zondag 1 december 2013

Eindexamenperikelen III: een snufje adel

"Ik moet bekennen, ik begrijp nog steeds niet waarom dit voor Hongaren zo belangrijk is," zeg ik tegen de vader van de klasgenoot van mijn zoon, terwijl we foto's staan te nemen van onze kinderen die net het schoollintje opgespeld hebben gekregen, het officiële teken dat ze eindexamenkandidaten zijn. Ze staan, de jongens in hun nieuwe nette pakken, de meisjes in strakke en o zo sexy jurkjes die op een enkele cocktailparty zouden misstaan, netjes in rijen opgesteld klaar voor de foto, omringd door stralende, trotse ouders. Alsof ze het examen al gehaald hebben.
Hij haalt zijn schouders op. "Ik ook niet," zegt hij, wat grinnikend, "Ik mag dan wel Hongaar zijn, maar dit hadden we Joegoslavië niet." Dat was ik even vergeten: hij komt uit de Vojvodina, tegenwoordig een deel van Servië. Dit spektakel, constateert hij, is weliswaar een nationale, maar geen algemeen Hongaarse gewoonte.
Ouders, grootouders, broers, zussen, ooms en tantes, ze zijn in drommen komen opdagen om deze belangrijke dag mee te maken. Iedere keer als een naam wordt afgeroepen en een kandidaat een lintje opgespeld krijgt, gaat ergens in de zaal gejuich op, alsof betrokkene een bijzondere prestatie heeft geleverd. Misschien is dat ook wel zo: twaalf jaar lang Hongaars onderwijs is zeker niet niets. Grote klassen, lange dagen, veel huiswerk, vaak ouderwetse leraren met ouderwetse onderwijsopvattingen. Je mag er best bewondering voor hebben. Nu dat examen nog.
Maar we hebben de hoofdmoot van het programma nog voor ons: het bal. Of beter, de ingestudeerde dansen. Wekenlang hebben ze geoefend, tijdens de gymles, tijdens het wekelijkse klassenuur, voor school, na school, in het weekend. Onze zoon doet twee dansen, een Russische volksdans en de Weense wals of wat daar volgens zijn dansleraar voor door moet gaan, want de dans lijkt meer op een minuet denken met af en toe wat walspassen tussendoor. Aan de hiphopdans van de gezamenlijke jongens doet hij niet mee.
Als het bal een ding bewijst, dan is het wel dat kleren de man (of vrouw maken). De gehuurde baljurken en rokkostuums veranderen iedere puber, hoe puistig ook, in een prins of prinses, of op zijn minst een graaf of gravin. Zelfs hun manier van bewegen verandert, ook als ze niet dansen. Statig schrijden ze voort, geconcentreerd zetten ze hun stappen, bevallig spreiden ze hun jurk uit als ze knielen voor een bewonderende peuter.
Ik realiseer me plotseling: we kijken hier naar een wonderlijke afspiegeling van het adellijke debutantenbal. Het is niet zozeer een Hongaarse gewoonte, maar een vorstelijke gewoonte die hier in stand wordt gehouden, behalve dat er natuurlijk geen sprake is van een echt bal. Er wordt niet geflirt, er zijn geen balboekjes, geen flonkerende kristalluchters of glazen champagne en niemand is hier in de hoop een geschikte huwelijkskandidaat tegen het lijf te lopen, want iedereen kent elkaar al jaren. En op een echt bal heb je natuurlijk ook geen tribunes van waaraf ouders en de rest van de familie toekijken.
Maar net als het debutantenbal wordt dit bal door de aanwezige ouders duidelijk als het begin van een nieuwe fase in het leven gezien. Als de officiële dansen afgelopen zijn en de toeschouwers zich ook op de dansvloer mogen begeven om te dansen met hun zoon of dochter, feliciteert iedereen elkaar. Met wat eigenlijk? "Nu zijn het geen kinderen meer, maar volwassenen," zegt een moeder trots tegen me.
Er klinkt een wals uit de luidsprekers, het begint steeds meer op een echt bal te lijken en ik zie een jongen met een handkus een oudere dame ten dans vragen. Volgens mij klikt hij er zelf even met zijn hakken bij. Ze begeeft zich stralend in zijn armen. Anderen kleden zich alvast om, voor de afterparty: ze gaan met zijn allen naar een club.
Mijn zoon gaat ook. Tot nu toe hield hij het bij feesten op cola, en kwam daarna altijd licht geschokt over het bezopen gedrag van anderen thuis. Maar sinds een paar maanden drinkt hij af en toe een cider en de tijd van alleen maar frisdrank is duidelijk voorbij. Ik kan niet klagen, hij is haast achttien. Volwassen dus, inderdaad. Ik hoop alleen dat hij dat niet met zijn eerste kater betaalt.
(Als ik hem daar later naar vraag, kijkt hij me verbijsterd aan. "Kater, hoezo? Ik heb iets gedronken, ja, maar echt niet veel.")





Geen opmerkingen: