woensdag 29 januari 2014

"Dat doen ze in Finland ook"

Nieuwe Hongaarse staatsburgers: stemmen per post
"Dat doen ze in Finland ook," zegt de voorzitster van het Hongaarse Nationale Verkiezings Comité als ze geen antwoord weet op de vraag waarom er bij de komende verkiezingen een onderscheid wordt gemaakt tussen Hongaren die tijdelijk in het buitenland verblijven, en 'nieuwe Hongaren'. Die nieuwe Hongaren wonen in met name in de buurlanden. Ze kunnen dankzij de huidige regering tegenwoordig de Hongaarse nationaliteit konden aanvragen en en mogen bovendien stemmen bij de verkiezingen van 6 april.
Het onderscheid? Die nieuwe Hongaren, die meestal nooit in Hongarije hebben gewoond, kunnen per brief stemmen. De anderen, de pakweg een half miljoen Hongaren die in Hongarije geboren en getogen zijn en tijdelijk vanwege studie of werk in het buitenland leven, moet of naar huis gaan, of de moeite nemen om naar een consulaat of ambassade te reizen en daar hun stem uit te brengen. Het is even een verschil: even naar de brievenbus op de hoek lopen, of honderden kilometers moeten reizen om je stem uit te brengen. Los van de vraag of een ambassade als die in Londen, waar inmiddels vele tienduizenden Hongaren werken, het aankan als al die mensen echt willen stemmen.
Dat heeft allemaal weinig met Finland te maken, maar de voorzitster van het Verkiezingscomité zal vast wel gelijk hebben dat de Finnen ook naar de ambassade moeten, willen ze stemmen. Er is dus helemaal niets mis met het feit dat Hongaren dat ook moeten - behalve dat voor die nieuwe Hongaarse staatsburgers andere regels gelden. Sommige Hongaren zijn meer gelijk dan anderen, zullen we maar zeggen. Je zou haast vergeten dat regeringspartij Fidesz ooit heeft gezegd dat ze Hongaren over de grenzen wel het staatsburgerschap wilden geven, maar stemrecht? Natuurlijk niet!
Voer een gesprek met iemand die iets hoogs is in de regering, regeringspartij Fidesz of een of andere staatsorganisatie, wees kritisch over een bepaalde maatregel, en gegarandeerd komt op zeker moment ergens het zinnetje "dat doen ze in ...... ook". Een beetje modern bedrijf gaat op zoek naar "best practices" bij andere bedrijven, dingen waar je van kunt leren. Dat doet de Hongaarse regering overduidelijk ook, al lijkt "worst practices" vaak een betere omschrijving.
Vrijwel iedere Hongaarse wet die de afgelopen vier jaar werd aangenomen en bekritiseerd, heeft ergens in Europa wel een tegenhanger waarnaar de Hongaren kunnen verwijzen. Dat is logisch, want Europa is natuurlijk een beetje samengeraapt zooitje, dus voor iedere praktijk, goed of kwaad, vind je wel een voorbeeld elders. Dat maakt het voor Brussel soms ook zo moeilijk om kritiek te hebben: bekritiseer je Hongarije, dan bekritiseer je feitelijk meteen ook Frankrijk, waar de staat ook een enorme vinger in de economische pap heeft. Of Duitsland, dat vele jaren lang ook erg gul was met zijn staatsburgerschap. Om maar een paar voorbeelden te noemen.
Op zich is er niets mis met kijken hoe ze het elders doen. Het zegt alleen veel over jezelf wat je daarvan oppikt. Wie het onderwijs bijvoorbeeld wil hervormen, kan besluiten zich te spiegelen aan - alweer - de Finnen. Die hebben een systeem waarbij scholen zoveel vrijheid krijgen dat ze hun eigen curriculum mogen vaststellen. De leerdruk is ingeperkt en zijn leraren pedagogisch zeer hoog opgeleid. Finland scoort er goed mee: het behoort tot de wereldtop als het op onderwijsresultaten gaat.
Of je kunt natuurlijk kijken naar het buitengewoon rigide schoolsysteem van Frankrijk, met zijn staatsscholen die bestuurd worden door een centrale overheidsorganisatie die alles bepaalt. Het is een systeem met zeer veel nadruk op klassieken en op uit het hoofd leren en met weinig ruimte voor onderwijskundige vernieuwingen. Het stamt uit het begin van de vorige eeuw, maar wie de Hongaarse 'onderwijsvernieuwingen' bekritiseert, krijgt al snel te horen dat Frankrijk toch ook zo'n centraal systeem heeft. Er is overigens één wezenlijk verschil: op Franse scholen is geloof absoluut taboe, hier is religie juist als verplicht vak ingevoerd. Maar ook dat heeft zijn voorbeeld: op Duitse scholen behoort religie tot de normale onderwijsvakken.
Meestal, moet erbij worden gezegd, worden de praktijken uit andere landen creatief geïnterpreteerd en worden essentiële zaken niet overgenomen. Zo is de wijze waarop de leden van de Hongaarse media-autoriteit zijn benoemd, mede afgekeken van de Nederlandse mediaraad.  Alleen, als je dan vervolgens naar de taken, bevoegdheden en werkwijze van die autoriteit kijkt, blijkt al snel dat de overeenkomsten zeer oppervlakkig zijn. De Nederlandse mediaraad mag bijvoorbeeld geen boetes opleggen, laat staan boetes die zo hoog zijn dat ze daarmee een krant theoretisch tot de ondergang zouden kunnen veroordelen.
De nieuwe Hongaarse kieswet is grotendeels gebaseerd op een systeem dat in het Engels "first pas the post" wordt genoemd. Daarbij is er een districtenstelsel en één kiesronde. Wie in die ronde de meeste stemmen krijgt, krijgt de zetel voor het district waar hij kandidaat staat. Zelfs al heb je als partij maar 15 procent van de stemmen, als alle andere partijen er minder hebben, win jij. Als er heel veel partijen meedoen, kan het ertoe leiden dat een partij die over het geheel genomen eigenlijk helemaal niet zoveel stemmen heeft, maar overal wel net de grootste is, uiteindelijk met een overweldigende meerderheid in het parlement belandt. Daarom zie je bij dat soort systemen meestal maar twee, hooguit drie partijen meedoen.
First past the post kennen ze in anderen landen ook, bijvoorbeeld in Engeland, zullen Fidesz-politici je vertellen. Maar, zoals altijd met dit soort overeenkomsten, er is een wezenlijk verschil: Engeland kent een Upper en een Lower House. Nieuwe wetten moeten in beide huizen worden goedgekeurd, en dat haalt de scherpe kanten van zo'n overweldigende meerderheid af. In Hongarije heeft het parlement de almacht.
Theoretisch kan het Constitutionele Hof bepaalde parlementaire besluiten ongedaan maken. Zo hadden ze dat ook bedoeld toen er eind 1989 een overeenkomst werd gesloten tussen de communistische regering en de gezamenlijke oppositie over een nieuw politiek stelsel: dat Constitutionele Hof moest het tegenwicht vormen tegen de ene Kamer. Alleen hield niemand rekening met een parlement dat belangrijke besluiten van dat Hof gewoon ongedaan maakt door de Grondwet te veranderen. Geen idee of daar elders in Europa een voorbeeld voor te vinden is.




Geen opmerkingen: