|
György Balavány |
In 2010 was
journalist György Balavány overtuigd aanhanger van de Hongaarse premier Viktor
Orbán en diens partij Fidesz. Als politiek commentaar van de Fidesz-gezinde
Magyar Nemzet bekritiseerde hij jarenlang met scherpe pen de vorige
socialistische regering. Inmiddels kijkt hij met schrik naar de koers van de
huidige regering. “Als Orbán het in toespraken over Hongaarse bloedbanden
heeft, slaat hij een gevaarlijke route in.”
Waar ziet u uzelf politiek staan?
Ik ben
overtuigd christen, en denk niet dat het christendom links of rechts is. Voor
mij betekent het: solidariteit, respect, eerlijkheid, vertrouwen in mens en de
maatschappij, mensen niet veroordelen wegens hun overtuiging, afkomst of
geaardheid. Voor mij is het verhaal van Jezus die de voeten van zijn leerlingen
wast heel belangrijk: zijn nederigheid tegenover de medemens. Deze regering
benadrukt het christendom en Orbán gelooft oprecht dat hij door God is gekozen.
Maar zie je Hongaarse politici die zich zoals Jezus opofferen? Voor hen betekent gelovig zijn
dat je tegen homo’s bent, voor een groot gezin, tegen drugs. Het omgekeerde van
christelijke tolerantie.
Ik zie mezelf nog steeds als conservatief, maar ik ben wel veranderd, opener geworden. Ik heb vroeger stukken geschreven waar ik me nu voor schaam. Mijn kritiek op de vorige regering staat overeind, maar ik heb premier Gyurcsány destijds zeer persoonlijk aangevallen. Dat was verkeerd, net als verhalen over criminaliteit op het platteland, waarin ik schreef over “de zigeuners”. Ik heb me daar ooit in een artikel voor verontschuldigd. De reacties daarop waren interessant. Voor rechts ben ik een soort verrader, maar bij links kan ik ook geen goed doen. De liberale Magyar Narancs deed mijn verontschuldigingen af met “een keer een racist, altijd een racist.”
Dat weerspiegelt wel de diepe kloof in de
samenleving.
Helaas wel,
ja. Fidesz heeft precies het omgekeerde gedaan van wat ze beloofden. In plaats
van overleg en streven naar nationale consensus worden critici afgestraft,
wetten er zonder discussie doorheen gedreven en vindt er een enorme machtscentralisatie
plaats. Steeds meer instellingen komen in handen van de staat, Orbán trekt
alles naar zich toe en steeds minder mensen om hem heen durven hem tegen te
spreken. Er zijn is een grote groep weldenkende mensen in Fidesz, maar het
probleem is dat ook zij geen alternatief voor Orbán zien. De partij wordt 22
jaar na de val het communisme nog steeds bij elkaar gehouden door angst voor de
commies en door de nationale vrees voor de buitenwereld die het kleine
Hongaarse volk wil verdrukken en dat zijn angsten waar Orbán als populist op in
weet te spelen. Maar die angsten bedreigen ons nationale vermogen tot zelfreflexie. We
zijn niet alleen slachtoffer, we moeten bijvoorbeeld onder ogen zien dat
Hongarije in de 20
ste eeuw (
als
bondgenoot van Hitler, R.H.) geen erg positieve rol heeft gespeeld. Dit land
gaat echt kapot aan die angst en verdeeldheid.
Wanneer begon u er anders tegenaan te kijken?
Op 17 februari moet György Balavány voor de rechter komen. Staatspersbureau MTI heeft hem aangeklaagd, omdat hij de publieke media er in een blog van heeft beschuldigd belastinggeld te misbruiken om de kijkers te desinformeren. MTI ziet daarmee zijn goede naam en zakelijke belangen geschaad en eist daarom 10 miljoen forint (zo’n 36.000 euro) schadevergoeding. Balavány ziet het proces als een waarschuwing aan kritische journalisten: “Als ik veroordeeld word, zullen collega’s voorzichtiger worden met wat ze schrijven. Zelfcensuur dus.” Volgens de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Euorpa (OVSE) wordt Balavány uitsluitend wegend zijn opinie vervolgd en kan het proces serieuze gevolgen hebben voor de mediavrijheid in Hongarije.
Toen ik begon bij de Magyar Nemzet, schreef ik sociale reportages, vooral over het leven op het platteland. Als oppositiepartij had Fidesz een duidelijk sociaal programma, met nadruk op armoedebestrijding, onderwijs en ontwikkeling van het platteland. Maar tegen de verkiezingen merkte je al dat de toon veranderde en uiteindelijk bleken de verschillen met de vorige regering veel geringer dan ik hoopte. Een oppositiepartij kan makkelijk van alles zeggen, dat waarmaken is een andere zaak.
Later ben ik politieke commentaren gaan schrijven. De Magyar Nemzet was in die jaren een oppositiekrant. Maar toen Fidesz won, werd het plotseling een regeringskrant. Daar voelde ik me niet prettig bij. Ik heb toen geprobeerd om een onafhankelijke conservatieve krant op te richten. Ik was destijds nog zo naïef om te denken dat ik zoiets in samenwerking met Fidesz en enkele progressieve figuren van de grond kon krijgen. We begonnen met een webkrant en hadden toch iets van 25000 unieke hits per dag. Aanvankelijk kregen we steun van Zoltan Balog, destijds staatssecretaris voor Romabeleid. Maar na kritische stukken, onder meer over de mediawet, de kerkwet, de manier waarop de rechten van het consitutionele hof werden ingeperkt en het zwijgen van de regering na anti-zigeuneruitspraken van de extremistische Jobbik trok Balog zich terug. Toen durfden de financiers ook niet meer. Sindsdien werk ik freelance en heb ik mijn eigen blog.
Ziet u een alternatief?
De stemming
verandert wel, vooral in de buitenparlementaire oppositie. Bij
studentenprotesten afgelopen december werkten linkse en rechtse studentenorganisaties
samen, dat was echt een voorbeeld. Fidesz kan nog steeds veel mensen mobiliseren,
maar grote groepen zijn echt teleurgesteld: leraren die meer uren maken voor
minder geld, kleinere kerkgenootschappen die hun vergunning kwijt zijn geraakt,
politieagenten die hun pensioensregeling moesten inleveren, studenten die als
ze met een beurs willen studeren, moeten ondertekenen dat ze in Hongarije gaan
werken. Hoopgevend is dat het Constitutionele Hof onlangs een aantal
belangrijke wetten, zoals de kiesregistratie waartegen grote maatschappelijke
weerstand was, afkeurde.
Maar een
politiek alternatief ontbreekt. Oppositieleider Gordon Bajnai staat voor conservatieven
te dicht bij de socialisten en hij mist bovendien een duidelijk programma. Misschien
is dat ook niet zo erg, want het zou goed zijn als partijen uit verschillende
politieke stromingen samenwerken in een verkiezingscoalitie om Fidesz te verslaat en orde op zaken te stellen en om
dan na twee jaar nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Daarmee zou ruimte komen
voor een kleurrijk parlement van meerdere partijen, dat de cultuur van
verkettering eindelijk achter zich kan laten.