vrijdag 3 september 2010

HAASTWERK

De afgelopen drie maanden heeft de nieuwe Hongaarse regering een vloedgolf van wetten over het land uitgestort. Het is niet bij te houden, ook niet voor de parlementariërs zelf: de meeste wetten worden ingediend door fractieleden van de regeringspartij Fidesz en binnen een week min of meer als hamerstuk er doorheen gejaagd, zodat de oppositie geen kans op inspraak heeft. Dat kun je je veroorloven als je een tweederde meerderheid hebt. En je bent meteen af van het gedonder dat maatschappelijke organisaties ook wat te zeggen hebben over je plannen.
Hoewel... het kan ook wel eens voordelen hebben om naar anderen te luisteren. Neem de veranderingen in de strafwetgeving. Fidesz kondigde al in de verkiezingscampagne aan dat het harder zou optreden tegen criminelen en ook kleinere criminaliteit zou gaan aanpakken. Het eerste waar een einde aan werd gemaakt, was de regel dat diefstallen onder de 20.000 forint (pakweg 80 euro) niet als misdrijf, maar als overtreding afgehandeld werden en feitelijk niet werden bestraft.
Verder nam de partij van de Amerikaanse staat Californië het three strikes out principe over. Wie drie keer voor een misdrijf, vooral als er geweld in het spel was, wordt veroordeeld, kan in toekomst op levenslang rekenen. Het is nogal een maatregel om zonder maatschappelijke discussie door te voeren, en Hongaarse rechters, die ook niet geraadpleegd waren, schijnen er niet zo gelukkig mee te zijn. Het zal de situatie in het toch al overbelaste Hongaarse gevangenissysteem ook niet makkelijker maken.
Maar onder kiezers is het ongetwijfeld populair. In Californië, waar kiezers er in 1994 over mochten stemmen, was 72 procent van de bevolking destijds vóór. En dus verdwenen er al mensen voor 25 jaar of meer in de gevangenis voor de diefstal van golfclubs of een paar videotapes. In Texas dreigde iemand levenslang te krijgen omdat hij weigerde 120 dollar terug te betalen, zijn loon voor de slechte reparatie van een airconditioning.
Ondanks dat soort overduidelijke onrechtvaardigheden is three strikes out in Amerika populair, al is er geen duidelijke aanwijzing dat het systeem enig effect heeft op de daling van de misdaad. Het wordt inmiddels in 24 staten toegepast. Ook Nieuw-Zeeland werkt aan een soortgelijke wet. Veel Hongaren zijn ervan overtuigd dat het met de criminaliteit in hun land volkomen uit de hand loopt, al valt het volgens de cijfers eigenlijk erg mee. Als je three strikes out in een referendum aan de Hongaarse kiezer zou voorleggen, is de kans groot dat die ja zegt.
Dat geldt mogelijk ook voor een andere nieuwe wet, die de mogelijkheden voor gevangenisstraf voor minderjarigen vergroot. Ook voor kleine overtredingen, zoals diefstallen van minder dan 20.000 forint, moeten rechters minderjarigen in toekomst een straf opleggen. Omdat Hongarije geen alternatieve straffen kent, heeft zo'n rechter maar twee opties: een boete of een gevangenisstraf van maximaal dertig dagen.
Het probleem, aldus András Kádár van het Hongaarse Helsinki-comité, is dat een andere wet bepaalt dat jongeren zonder eigen inkomen geen boete opgelegd kan worden. Dat betekent dat rechters er niet aan ontkomen hen tot opsluiting te veroordelen.
Dat zal veel mensen waarschijnlijk worst wezen, zolang het kansarme zigeunerjongeren in Oost-Hongarije betreft. Sterker, veel mensen - en de parlementariërs die de wet hebben aangenomen, met hen - zullen denken dat het die jongeren misschien eindelijk een lesje leert. Pas als de eerste scholier uit een nette wijk in Budapest die zijn handen niet van die dure aftershave kon afhouden, de gevangenis in verdwijnt, worden de consequenties van zo'n ondoordachte wet duidelijk.
Even ondoordacht was een heftig omstreden en inmiddels ingetrokken voorstel dat politici het recht gegeven zou hebben om iedere keer als er over hen in een krant werd geschreven, een weerwoord te eisen, zelfs als het artikel over hen feitelijk juist was. Dat weerwoord moest volgens dat voorstel bovendien op dezelfde plaats gepubliceerd worden als het oorspronkelijke artikel.
Het idee was uiteraard dat regeringspolitici op die manier een greep hielden wat oppositiekranten over hen schreven. Maar het werkt uiteraard ook omgekeerd: een aanval in een regeringskrant op een oppositielid levert een paar dagen later een fraai platform voor dat oppositielid om in die regeringskrant zijn standpunt uiteen te zetten.
Weinig doordacht lijkt ook de nieuwe belastingheffing van 98 procent over de afscheidsbonus die ambtenaren die ontslagen worden, krijgen. Het doel van de maatregel is duidelijk: de regering zet bij bosjes mensen op straat van wie ze weet, of denkt, dat ze de oppositie aanhangen of gewoon te zelfstandig denken. Dat kost geld, want de wet schrijft een compensatie voor. Maar als je een belasting van 98 procent invoert, gaat dat geld weer terug naar de staatskas, en kost het je geen cent.
De kiezer, overvoerd met krantenberichten over topambtenaren die met vette bonussen in hun zak opstappen, vindt het prachtig. Maar die heffing treft uiteraard niet alleen die topambtenaren over wie iedereen leest. Het treft bijvoorbeeld ook de onderwijzer die na dertig jaar ploeteren voor een - daar is iedereen het wel over eens - veel te laag salaris, met zijn pensioen een welverdiend bonus krijgt. Of kreeg, eigenlijk, want ook dat geld valt onder de nieuwe belastingmaatregel, al was dat vast niet de bedoeling.
Ondoordacht, haastig. Maar of zulke wetten terug worden gedraaid? Dat zou betekenen dat Fidesz moet erkennen dat de partij ondanks haar tweederde meerderheid niet perfect en alwetend is, en er is weinig dat erop wijst dat ze daartoe bereid is. Kritiek stoot op dovemansoren, en zo lang de kiezers er nog van overtuigd zijn dat de regering het goed doet, lijkt er weinig kans dat dat verandert.

Geen opmerkingen: