt. Die zitplaatsen waren alleen bij de opening ooit vol. Ook de andere nieuwe stadions staan leeg, een feit dat de oppositie graag benadrukt. Vandaar dus liever: sportfaciliteiten.
Sommige gewraakte termen geven aardig aan hoe de beleidsmakers werkelijk over zaken denken. Aangezien vrouwen meer kinderen moeten krijgen, is het logisch dat ze eigenlijk thuis horen te zitten. Gelijke kansen zijn dan ook niet echt gewenst. De voorkeursterm is daarom hetzij “sociale gelijkheid” of “een harmonische samenwerking tussen man en vrouw”. Als het met die harmonische samenwerking nou niet zo botert en er thuis op los gemept wordt, mag niet meer gesproken worden over familiegeweld (de normale Hongaarse term), maar - ongetwijfeld politiek veel correcter - over ‘geweld binnen relaties’.
Hongarije heeft trouwens in toekomst geen maatschappij meer, maar een ‘Hongaarse gemeenschap’ en het Hongaarse volk gaat vanaf nu door het leven als ‘Hongaarse natie’. Dat geeft reden tot nadenken, want zigeuners, die meestal als minderheid werden aangeduid, zijn vanaf nu ook
een natie, de Roma natie, en worden daarmee apart gezet van de Hongaren. Of de Hongaarse gemeenschap wel een plek voor hen heeft, is afwachten. Anders blijven ze dus voor eeuwig in de periferie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten