donderdag 11 december 2008

ECODORP

Tot in de jaren zestig schijnt Gyürüfű een bloeiende gemeenschap geweest te zijn. Maar toen van overheidswege besloten werd dat de school en de winkel dicht moesten, was het snel gebeurd met het dorp in de Zselics-heuvels, niet ver van Pécs. De kroeg volgde het lot van school en winkel, de kerk sloot de deuren.
De enige weg die het dorp uitliep, was een vijf kilometer lang onverhard pad dwars door het bos, en in 1973 nam de laatste inwoner dat pad voor de laatste keer op weg naar een toegankelijker woonoord. De dorpelingen namen niet alleen hun huisraad mee op hun karren, maar ook alle delen van hun huizen die elders nog bruikbaar waren: ramen, deuren, dakpannen, tegelkachels en houten planken en balken.
Wat achterbleef, was de lege schil van wat ooit een huis was geweest. En zelfs daar was binnen de kortste keren niets meer van over: de huizen in Gyürüfű werden traditioneel van aangestampte aarde gebouwd, en zonder dak erop en zonder eigenaar die de buitenmuur zijn jaarlijkse kalkbeurt gaf, veranderden regen en sneeuw de muren al snel in begroeide bulten aarde.
Het enige dat nog aan het dorp herinnerde, waren de palen van de electriciteitsdraad die ooit het bewijs was geweest dat de moderne tijd Gyürüfű niet geheel was gepasseerd. Wat ook bewaard bleef, was de herinnering aan het dorp. Het was een tijd waarin er groeiend protest was tegen de wijze waarop kleine dorpen van overheidswege werden behandeld, en Gyürüfű veranderde in een symbool voor het lot van die gemeenschappen.
Begin jaren negentig ontfermde zich een groep idealisten over de 1200 hectaren van het voormalige dorp. Tussen de bulten van de vroegere huizen begonnen ze hun eigen ecodorp, al is dorp misschien een groot woord van het handvol gebouwen dat inmiddels op de helling is verrezen. Gyürüfű is nog steeds alleen over een bospad bereikbaar en de stilte van de omgeving is haast tastbaar, maar de afgelegen positie die destijds Gyürüfű's ondergang werd, is nu de kracht van de kleine gemeenschap, die leeft van biologische landbouw en veeteelt en ecotoerisme.
IT-deskundige István Fridrich gaf zijn goedbetaalde baan op om samen met zijn vrouw Judit Matrai een gastenhuis te starten, waar mensen kunnen overnachten of een simpele maaltijd kunnen eten. De gasten zijn veelal wandelaars, fietsers en ook schoolkinderen die hier voor hun 'bosschool', een soort schoolreisje, heenkomen. "Wie hier niet heen kan komen wandelen of fietsen, halen we op bij het station in het volgende dorp," zegt Fridrich, die zelf vaak een paard gebruikt voor het vervoer.
Het twee verdiepingen hoge gastenverblijf is gebouwd volgens de methode die ook vroeger in Gyürüfű werd gebruikt. De muren bestaan uit blokken, gemaakt van aarde die zo hard wordt aangestampt dat ze bijna zo hard als steen worden.
Het eindresultaat is een stevig ogend huis met één verdieping. Dankzij de dikke muren is de isolatie goed. Het gebouw heeft zonnepanelen op het dak zorgen voor warm water en twee enorme tegelkachels voor de verwarming. Drinkwater komt uit de bodem en voor spoelwater in de wc wordt 'grijs' regenwater en gezuiverd water uit de vijver van de biologische waterzuivering gebruikt.
"Het gebouw stond er in zeven dagen en heeft ons vooral een heleboel fröcs (wijn met spuitwater) en bier voor de werkploeg gekost," zegt Fridrich. Het is, voegt hij eraan toe, eigenlijk een gerecycled huis: "De aarde die we hebben gebruikt, was grotendeels afkomstig van twee oude huizen die waren ingestort."

2 opmerkingen:

Anoniem zei

De muren van dit soort woningen zijn niet van aangestampte aarde maar van de "vályog" (leem) van de vroegere huizen. Op veel plaatsen in Hongarije wordt nog met leem gebouwd. In grote putten op de bouwplaats wordt leem gestort; vermengd met gesneden stro.
Deze massa wordt in houten vormen geperst. De blokken worden gedroogd in de zon. Voor het metselwerk wordt blubber gebruikt. Het houten balkenframe van de woning zit binnen in de muren.

Runa Hellinga zei

Vályog, een mengsel van leem en stro, is inderdaad een veel voorkomende bouwmethode, maar de bouwwijze in Gyürüfü is echt een andere. De aarde wordt in mallen gestort en met een zware houten stamper aangestampt, een beetje zoals vrouwen in Afrika de mais stampen.