maandag 26 mei 2014

Een dansje van plezier

De grote verliezer: de MSzP
Wat was het hoogtepunt van de uitslag van de Europese verkiezingen in Hongarije gisteren? Het feit dat regeringspartij Fidesz meer dan de helft van de stemmen haalde? Niet echt, want dat was niet helemaal een verrassing. Het feit dat de extremistische Jobbik  de tweede partij werden? Mwah. Dat lijkt schokkender dan het is., want bij de parlementsverkiezingen een paar weken geleden kregen ze 21 procent, nu 14. Ze deden het dus helemaal niet zo goed, en dat ze tweede werden, kwam vooral omdat de linkse partijen ditmaal ieder apart deelnamen.
Het dansje van Ferenc Gyurcsány? Misschien niet het belangrijkste nieuws, maar de oud-premier wist er wel de aandacht mee te trekken. TV-zender ATV bracht het wat giechelend, internetkrant Index postte de video, en zelfs het vrouwenblad Nöklapja maakte er op zijn website melding van. Niet iedereen was erover te spreken, trouwens, want critici vinden het een typisch voorbeeld van zijn arrogantie.
Hij had goede reden om te blij te zijn, dat wel. Zijn Democratische Coalitie (DK) presteerde met haar duidelijke pro-Europaboodschap boven verwachting. Met 9,76 procent van de stemmen versloeg hij Együtt 2014, de organisatie van oud-premier Gordon Bajnai, en eindigde hij bijna even sterk als de partij die hij 2,5 jaar geleden vaarwel zei: de Hongaarse socialisten, MSzP. Hoe verguisd hij door velen links en rechts ook is, Gyurcsány is terug op het politieke toneel. Wie over een linkse verkiezingscoalitie wil spreken, kan niet meer om hem heen. Zeker niet in Boedapest, waar zijn partij de grootste linkse partij werd.
Normaal ben ik er niet echt voor om de uitslag van Europese of gemeentelijke verkiezingen door te trekken naar het landelijke vlak. Maar met die landelijke verkiezingen zo kort geleden ligt dat toch wat anders. En dan is het belangrijkste nieuws toch wel het debacle van de socialistische MSzP. Met 10,9 procent van de stemmen was die partij net iets sterker dan de DK.
Toen MSzP-leider Attila Mesterházi voor de parlementsverkiezingen in april tegenover buitenlandse journalisten sprak over de samenwerking van zijn partij met DK en Együtt, vond hij het allemaal zo simpel: zijn partij was de grootste linkse partij, dat wist iedereen, en de rest had eigenlijk gewoon naar hem te luisteren. "Verliezen kunnen we alleen, en dan zijn we de sterkte oppositiepartij in het parlement. Maar om te winnen hebben we een coalitie nodig," zei hij vol zelfvertrouwen.
Verliezen kon de MSzP inderdaad alleen, zo bleek gisteren. Dramatisch. Als je de cijfers van MSzP, DK en Együtt bij elkaar optelt, haalde de linkse oppositie haast 28 procent, 2,5 procent meer dan in april. Maar de MSzP kreeg nog geen elf procent van de kiezers achter zich. Dat werpt ook een vreemd licht op het feit dat de partij na de verkiezingen in april, toen de coalitie in fracties uiteenviel, verreweg het grootste aantal zetels claimde en kreeg. Als je de uitslag van gisteren bekijkt, is dat misschien wel totaal onverdiend.
Mesterházi, en het MSzP-bestuur, trokken gisterenavond de enige conclusie die mogelijk was. Met begrafenisgezichten kondigden ze hun aftreden aan. "We hebben een totaal nieuwe koers nodig," meent Mesterházi nu. Daar zag hij twee dagen eerder nog niets in. Maar de partij mag wel opschieten. In het najaar zijn gemeenteraadsverkiezingen. Zonder verkiezingscoalities wordt links daar geheid weggevaagd. Ze mogen wel heel hard aan de slag bij de MSzP, en bij de andere partijen. Want laten we eerlijk zijn, compromissen sluiten is niet het sterkste punt in de Hongaarse politiek.



Geen opmerkingen: