maandag 27 augustus 2007

LELIJK EENDJE

Ik had nooit zoveel met Vác. Ik vond het een wat vervallen provinciestadje aan de Donau, met een centrum dat hard aan renovatie toe was. Er was een markt, die was wel aardig, en de kathedraal was imposant, en de zonsondergangen boven de rivier waren echt mooi. Maar er was niet zoveel te beleven, meestal.
Zaken kunnen veranderen. Er kwam geld, EU-geld voor een goed deel, en dat werd goed besteed. De auto's werden van het plein verbannen. Inplaats van een parkeerplaats zijn er nu grasvelden met bloemen, fonteinen, terrassen en een opgraving die is ingericht als een soort openluchttheater. En de grauwe parkeeplotseling blijkt het een heel mooi plein te zijn.
Er is een muziektent en een wijnmuseum. De straten erom heen zijn in de vaart der volkeren meegezogen, nieuwe restaurants openen hun deuren en in de smalle kinderkopstraatjes die vanaf de Donau tegen de heuvel opslingeren, worden de huizen gerenoveerd.
Een inwoner noemde het laatst het mooiste stadje aan de Donau, en al is dat misschien wat overdreven, Vác is inderdaad van een lelijk eendje opgebloeid tot een fraaie zwaan. Het stadje leeft, in een gemoedelijk tempo, met de pont die ieder half uur overvaart naar het Szentendre-eiland, met een boulevard langs de rivieroever die uitnodigt tot slenteren en fietspaden naar de Donaubocht. Nu is het alleen nog afwachten wanneer de toeristen Vác ontdekken.

Geen opmerkingen: