zaterdag 8 september 2012

De wind uit het Oosten

De economische wind waait volgens de Hongaarse premier Viktor Orbán uit het oosten. En daarom haalt hij de banden met Azië strakker aan. Orbán bezocht in de afgelopen tijd landen als Rusland, China, Kazachstan en Azerbeidzjan. Maar goede relaties met autoritaire Aziatische staten hebben hun prijs. De overdracht van de Azeri Ramil Safarov, die in 2004 tijdens een cursus Engels in Boedapest een slapende Armeense medecursist met een bijl vermoordde, is daar één van.
Bijeenkomst met broedervolkeren. Foto Kurultaj.hu
 Hongarije toont zich officieel verbolgen dat Safarov, die in Hongarije tot 30 jaar werd veroordeeld, bij aankomst prompt presidentiële gratie kreeg en met een parade werd binnengehaald. Maar zo onverwacht kan dat niet zijn geweest. Afgelopen vrijdag, nog voor de overdracht nieuws werd, stuurde het Hongaarse ministerie van justitie een persbericht uit dat repte over een hele normale procedure die “volgens internationaal recht” plaatsvond. Opmerkelijke moeite, want de afgelopen twee jaar zijn 26 andere veroordeelden aan hun respectievelijke vaderlanden overgedragen zonder veel nadere uitleg.
De Azeri’s hebben herhaaldelijk geprobeerd om hem uit de Hongaarse gevangenis te krijgen. Maar de vorige regering meende dat het risico dat hij meteen op vrije voeten zou komen, te groot was, want Bakoe heeft nooit verborgen dat Safarov in Azerbeidzjan een volksheld is.
Volgens de Azeri’s is de definitieve afspraak over de overdracht beslecht tijdens een recente bezoek van Orbán aan Bakoe. Volgens het Hongaarse weekblad Fegyelő zijn tijdens datzelfde bezoek ondermeer afspraken gemaakt over een Azerbeidzjaanse aankoop van enkele miljarden euro’s aan Hongaarse staatsobligaties.
De regering ontkent ieder verband tussen Safarov en eventuele financiële steun van Azerbeidzjan aan het Hongaarse budget en in het licht van de gebeurtenissen van afgelopen week wordt het voor Boedapest ook erg moeilijk om een dergelijke steun nog aan te nemen. Maar dat Orbán bereid is Aziatische heersers tegemoet tegemoet te komen in ruil voor economische steun, is niet nieuw.
Ruim een jaar geleden bracht de Chinese premier Wen Jiabao een bezoek aan Hongarije. Destijds werd een demonstratie tegen de Chinese bezetting van Tibet verboden. Om de rust te garanderen moesten Tibettaanse asielzoekers in Hongarije zich die dag melden bij de vreemdelingenpolitie.

Orbán noemde vrijheid van meningsuiting destijds prima, maar meende dat demonstranten niet het nationaal belang mochten ondermijnen. Daarmee doelde hij op het fors Chinees investeringsprogramma dat de Chinezen volgens hem hadden toegezegd.
Afgelopen maanden probeerde Hongarije tevergeefs eerst China en daarna Saoedi-Arabië over te halen om Hongaarse staatsobligaties te kopen. Met miljarden uit het oosten hoopt Orbán onder onderhandelingen over financiële steun van het IMF uit te komen. Dat stelt daar namelijk dwingende eisen aan, zoals herstel van de onafhankelijkheid van het juridische systeem, dat door een reeks nieuwe wetten sterk in de greep van de politiek is gekomen.
Maar economie is niet de enige drijfveer achter het interesse voor het oosten. De huidige Hongaarse regering verheelt niet dat ze schoon genoeg van de Europese kritiek op haar beleid. Orbán meent dat Europa de verkeerde weg inslaat. In juli sprak hij op een conferentie over “een half-Aziatisch volk zoals de Hongaren.”
Die Aziatische herkomst speelt bij Hongaarse nationalisten een belangrijke rol. Hoewel je geen genetisch onderzoek nodig hebt om te beseffen dat de huidige bevolking waarschijnlijk meer Slavisch en Duits dan Aziatisch bloed heeft, toch wemelen extremistische websites van de pseudowetenschappelijke publicaties over de Skytische of Centraal-Aziatische herkomst van de Hongaren. Mongoolse yurt-tenten, schieten met pijl en boog en het leren van een Aziatische vorm van het runenschrift behoren tot de Hongaarse extreemrechtse folklore.
Maar dit jaar gaf de Hongaarse regering 70 miljoen forint (250000 euro) subsidie aan Kurultaj, een jaarlijkse bijeenkomst van stammen en volkeren die zichzelf, net als veel extremistische Hongaren, beschouwen als afstammelingen van de ietwat mythische Centraal-Aziatische Turan. De “stamleiders” werden officieel in het parlement ontvangen door Sándor Leszák, vice-voorzitter van regeringspartij Fidesz.
Het is niet echt nieuw. Het Hongaarse zelfbeeld zwenkt al twee eeuwen lang tussen dat van een volk van Centraal-Europeanen met diepe wortels in de Europese cultuur tot dat van afstammelingen van Aziatische steppevolkeren met culturele banden in Azië. Het Turanisme was ook voor de oorlog al populair onder rechtse politici en in kringen van het Horthy-regiem. Niet toevallig was ook dat een tijd waarin Hongarije het met Europa niet zo op had.

1 opmerking:

Willem zei

Het is eeuwig zonde hoe Hongarije alle winst weer lijkt in te leveren. Er zijn veel mensen die beweren dat het communistische systeem beter was: er was tenminste werk voor iedereen. Ze zouden zo weer terug willen. Maar dan wel met medeneming van Led-TV en moderne auto. Het is niet verwonderlijk dat Orbán zich nu op het oosten richt. Nog deze week heeft zijn harde nee richting financiële steun van het IMF. Een mededeling die hij nota bene op facebook deed. Maar het geld moet ergens vandaan komen. De dwingende eisen van het IMF, zoals herstel van de onafhankelijkheid van het juridische systeem,komt Orbán niet uit. Nu eens zien hoeveel van de belangen van het Hongaarse volk hij wil inleveren voor zijn eigen doelen.