maandag 20 juni 2011

Esztergom, een Hongaars koningsdrama

 Éva Tetényi


Afgelopen december ging in de Hongaarse stad Esztergom letterlijk het licht uit nadat de rekeningen voor de straatverlichting al maanden niet waren betaald. Het ophalen van huisvuil, het onderhoud van parken en speelplaatsen, de reparatie van gaten in het wegdek en kapotte trottoirs; de stad heeft er geen geld meer voor. Ook het voortbestaan van de plaatselijke busdienst, het onderwijs en het ziekenhuis worden bedreigd. Acht jaar bestuur door het rechts-populistische Fidesz hebben Esztergom aan de rand van de afgrond gebracht. En de wijze waarop diezelfde partij sinds de afgelopen oktober de gekozen nieuwe en onafhankelijke burgemeester tegenwerkt, betekent mogelijk het laatste zetje. Een locaal koningsdrama met nationale betekenis.

Het dagelijkse gevecht met de Fidesz fractie in de gemeenteraad en met haar voorganger als burgemeester, Fidesz leider Tamás Meggyes, wordt haar soms haast te veel, bekent de frêle ogende nieuwe burgemeester van de stad Esztergom, Éva Tetényi. “Een oorlogszone,” noemt ze het stadhuis. Toen ze onlangs van een paar vrije dagen terugkwam, had Fidesz haar hele staf van vijf personen ontslagen. De mensen die nu nog voor haar werken, doen dat op vrijwillige basis. Haar dienstauto is haar ontnomen en ze krijgt geen toestemming om haar eigen auto op het parkeerterrein van het stadhuis te parkeren. Het kantoor van de burgemeester kon ze pas in na een wekenlange strijd betrekken, omdat Meggyes weigerde dat te verlaten. Ze heeft geen geld voor kantoormateriaal, koffie met een koekje voor gasten of zelfs maar wc-papier. Een paar maanden terug werd de gemeentesecretaris, die gewoon zakelijk met haar samenwerkte, er door de raad uitgegooid. De nieuwe gemeentesecretaris, een vriend van Meggyes, weigert categorisch haar instructies op te volgen of door te geven aan het ambtelijk apparaat.


Minderheid regeert

Het zwemparadijs met de kathedraal
Zo gaat het sinds Tetényi in oktober 2010 bij de verkiezingen voor een nieuwe gemeenteraad en een nieuwe burgemeester als onafhankelijke kandidate met een overweldigende meerderheid van stemmen werd gekozen. Bij een opkomst van 53 procent kreeg ze 8000 van de 12000 stemmen achter zich, dankzij de steun van de voltallige oppositie: groenen, socialisten, radicaalrechts (!) en een aantal ontevreden Fidesz-aanhangers. Het probleem was dat Fidesz bij diezelfde verkiezingen alle tien de kiesdistricten van de stad wist te winnen, hoewel de partij nergens meer dan 32%-42% van de stemmen kreeg. Daarmee controleert de partij de raad volledig.
Het is het bizarre gevolg van het in wezen ondemocratische districtenstelsel dat Hongarije bij locale verkiezingen kent. Er is slechts een stemronde en wie als grootste uit de stembus komt, pakt de volle buit. Alle andere partijen mogen, al hebben ze, zoals in Esztergom, samen 63% van de kiezers achter zich, samen een paar restzetels verdelen en blijven met vrijwel lege handen achter. Op landelijk niveau speelt dat probleem ook, zij het in ieder minder sterke mate: daar won Fidesz met gemiddeld 53 procent van de stemmen tweederde van alle parlementszetels.
Vanaf het begin verklaarde de Fidesz-fractie in Esztergom openlijk dat ze op geen enkele manier met Tetényi wilde samenwerken. “Wij hebben de burgemeesterspost verloren en dat is jammer, maar wij zijn en blijven de baas in de stad. De burgemeesterspost is niet veel meer dan een toneel,” aldus Meggyes direct na de verkiezingen tegenover zijn fractie. Hij heeft de wet aan zijn kant: de gemeenteraad staat boven de burgemeester. Zodat Tetényi uiteindelijk ondanks haar massale steun nauwelijks iets te zeggen heeft, terwijl de stad op de rand van de afgrond zweeft. “Dat is het moeilijkste van de situatie: zien dat er zoveel moet gebeuren, en niets kunnen doen,” zegt ze.

Privékoninkrijk

Esztergom was jarenlang een echte Fidesz-gemeente: katholiek, traditioneel, nationaal gezind. De 30.000 zielen tellende Donaustad wordt letterlijk en figuurlijk gedomineerd door de machtige, op een heuvel gelegen basiliek, zetel van het Hongaarse katholieke aartsbisdom. In de burcht ernaast hielden ooit de eerste Hongaarse koningen hof. Halverwege de Maria-Valeriabrug over de Donau begint Slowakije, het buurland waarmee Hongarije altijd een wat gespannen relatie heeft.
Het gezicht van Fidesz in Esztergom was en is gemeenteraadslid en Fidesz-parlemetariër Tamás Meggyes, die 2002 tot 2010 ook burgemeester was. “Esztergom was zijn privékoninkrijk; zijn woord was wet,” zeggen zijn critici. Krisztina Szalai woonde jarenlang in Nederland, maar keerde na de dood van haar man drie jaar geleden terug naar haar geboortestad Esztergom. Ze vindt het heerlijk om terug te zijn, maar als het om de Hongaarse politiek gaat, vervalt ze van de ene verbazing in de andere. “Ik ben door Nederland gevormd en ben niet meer gewend aan zulk autoritair bestuur. In Nederland gaat alles in overleg. Maar als Meggyes een plan had, werd dat gewoon gedaan. Er werd geen onderzoek verricht naar de haalbaarheid en of het wel betaald kon worden, er werd niet naar kritiek geluisterd.”
Sterker nog, wie kritiek had, werd de mond gesnoerd. Een gemeenteambtenaar werd ontslagen nadat haar man, een lokale journalist, een kritisch stuk over de burgemeester had geschreven. Hetzelfde lot trof de gemeentesecretaris die weigerde zijn handtekening te zetten onder een investeringsplan dat de gemeente zich helemaal niet kon veroorloven. De kritische lokale website Szeretgom werd bestookt met rechtszaken en Meggyes probeerde de internetprovider onder druk te zetten om Szeretgom te sluiten. In het voorjaar van 2010 verbood de burgemeester zelfs vragen en debatten in de gemeenteraad: er mocht alleen nog worden gestemd, want hij wilde niet dat de oppositiepartijen, met de nationale verkiezingen in aantocht, een platform hadden voor hun opvattingen.
Zelfs nu Meggyes geen burgemeester meer is, zijn veel mensen in Esztergom nog altijd huiverig om hun mening te geven. Per slot van rekening heeft hij nog steeds veel macht en niemand sluit uit dat hij ooit terugkeert als burgemeester. Niet ver van het gemeentehuis is de stadsmarkt van Esztergom. De sfeer is er wat troosteloos op deze grijze dag. Veel stalletjes zijn dicht en er zijn weinig klanten. Zo is het tegenwoordig eigenlijk altijd, zegt Krisztina. De markt leidt zwaar onder de financiële problemen waarmee de stad kampt. Voor onderhoud is geen geld meer en er is zelfs sprake van dat de 100 jaar oude markt helemaal zal worden opgeheven. Nu al moeten de marktkooplieden zelf hun afval inzamelen en de straat schoonhouden, vertelt een verkoopster van chocolade en sterke drank. Ze staat hier al tien jaar, maar heeft geen idee wat de toekomst brengt. De oorzaak? Ze haalt haar schouders op. “Het is verstandiger om daar niet over te praten. Politiek,” mompelt ze slechts.

Drijfzand

Toegegeven, onder Meggyes’ bewind veranderde het gezicht van Esztergom drastisch. Er werden pleinen opgeknapt en straten geplaveid. Hij plande nieuwe hotels en bouwde een zwemparadijs. En er werden grootse plannen gepresenteerd om bedrijven aan te trekken, culturele manifestaties te organiseren en nieuwe toeristische trekpleisters te vestigen. Op een rondrit door de stad toont Krisztina een aantal projecten: een nieuwe toegangsweg waar een heel blok 19e eeuwse huizen voor moest sneuvelen, maar waar vrijwel geen auto rijdt. Een omstreden renovatieproject van voormalige kerkelijke gebouwen, waar de gemeente geen geld voor heeft. Het zwemparadijs, dat veel te groot is voor het kleine stadje en jaarlijks enorme subsidies vreet. De onafgebouwde karkassen van twee enorme hotels annex conferentieoord. Krisztina schudt haar hoofd. “Wat moeten we daarmee?” Op een eiland in de Donau had Meggyes een pretpark en nog meer hotels gepland. Dat pretpark was op zichzelf misschien geen slecht idee, zegt Krisztina, want zoiets vind je nergens in de regio: “Maar op die plek? Dat eiland loopt twee keer per jaar onder water.”
Meggyes voerde tal van leuke dingen voor de mensen in: gratis openbaar vervoer voor gepensioneerden, een welkomstgeschenk van 2.000 euro voor elke nieuwe baby, gratis zwemlessen en gratis schoolboeken. Maar uiteindelijk bleek al dat moois gebouwd op het drijfzand van nooit gerealiseerde inkomsten en torenhoge (buitenlandse) leningen, aldus een recent rapport van de Nationale Rekenkamer van Hongarije. Eind 2010 was Esztergom de stad met de hoogste schuld van Hongarije, meer dan 20 miljard forint op een begroting van 19 miljard.
Tetényi’s pogingen om orde in de financiële chaos te scheppen liepen op niks uit. Haar gemeentelijke begrotingsvoorstel werd door de raad ter zijde geschoven. In haar eigen begroting die de Fidesz-fractie begin dit jaar aannam, is geen cent uitgetrokken voor zaken als groenvoorzieningen of speeltuinen en krijgen de locale scholen en kleuterscholen nauwelijks geld meer, wat ondermeer het einde betekende van de gratis warme middagmaaltijden voor arme kinderen, voor veel van hen het enige fatsoenlijke maal dat ze krijgen. Maar de subsidie voor het zwemparadijs, waar zakenrelaties van Fidesz bij betrokken zijn, gaat onverdroten voort. Ook trok de gemeenteraad geld uit om juridische kosten van Meggyes te bekostigen. Waarom staat er niet bij vermeld.
“Hun bedoeling is duidelijk,” meent Tetényi. “Hoewel ik geen enkele invloed op deze begroting heb, hoopt Fidesz dat burgers zich dat niet realiseren en mij aankijken op de problemen die er zo ontstaan. Maar wat ik niet begrijp, is dat ze bereid zijn de stad slachtoffer te laten worden van hun campagne. Esztergom hoeft niet arm te zijn, we krijgen voldoende belasting binnen, maar het geld is gewoon verkwist.”

Haatcampagne

Meggyes zelf is het uiteraard oneens met alle beschuldigingen. Hij spreekt over “karaktermoord”en “een haatcampagne” die tegen hem en Fidesz wordt gevoerd door “socialisten en communisten.” Hij beschuldigt Tetényi ervan dat ze het functioneren van de gemeentelijke democratie saboteert door zo min mogelijk gemeenteraadsvergaderingen bijeen te roepen (een van haar weinige overgebleven bevoegdheden) zodat “de meerderheid” haar werk niet kan doen. Ook beklaagt hij zich over het initiatief van de burgemeester om raadszittingen rechtstreeks uit te zenden op een groot scherm op het grote plein voor het stadhuis. Daar verzamelen zich dan meestal honderden aanhangers van Tetényi die Fidesz uitjouwen en “intimideren.” En in weerwil van het rapport van de Rekenkamer houdt Meggyes vol dat alle investeringen en uitgaven van de afgelopen jaren “verantwoord” waren en dat de inkomsten vanzelf zullen komen als de projecten die nu zijn stilgelegd maar af worden gebouwd. Volgens hem is juist Tetényi er schuld aan dat de stad nu failliet dreigt te gaan en moet zij zo snel mogelijk aftreden.
Meggyes heeft ook nog steeds trouwe aanhangers in de stad. “Fidesz heeft de meerderheid in de raad, dus natuurlijk hebben ze het voor het zeggen.” De gepensioneerde József Szalai, vader van Krisztina, is oprecht verbaasd over de vraag of het wel zo normaal is dat Fidesz zonder overleg en zonder compromissen het beleid in Esztergom wil bepalen, zoals de partij dat ook op nationaal niveau doet. Het spreekt voor hem vanzelf, want zo werkt democratie, menen hij en Krisztina’s moeder Kati, beiden trouwe Fidesz-stemmers. Het gepensioneerde echtpaar woont in een klein flatgebouw aan de rand van Esztergom, een typische wat treurige buitenwijk uit de communistische tijd, wel met veel groen, maar ook met verzakte stoepen en gebouwen die hard aan renovatie toe zijn. Het echtpaar prijst Meggyes voor de extraatjes voor gepensioneerden, zoals voedselbonnen en gratis busvervoer, voor het opknappen van de stad en zelfs voor  de komst van internationale supermarktketens als Tesco, Lidl en Aldi. Berichten dat Meggyes en consorten persoonlijk hebben geprofiteerd van allerlei projecten die de gemeente ondernam, geloven ze niet. “Meggyes heeft geen geld gestolen,” zegt Kati overtuigd. En natuurlijk was het verkeerd om de vrouw van een journalist te ontslaan om iets wat haar man geschreven had, erkent Kati, maar zoiets is maar één keer gebeurd. En je moet ook kijken naar de inhoud van het artikel, vindt ze: “Je mag best kritisch zijn, maar het hangt er natuurlijk heel erg van af hoe je iets opschrijft.”

Nieuwe verkiezingen

Maar ruim 8000 andere burgers van Esztergom tekenden een petitie van Tetényi waarin het Parlement in Boedapest gevraagd wordt om nieuwe lokale gemeente- en burgemeestersverkiezingen uit te schrijven omdat de stad onbestuurbaar is. Ze heeft het document op 9 april persoonlijk bij het parlement aangeboden na een nachtelijke demonstratieve voettocht van Esztergom naar Boedapest. “Als we ook met gezamenlijke partijlijsten komen voor de gemeenteraad, dan kunnen we bij nieuwe verkiezingen ook daar de meerderheid krijgen,” meent ze en wijst op de praktische samenwerking tussen de partijen die haar in Esztergom steunen. “Ondanks de grote ideologische verschillen zetten ze het belang van de stad steeds voorop en dat slaat aan bij veel burgers van de stad.” Ook put ze hoop uit de inzet van talloze vrijwilligers. “Toen de vuilnisophaal werd stopgezet, meldden zich 200 mensen die dat nu op vrijwillige basis doen en vrijwilligers onderhouden parken en kinderspeelplaatsen.” 
Maar ze is ook realistisch: de kans is gering dat de regering van premier Orbán en de Fidesz-fractie in het parlement, die daar ook tweederde van de zetels heeft, Meggyes laten vallen en nieuwe verkiezingen uitschrijven. De gevolgen kunnen verregaand zijn. In de zomer is het geld echt op. “Dan kunnen we salarissen van leraren of verplegend personeel ook niet meer betalen. Dan moeten we gemeentelijke bezittingen gaan verkopen en misschien wel scholen en ziekenhuizen sluiten.”

Model

Wat in Esztergom gebeurt, staat in vele opzichten model voor wat er in Hongarije in het groot plaatsvindt. Dezelfde autoritaire en cynische wijze van politiek bedrijven en gebrek aan respect voor de oppositie zie je op nationaal niveau. Europarlementariër en Fidesz-medeoprichter Tamás Deutsch twitterde onlangs over oud-premier en oppositieleider Ferenc Gyurcsány: “Er zijn lage types. Er zijn verwerpelijke mensen. Er zijn slechtgehumeurde gekken. Er zijn walgelijke klootzakken. Er zijn onsmakelijke onderkruipsels. En er is Gyurcsány.” Niemand in zijn partij zei dat dat echt niet kon.
Zoals Meggyes en de Fidesz-fractie de lokale media willen controleren, doet Fidesz dat op nationaal niveau met een inmiddels weliswaar aangepaste, maar nog steeds sterk bekritiseerde mediawet. Deze maand neemt het parlement een nieuwe grondwet aan, die tot stand kwam zonder enige inbreng van de oppositie, en die tot doel heeft het Fidesz-beleid voor lange jaren vast te leggen. Op tal van sleutelposities, zoals bij het openbaar ministerie, de rechterlijke macht, de mediaraad en de begrotingsraad, benoemt de partij eigen topmensen voor periodes van negen tot twaalf jaar: zelfs als Fidesz de volgende verkiezingen verliest, zullen nieuwe regeringen hun handen nog jaren gebonden zien door deze functionarissen.
Dezelfde combinatie van financieel en economisch avonturisme en amateurisme die in Esztergom voor problemen heeft geleid, zijn herkenbaar in de zogenaamde “Hongaarse weg” uit de economische crisis die de regering Orbán zegt te volgen, een weg die de meeste economische experts uitermate riskant achten.
Esztergom is volgens Tetényi een soort voorland van Hongarije. En juist daarom is ze niet alleen negatief, want ze ziet in Esztergom ontstaan wat elders totaal ontbreekt: samenwerking tussen oppositiepartijen, debatten en compromissen die het partijbelang overschrijden, een groeiend aantal actieve en zelfstandig denkende burgers. “Vrijwilligerswerk is geen normaal Hongaars verschijnsel, maar hier zie je het uit noodzaak ontstaan.” Esztergom kan, zegt ze, “ook het model worden voor Hongarije om zich aan de huidige situatie te ontworstelen.”
En wijzend op zichzelf en haar naaste medewerkers, op één na allemaal vrouwen voegt ze toe: “En wat we hier ook doen is de door mannen gedomineerde Hongaarse politiek openbreken. Er zitten nauwelijks vrouwen in het parlement of in de regering, en ik ben ervan overtuigd dat dat een verschil zou maken. Dat geldt ook voor de gemeenteraad. Dat ik vrouw ben, verklaart misschien deels de wijze waarop ze met me omgaan. Ze hadden verwacht dat ik vriendelijk zou glimlachen en me stil zou houden. Dat ik dat niet doe, valt tegen.”




2 opmerkingen:

Anoniem zei

Hongarije heeft zich in de afgelopen 20 jaar ontwikkeld tot een schizofrene samenleving.
Een land dat de vruchten het kapitalisme wil plukken, maar ook heimwee heeft naar het communisme, met onuitroeibare vormen van vals nationalisme, bureaucratie, corruptie en machtswellust.
Deze "koningsdrama's" voortvloeiend uit het bovenstaande heb ik inmiddels vele malen in Hongarije gezien en zelf meegemaakt.
De kwaliteit van het openbaar bestuur is zeer bedenkelijk; van zelfkritiek (laat staan zelfspot) is geen sprake.
Het land heeft nog een lange, zeer lange weg te gaan.

Demian zei

Ongelofelijk voor een land van de Europese Unie! Men zal daar misschien wel denken; als je schulden maakt ben je uiteindelijk het best af, want ze worden toch wel kwijtgescholden!
Ik hoop dat de vrijwilligers snel ophouden het werk te doen dat gemeenteambtenaren zouden moeten doen. Hongaren zijn veel te vriendelijk! Ik zou ze burgelijke ongehoorzaamheid adviseren. Laat de Fidesz daar de rommel maar eens opruimen; zowel figuurlijk als letterlijk. Ik vind het van den zotte dat vrijwilligers uit goedigheid nog blijven meehelpen die Fidesz-raad in het zadel te houden, want dat doen ze met het vrijwilligerswerk.
Persoonlijk zou ik uit zo'n stad verhuizen omdat je weet dat het een gelopen race is. Prijzen voor gemeentelijke diensten zullen omhoog gaan terwijl je weet dat je straatje er niet mooier op wordt, maar dat je de kas van de snobs zit te spekken.
Triest dat dit soort dingen ongestraft kunnen blijven plaatsvinden.
Demian