vrijdag 7 augustus 2015

Grenzen aan de propaganda

Foto Runa Hellinga
Vluchtelingen in Szeged
Begin deze week begon Hongarije met de bouw van het omstreden 175 kilometer lange hek langs de grens met Servie dat bedoeld is om de groeiende stroom vluchtelingen die het land binnenkomen. Het wordt een spoedklus. Oorspronkelijk had het hek eind november klaar zullen zijn, maar eind augustus is nu het streven. Sinds premier Viktor Orbán zijn plannen voor een hek aankondigde, is het aantal asielzoekers namelijk omhoog geschoten. Opmerkelijk genoeg is het aantal Hongaren dat positief staat tegenover toelating van asielzoekers ondanks alle regeringspropaganda over de gevaren van immigratie in de laatste paar maanden overigens ook toegenomen.
Het hek, dat haast vier meter hoog moet worden, komt in twee soorten. In landbouwgebieden en bij bossen, waar mensen makkelijk de grens kunnen oversteken, komt een constructie die anderhalve meter de grond in gaat, met bovengronds drie meter fijnmazig hekwerk en daarop zeventig centimeter scheermesdraad van NAVO-kwaliteit. Maar een deel van de grens is moerasgebied, en daar volstaat een simpeler hekwerk met prikkeldraad bovenop.
Vorige week zijn er ook nieuwe wetten aangenomen die het aanvragen van asiel bijna onmogelijk maken. De procedure is ingekort tot enkele dagen, Servië, dat momenteel net zo overstroomd wordt door vluchtelingen als Hongarije, geldt vanaf nu als veilig opvangland en iedereen die als potentieel gevaar voor de Hongaarse veiligheid wordt gezien, wordt sowieso afgewezen.
Het illegaal oversteken van de grens wordt een misdaad waarop gevangenisstraf staat. Merkwaardig idee: mensen die je helemaal niet in je land wil hebben arresteren om ze vervolgens in een Hongaarse gevangenis vast te zetten. Die gevangenissen zijn nu al overvol, en bovendien, hoe slecht de omstandigheden er ook zijn, gevangenisstraf blijft voor de belastingbetaler een hele dure oplossing. Die wet heeft dan waarschijnlijk ook eerder een propandafunctie dan dat hij praktisch uitgevoerd gaat worden.
Dat er een probleem is, valt niet natuurlijk te ontkennen. Momenteel steken dagelijks gemiddeld duizend mensen via bos en veld de Hongaarse grens over. Zonder maatregelen komen dit jaar zo'n 300.000 mensen het land binnen. Het overgrote deel daarvan reist binnen luttele dagen door naar bestemmingen elders in Europa, maar dat neemt niet weg dat de vier Hongaarse vluchtelingencentra uitpuilen. Behalve een kleine 95 miljoen euro voor het hek heeft de regering daarom ook geld ter beschikking gesteld voor twee tijdelijke opvangkampen, overigens zonder de gemeenten waar die kampen moeten komen daar eerst over te raadplegen.

Ook Boedapest wordt de laatste weken overstroomd met asielzoekers op doorreis. Voor ieder station bivakkeren honderden mensen, vooral Syriërs, Afghanen, Irakezen en Bangladeshi. De situatie is inmiddels zo problematisch geworden dat de gemeente om hygienische en gezondheidsredenen crisisopvang heeft ingericht.
Maar mensenrechtenorganisaties en oppositie bekritiseren het hek als onmenselijke oplossing. Volgens hen zou er verscherpte grenscontrole, gecombineerd met humanitaire opvang en een fatsoenlijke asielprocedure, moeten komen. Dat is ook iets waar Europa geld voor ter beschikking stelt. De Hongaarse grensbewaking is beperkt, om nog maar te zwijgen over het feit dat de afgelopen tijd meerdere agenten zijn gearresteerd die zelf betrokken bleken te zijn bij mensensmokkel.
De eerste delen van het hek verrijzen daar waar vluchtelingen het makkelijkst de grens oversteken. Het leger voert de constructie uit, maar er worden ook werklozen ingezet die voor hun uitkering dienst moeten doen in een publiek werkprogramma. De extremistische burgemeester van het grensdorp Ásotthálom was de eerste om honderd werklozen voor het project ter beschikking te stellen.
Dan nog is de vraag of ze de einddatum gaan halen.  Volgens schattingen is eenvijfde van het haast 30.000 man tellende Hongaarse leger nodig om het hek op tijd af te krijgen. Een ander probleem is dat het bouwwerk niet precies op de grens komt, maar in Hongarije zelf, op grond van Hongaarse boeren. Daarom zijn in de afgelopen dagen per decreet 100 hectare land onteigend. De boeren kunnen naar de rechter, maar intussen wordt het hek wel gebouwd. Premier Orbán heeft laten weten dat vertraging geen optie is.
Eind juli kondigde hij op de zomeruniversiteit in het Roemeense Baile Tusnad, waar hij jaarlijks tegenover enkele duizenden aanhangers zijn politieke ideeen voor de toekomst uiteenzet, de versnelde bouw van het hek al aan. “Het gaat erom dat wat wij vandaag Europa noemen, behouden blijft. Wij willen dat Europa Europeaans blijft.” Immigratie is in Orbans ogen geen optie, zeker niet in zijn land, want: “Wij willen een Hongaars Hongarije behouden.”
De premier hamert constant op de risico's voor de veiligheid. Vluchtelingen zijn volgens hem crimineel, pikken het werk af en vormen de perfecte manier om terroristen Europa in te smokkelen. Volgens opiniepeilingen heeft die antibuitenlandercampagne voor zijn partij op dit moment het gewenste effect. 
Veel nieuwe stemmen trekt het beleid weliswaar niet, maar recente opiniepeilingen tonen wel aan dat de populariteitsdaling van Fidesz tot stilstand is gekomen. Dat wil zeggen: onder de totale bevolking is de populariteit van zijn partij iets verder gedaald, maar onder mensen die zeggen dat ze zeker gaan stemmen, is Fidesz weer iets populairder dan voorheen. Dat gaat vooral ten koste van de extremistische Jobbik, die voor het eerst in maanden niet gestegen zijn in de peilingen.

Maar de maandenlange propaganda tegen vluchtelingen heeft ook een andere kant: steeds meer mensen zetten zich in om humanitaire hulp te geven, en blijkens een recente opiniepeiling van opiniebureau Tarki is het aantal mensen dat niets van welke buitenlander dan ook wil weten, afgenomen van 46 proccent in april (het hoogste cijfer sinds de val van het communisme) tot 39 procent nu. 
Onder Hongaren die zelf over immigratie denken, ligt dat cijfer overigens, niet helemaal verrassend misschien, opmerkelijk veel lager: 12 procent van degenen die in het buitenland willen gaan werken en 17 procent van degenen die echt willen immigreren, staat zelf vijandig tegenover buitenlanders in Hongarije. Ook mensen met een hogere opleiding en mensen in West-Hongarije zijn aanzienlijk toleranter tegenover vreemdelingen.
Het aantal mensen dat iedere vluchteling wil toelaten, is gedaald, van negen naar vijf procent, niet zo gek gezien de aantallen die de grens overkomen. Maar 56 procent van  de mensen vindt dat er wel degelijk ruimte moet zijn om vluchtelingen op te nemen. Zelfs in een partij als Jobbik is nog altijd 44 procent van de aanhang voor een zekere toelating van asielzoekers. Dat is in totale tegenspraak met het regeringsbeleid, dat er op gericht is om geen enkele vluchteling toe te laten.


2 opmerkingen:

hanwil zei

Over propaganda gesproken. Dit blogje bestaat uit niets anders dan dat! Cijfertjes zijn uit de lucht gegrepen. Niets is onderbouwt alleen afbraak schrijfsel tav Dhr. Obán.
Riooljourno's hebben we genoeg.

Runa Hellinga zei

Beste Hanwil,

Als de cijfers volgens jou uit de lucht gegrepen zijn, stel ik voor dat je daarover bij de regeringsvoorlichters gaat klagen wat betreft de cijfers over de aantallen vluchtelingen, want die cijfers komen daar vandaan, net als trouwens de citaten van Orbán. Voor de andere cijfers, over partij voorkeur en mening over buitenlanders zou ik bij opiniebureau Tarki gaan klagen, dat al sinds 1990 jaarlijks onderzoekt hoe Hongaren over buitenlanders denken en daarnaast politieke opiniepeilingen houdt.
Dat die cijfers jou om een of andere reden niet bevallen, betekent nog niet dat ze door mij verzonnen zijn.