zaterdag 9 april 2011

PAASEI VAN DE SMIT


Eieren en hoefijzers zijn niet direct zaken die je met elkaar associeert, maar de Hongaarse kunstenares Éva Mária Ferenczi doet precies dat. Ze is een van de laatste beoefenaars van een oude Hongaars ambacht, waarbij eieren worden versierd door ze te beslaan met piepkleine hoefijzertjes. Oorspronkelijk was het een soort proeve van bekwaamheid voor smeden, een bewijs dat ze naast grof smeedwerk ook in staat waren tot heel fijn handwerk.
Ferenczi leerde het vak dertig jaar geleden van een van de laatste smeden die zich nog met het versieren van eieren bezighield. De man vond het aanvankelijk maar niets dat een vrouw belangstelling had voor zijn handwerk en liet haar dertig eieren uitblazen om te bewijzen dat ze haar mannetje kon staan. "Waarom ik geen eieren ging schilderen, of borduurwerk ging maken, wilde hij weten," zegt Ferenczi in haar huis in het dorpje Vanyarc.
De huiskamer is grotendeels ingenomen door eieren en materialen om eieren te versieren. Niet alleen Ferenczi, maar ook haar man, of "mijn heer", zoals ze haar echtgenoot in wat ouderwets Hongaars aanduidt, versiert eieren. Hij spint ze in in ragfijne netjes van zilverdraad, zij versiert ze nog steeds met kleine hoefijzertjes.
Maar ze heeft het vak in de afgelopen dertig jaar uitgebreid. Behalve hoefijzertjes, die met minuscule klinknageltjes aan de eierschil worden bevestigd, maakt ze metalen bloemen, sierranden en guirlandes op de schil. En haar vroegere leermeester zou waarschijnlijk het meest verbaasd opkijken als hij haar opgesneden eieren zou zien.
Door midden gesneden of van deurtjes voorzien onthullen die eieren eenmaal opengeklapt een miniatuurwereldje, een bloem, viool of zelfs een volledig kerkje. Ze doen denken aan de eieren die tsaar Alexander III ieder jaar met Pasen door zijn hofjuwelier Peter Carl Fabergé liet maken als geschenk voor de tsarina. En dat is niet helemaal toeval, want Alexanders geschenk kwam voort uit een oude Oost-Europese traditie om elkaar met Pasen versierde eieren cadeau te geven.
Iedere streek kent zijn eigen wijze van eieren versieren. Sommige eieren zijn kleine schilderijen, met een landschapje met eendjes, mensen in klederdracht of paashaasjes. In Slowakije worden eieren in zilverdraad verpakt. In de Oekraine bestaat een soort batiktechniek, waarin een deel van het ei met was wordt afgedekt voor het in het volgende verfbad wordt gedoopt. Bij een andere techniek worden stukjes schil weggesneden, zodat je een soort kantwerk overhoudt. In Polen verven ze de eieren eerst, en krassen dan een patroon in de schil, zodat er een wit patroon in de verf ontstaat.
Beschilderde eieren symboliseren in het christendom de wederopstanding van Jezus, maar ze komen al lang voor het Christendom voor. De oude Egyptenaren gaven de doden beschilderde eieren mee, en ook de Chinezen en de Germanen versierden al eieren. Volgens Ferenczi stamt de traditie van de beslagen eieren uit India, waar de hoefijzertjes net als in Europa een gelukssymbool zouden zijn.
Ferenczi gebruikt voor haar werk geen gewone kippeneieren, waarvan de schil te zwak is om de bewerking te doorstaan, maar parelhoeneieren, eendeneieren en ganzeneieren. Haar man heeft in de loop der jaren een hele set eigen gereedschap voor haar gemaakt. Een tandartsboor, aangedreven door een computeraccu, doet goede dienst bij het maken van de gaatjes, waar de 'klinkertjes' in komen waarmee de hoefijzertjes vastzitten. Alle versieringen maakt ze zelf, van lood of van dun koper, inclusief de miniatiuurwereldjes achter de deurtjes van haar Fabergé-eieren voor mensen met een iets kleinere portemonnee dan de Russische tsaar.




Geen opmerkingen: