donderdag 30 april 2009

ZWAKKE FORINT BIEDT OOK KANSEN

,,Hongarije is een stuk goedkoper geworden dankzij de zwakke forint. Je ziet dan ook een toenemend aantal buitenlandse investeerders die versneld zelf iets opzetten of bepaalde werkzaamheden in Hongarije uitbesteden,” zegt Ilona Jankovich, bestuurslid van de Nederlands-Hongaarse Kamer van Koophandel en directeur van ProfiPower, een van de toonaangevende rekruteringsbedrijven in Hongarije.
Maar er zijn ook grote problemen, constateert ze. De Hongaarse politieke situatie blijft instabiel en dat schept geen vertrouwen. De Hongaarse industrie is sterk op export gericht en daardoor zwaar getroffen door de crisis. De industriële productie was maart dit jaar ruim 25 procent lager dan in maart 2008.
Tot voor kort was Hongarije vanwege zijn hoge belastingen een van de duurdere landen in de regio. Buurman Slowakije dat een vlakke belasting kent, was goedkoper en aantrekkelijker voor investeerders. Maar de koersval van forint heeft die verschillen rechtgetrokken.
Sinds oktober tuimelde de Hongaarse munt van 250 naar zo’n 300 forint per euro, eerst als gevolg van geruchten dat de Hongaarse economie de IJslandse achternaging, daarna simpelweg omdat de munt de koersval van andere opkomende markten volgde.
Die ontwikkeling heeft twee kanten. Import is duur geworden en grondstoffen ook. Maar een deel van de toeristische sector profiteert. Terwijl vijf sterren hotels in Boedapest met leegstand kampen omdat zakenlieden wegblijven, lopen de zomerboekingen rond het Balatonmeer prima, aldus Andrea Santori, toerismespecialist van KPMG. Ook is er grote belangstelling voor onroerend goed rond het meer. Kleinere hotels die in het verleden problemen hadden, hebben hun klandizie juist zien toenemen.
Voor autofabrikant Suzuki, die in Esztergom kleine auto’s voor de Europese markt, is de zwakke forint ook goed nieuws. Samen met Europese wrakkenregelingen, vooral in Duitsland, zorgde de zwakke munt ervoor dat het bedrijf zijn productie op peil kon houden. ,,Onze export is de afgelopen maanden licht omhoog gegaan en we hebben geen maatregelen zoals arbeidstijdverkorting hoeven te nemen. 95 procent van onze auto’s wordt geëxporteerd,” aldus Suzuki-woordvoerster Viktoria Ruska.
Er zijn in Hongarije tot nu toe zo’n 30.000 banen verloren gegaan. Maar gelijktijdig zijn er zo’n 12.000 banen bijgekomen. Nieuwe regionale servicecentra en outsourcing spelen daarbij een belangrijke rol. In maart kondigde oliegigant BP de opening aan van een regionaal servicecentrum in Boedapest, al met al 1000 banen. IBM wil zijn servicecentrum in Szekésfehérvár met 290 mensen uitbreiden. Verder overwegen bedrijven als Christian Dior, 3M en Alstrom de opening servicecentra in Hongarije.
Dat betekent wel banenverlies elders, en dat wordt investeerders thuis niet altijd in dank afgenomen. Zo oefent de Duitse regering grote pressie uit op Mercedes om af te zien van de bouw van een nieuwe autofabriek in Kecskemét, een investering die 2500 arbeidsplaatsen moet opleveren. Het bedrijf zou in plaats daarvan een Opelfabriek in het Duitse Eisenach moeten overnemen.
Mercedes zegt tot nu toe echter vast te houden aan de Hongaarse investering, al is de start van de bouwwerkzaamheden om financieringsredenen uitgesteld. Het bedrijf heeft helemaal geen behoefte aan een kant- en klare autofabriek, omdat de start van de productie pas over enkele jaren is gepland. Dat zou betekenen dat de fabriek in Eisenach tot die tijd niets staat te doen. Hongarije is ook een logischere keuze voor een nieuwe fabriek dan Duitsland, constateerde het Duitse Handelsblatt onlangs: ,,Lagere lonen, minder vakanties, langere werktijden, dat lokt de grote autobedrijven.” Jankovich vindt Hongarije ook om andere redenen een begrijpelijke keuze: ,,Dit zijn ook tijden die kansen scheppen, en ik denk dat die kansen in deze regio groter zijn dan in West-Europa.”

zondag 19 april 2009

ZIGEUNERCRIMINELEN

Schokkend nieuws: zigeunercriminelen die een 84-jarige vrouw in elkaar slaan en beroven. Althans, dat beweert Hungarian Ambiance, een weblog van Hongaars extreem-rechts. Kortom, een bericht om met een korreltje zout te nemen. Of beter, met een kilootje zout, als je verder leest.
In het verhaal wordt de oude dame, die blijkens de bijgaande foto's inderdaad aardig is toegetakeld, geciteerd. De daders drongen rond middernacht haar huis binnen met een zaklantaren. ,,Ik werd bang toen ik het licht zag, maar ik kon niet zien wie de mensen waren. Ik kon niet zien hoeveel het er waren of wat voor kleren ze droegen. Ik hoorde hun stemmen niet en ik weet niet hoe lang ze me geslagen hebben."
Het is afschuwelijk wat haar overkomen is, je moet er niet aan denken dat het jezelf overkomt. Maar haar getuigenis is knap weinig om iemand op te arresteren. Het mag dan ook een wonder heten dat de politie desondanks twee daders aanhield. Zigeuners, uiteraard, want wie anders kan zo'n snode daad begaan? Maar, aldus het blog: ,,Natuurlijk ontkenden de zigeuners." Wat een euvele moed! Bij gebrek aan medewerking van de verdachten en aan wat voor bewijs tegen hen dan ook werden de twee mannen binnen luttele uren weer vrijgelaten.
Godzijdank kan het blog ons uitleggen waar we zoveel onrechtvaardigheid aan te danken hebben: ,,Dit is het typische gedrag van de Hongaarse politiemacht. Waarschijnlijk in opdracht van hogere autoriteiten laat de politie zigeunercriminelen lopen, terwijl op hetzelfde moment Hongaren worden lastiggevallen en gearresteerd op basis van verdenkingen, zonder enig bewijs of met vals bewijs. Als gevolg daarvan dwalen zigeunercriminelen, inclusief moordenaars, vrij door het land en terroriseren de vreedzame bevolking."

zaterdag 18 april 2009

GELD TERUG

Als ik sommige Hongaren moet geloven, is in dit land geen mens te vertrouwen. Ik weet niet zo goed waar dat pessimistische zelfbeeld op gebaseerd is. Ik weet het, er zijn mensen met andere ervaringen. Afgelopen week sprak ik met een Nederlandse landbouwer die zijn oogst tegenwoordig laten bewaken om te voorkomen dat de velden 's nachts worden leeggeroofd. Iedere nacht stoppen er meerdere auto's met het doel om aardappels of uien te rooien. Het probleem is zo groot, dat de man inmiddels besloten heeft geen aardappels meer aan te planten.
Maar persoonlijk voel ik me zelden bedrogen. In tegendeel. Bij de Engelse les die ik geef, heeft een aantal deelnemers eenzijdig besloten dat ze vinden dat ik te weinig vraag. De eerste keer dat ze me meer betaalden en zeiden dat het wel goed was, dacht ik nog dat het toeval was, maar nu ze me iedere les meer geld in mijn handen drukken dan zou moeten, weet ik dat het opzet is.
Maar goed, dat zijn mensen die ik ken. Verbaasder was ik, toen ik laatst een telefoontje kreeg van onze dierenarts. We hadden die ochtend een pijnstiller voor onze hond gekocht. Dat spul is duur, en bovendien kwam er nog een hele behandeling bij, dus dat de rekening hoog was, was ons niet opgevallen. Maar de dierenarts zag later dat ze 1200 forint teveel had berekend. Of we haar daar de volgende keer als we kwamen, aan konden herinneren, dan zou ze het van de rekening aftrekken.
Vanochtend meldde onze zoon dat hij bij de pizza die hij laatst had besteld, 100 forint, 35 eurocent, teveel had betaald. Maar dat was niet erg, meende hij. Erg vond ik het ook niet, het ging niet om een wereldbedrag, maar een beetje vervelend wel natuurlijk, een pizzabezorger die je op zo'n manier belazert. Maar dat bleek helemaal niet het geval te zijn. Dat hij wist dat hij teveel had betaald, was namelijk omdat de pizzabakker hem een SMS'je had gestuurd. Volgende keer als hij een pizza bestelt, zullen ze het geld verrekenen.
Twee keer in één week dezelfde ervaring, dat vind ik opmerkelijk. Maar eerlijk is eerlijk, daar staat tegenover dat ik onlangs ook twee toeristen sprak die er echt ingetuind waren, in de Boedapestse knappe-meisjes-truc.
Iedere toeristengids waarschuwt ervoor: je loopt als man alleen of in een groepje op straat, en wordt aangesproken door twee leuk uitziende meisjes die uit de provincie komen, de weg kwijt zijn en even op je kaart willen kijken (of een ander geloofwaardig verhaal). Omdat je ze zo aardig helpt, stellen ze voor ergens wat te gaan drinken. Dat doe je dan, en voor je het weet krijg je in de kroeg een rekening gepresenteerd die kan oplopen van enkele honderden tot één of tweeduizend euro. Als je weigert, verschijnen er enkele zeer fit en goedgetrainde heren naast je stoel en maken duidelijk dat niet betalen geen optie is. Geen geld bij je? De heren begeleiden je graag naar de dichtstbijzijnde geldautomaat om het noodzakelijke bedrag te pinnen.
Een paar weken geleden kwamen er een paar officials van de UEFA kijken of Boedapest een geschikte plek is om een paar internationale wedstrijden te organiseren. Nu is de Hongaarse hoofdstad een van de veiligste hoofdsteden van Europa, maar ik vermoed dat de heren daar anders over denken nadat ze dankzij een paar aardige meisjes duizenden euro's lichter zijn gemaakt. Een van de problemen bij de aanpak van deze vorm van criminaliteit is overigens, dat veel van de betrokken bars semi-illegaal opereren en even snel verdwijnen als ze opkomen.
Hoeveel mannen dat precies overkomt, is onduidelijk. Het moeten er veel meer zijn dan de officiele cijfers van de politie aangeven. Ik ken inmiddels drie slachtoffers, en alledrie geneerden ze zich voldoende voor hun stupiditeit om geen aangifte te doen. U bent gewaarschuwd.

maandag 13 april 2009

ÉÉN PROCENT

Het is belastingaangiftetijd in Hongarije en dus de tijd voor het jaarlijkse schuldgevoel. Niet over mogelijke belastingontduiking - ik ben een schijterd, en dus een braaf mens - maar over de klemmende vraag aan wie ik mijn 1% ditmaal geef.
De Hongaarse belastingwetgeving biedt mensen de mogelijkheid om één procent van hun inkomstenbelasting aan een door hen zelf te bepalen goed doel te geven (wie gelovig is, kan daarnaast nog één procent aan een door hem uitgekozen kerk schenken).
En dus kijken je in deze maanden van het jaar van alle muren, reclameborden en winkelruiten treurige honden, arme of zieke kindertjes, eenzame bejaarden en andere goede doelen smekend aan. De brievenbus raakt gevuld met bedelbrieven en je kunt geen Hongaarse internetsite openen of ergens in de marge wordt wel het verzoek gedaan om je ene procent aan deze of die organisatie te geven.
Milieuorganisaties, sterrenwachten, vrouwenorganisaties, de school van mijn zoon, allemaal smeken ze me om mijn geld. En minstens de helft van die organisaties zou ik met liefde geld geven. Maar verdelen is geen optie: je mag één papiertje invullen om je éne procent weg te geven.
Feit is natuurlijk dat het hemd nader is dan de rok, en een instelling die me na staat, maakt dus de meeste kans op mijn steun. Daarom wordt het, zoals alle jaren, de school van mijn zoon. Die kan de steun gebruiken: het gebouw is hard toe aan een lik verf, de tafels en stoelen dateren uit het jaar nul en de toiletfaciliteiten kunnen ook wel eens opgeknapt worden.
Daar gaat die ene procent overigens niet naar toe. De school heeft een speciaal fonds voor armlastige leerlingen. Daaruit kunnen ouders een bijdrage in de boekenkosten krijgen en ze kunnen er ook een beroep op doen als er klassenuitstapjes worden gemaakt.
Nuttig, zonder enige twijfel, want onze zoon gaat naar een openbare school waar ook kinderen uit arme gezinnen heengaan, en het is goed dat die ook een goede schoolopleiding kunnen volgen. Je moet er bovendien rekening mee houden dat het aantal ouders vanwege de krisis de komende jaren toeneemt, dus het fonds een beetje spekken kan geen kwaad.
Gelijktijdig realiseer ik me dat er andere organisaties zijn die het geld misschien nog veel harder nodig hebben. De dierenbescherming staat in zijn kinderschoenen, vakantiekampen voor kankerpatientjes zijn een zeer nuttige instelling in een land waar zieken traditioneel echt als zieken worden behandeld, en kindertehuizen kunnen altijd beter. Het blijft een dilemma en er is slechts één troost: als ik het geld ergens anders aan zou besteden, zou mijn schuldgevoel vermoedelijk net zo groot blijven. Want er zijn waarschijnlijk áltijd doelen te vinden die beter zijn dan dat doel dat je toevallig hebt uitgekozen.

dinsdag 7 april 2009

DRONKEN

Wie op Youtube het woord rézseg (dronken) intikt, kan daarna urenlang zoet zijn. De video-website heeft een horde aan Hongaarse opnames van mensen in meer dan kennelijke staat. Die oogst is niet echt verbazingwekkend, want Hongaren behoren tot de grootste alcoholconsumenten in Europa. Volgens cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie stouwen alleen de Tsjechen en de Luxemburgers meer weg.
Het videomateriaal varieert van hilarisch tot ronduit droevig. Persoonlijk vind ik het moeilijk om te lachen bij een jongen van begin 20 die midden op de dag in een McDonalds in Budapest zo bezopen staat te wezen dat hij gewoon in zijn broek piest. Wat moet er van zo'n leven worden, vraag je je af. De meeste van de andere filmpjes geven eigenlijk het antwoord op die vraag, want al die dronken mannen zijn min of meer zijn voorland.
Wat opvalt aan vrijwel al die video's is de gelatenheid die eraf straalt. De meeste opnames tonen een eindeloze worsteling om het lijf dat na een hele fles palinka niet meer wil gehoorzamen, weer in bedwang te krijgen, vaak in combinatie met een fiets, een boomstam of een helling die het vertikken om mee te werken.
Ik heb in Hongarije inderdaad maar zelden een brallerige, agressieve of juist zeer uitgelaten dronkaard gezien. Zelfs de vijftien-, zestienjarigen die zich, veel te vaak, in het park tegenover ons huis te buiten gaan aan een fles goedkope drank, doen dat over het algemeen verrassend stil. Lawaaiige zuiplappen zullen er zeker zijn, maar meestal lijkt alcohol simpelweg een verdovende werking te hebben en gedraagt de bezopene zich met een berusting alsof hij te doen heeft met een natuurverschijnsel waar hij geen vat op heeft. En de omgeving gaat er vaak net zo mee om.
Ooit zat ik midden op het platteland in een vrachtwagenrestaurant met een aantal chauffeurs te praten, toen aan de overkant van de straat een taxi stopte. De chauffeur deed de achterdeur open, sjorde zijn passagier de berm in en vertrok. Even later ging de deur van een nabij huis open. Er kwam een vrouw uit met een touw in haar hand. Ze duwde de laveloze dronkaard nog iets verder van de weg af, bond het touw aan zijn been, het andere eind aan het hek, en ging weer naar binnen.
Een tijd geleden was er een bruiloft in het dorp, waar een zigeunerbandje optrad. Het was een lange avond, en diep in de nacht had het bandje, net als de rest van de gasten, een behoorlijke slok op. Naarmate de muzikanten dronkener werden, werd hun repetoire kleiner, tot het uiteindelijk tot precies één nummer was ingekrompen, dat bovendien steeds valser begon te klinken. Ik lag verderop in mijn bed te wachten op het moment dat ook dat ene nummer hen nog te veel zou worden. Dat gebeurde om vier uur 's nachts. Ik heb geen idee hoe ze zijn thuisgekomen.