Posts tonen met het label uitkeringen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label uitkeringen. Alle posts tonen

zondag 16 november 2014

Land zonder sociale voorzieningen

Werkverschaffing. Foto: Pester Lloyd
Als het aan de Hongaarse premier Viktor Orbán ligt, schaft Hongarije in 2018 alle uitkeringen voor werklozen af. Wie geen baan heeft, moet meedoen aan de publieke werkverschaffing of hongerlijden. De sociale welvaartsstaat heeft volgens Orbán afgedaan. Zijn doel is een land waar "iedereen een baan heeft waarvan hij niet alleen kan leven, maar zelfs wel bij vaart." In de komende vier jaar gaat de bijstand van 28000 forint per maand (pakweg 90 euro) jaarlijks met een kwart omlaag.
Volledige werkgelegenheid klinkt als een nobel streven, zonder enige twijfel. Nieuw is het idee niet: in het communisme was er ook sprake van volledige werkgelegenheid en werkplicht. Uitkeringen bestonden niet. Onzinnige baantjes daarentegen bij de vleet, want zinnig, goed betaald werk creëren voor iedereen, dat is tot nu toe nog niemand ter wereld gelukt. Internetsite Index deed afgelopen week uitvoerig onderzoek naar de resultaten van het Hongaarse publieke werkprogramma en hun conclusies stemmen niet vrolijk.
Die werkverschaffing is om te beginnen bepaald geen baan waar je wel bij kunt varen. Je verdient iets van er 150 euro per maand, de helft van het minimumloon. Het is ook geen aanzet om uiteindelijk in een reguliere baan aan de slag te gaan, zoals de bedoeling was van sociologe Zsuzsanna Hegedüs, het brein achter het plan. Recente onderzoeken wijzen eerder op het tegendeel. Hoewel de werkloosheid volgens de officiële cijfers is gedaald, is de armoede in Hongarije de afgelopen jaren dramatisch gestegen. Het aantal armen is gestegen van 2,92 miljoen in 2008 naar 3,3 miljoen nu. En dat op een bevolking van 10 miljoen mensen. Armoede in Hongarije is iets anders dan armoede in Nederland. Het betekent voor zeer veel mensen een huis dat 's winters niet gestookt wordt en kinderen die het bij winters van min 15 of min 20 moeten doen zonder winterkleding en die regelmatig zonder eten naar bed moeten. Oh ja, en op het illegaal kappen van hout staat gevangenisstraf.
De werkverschaffing blijkt voor de meeste mensen die erin zitten een doodlopende weg. Ze zijn ongeschoold of hooguit zeer laag opgeleid en de enige manier waarop ze een echte baan zouden kunnen krijgen, is scholing. Maar als je de hele dag aan het werk bent, komt het niet van bijscholen. Ook niet van solliciteren, trouwens. Volgens een onderzoek van de Hongaarse Academie van Wetenschappen vond in 2011-2012 zo'n 18 procent van de mensen in een werkprogramma een echte baan. Inmiddels is dat cijfer gedaald naar 13 procent.
Daarbij speelt lage opleiding niet de enige rol. Veel gemeenten laten hun straten en plantsoenen liever onderhouden door goedkope arbeidskrachten uit de werkverschaffing dan door reguliere straatvegers en tuinlieden die dubbel zoveel kosten. Sterker nog, in een behoorlijk aantal gemeenten zijn reguliere banen simpelweg wegbezuinigd en vervangen door mensen uit het publieke werkprogramma, met een beetje pech dezelfde mensen die het werk daarvoor als echte baan deden. Gemeenten zijn dan ook lang niet altijd blij als die mensen proberen echt werk te zoeken. Dat verklaart waarschijnlijk mede waarom er zo bitter weinig terechtkomt van de scholingsprogramma's die bij de introductie van de werkverschaffing werden beloofd.
Veel mensen in de werkverschaffing hebben het simpelweg veel te druk om ander werk te zoeken. Omdat je van 150 euro niet kunt leven, klussen ze er vaak zwart bij. Werkdagen van 12 tot 14 uur zijn in zo'n geval geen uitzondering en dan blijft er voor solliciteren weinig tijd over. Een ander probleem is volgens de studie van de Academie van Wetenschappen dat veel mensen met een uitkering simpelweg het geld niet hebben voor het buskaartje waarmee ze naar een sollicitatiegesprek zouden kunnen gaan.
De werkloosheid is volgens officiële statistieken de afgelopen jaren fors gedaald. Met 7,6 procent lijkt Hongarije op Europees niveau bepaald niet slecht te scoren. Maar wie in de werkverschaffing zit, is volgens de statistieken gewoon een werkende, en geen werkloze die eigenlijk op zoek is naar een echte baan. Zou je die mensen tellen als wat ze feitelijk zijn, namelijk werklozen zonder regulier werk, dan kom je volgens Index eerder op een werkloosheidscijfer van ruim 11 procent.
Ook wordt in diezelfde statistieken trouwens niet meegeteld dat enkele 100-duizenden Hongaren de afgelopen paar jaar naar het buitenland zijn vertrokken om daar een beter betalende baan te zoeken. Ook dat verlaagt het werkloosheidscijfer, maar dat kun je moeilijk aan het regeringsbeleid danken. Tenzij je de regering natuurlijk krediet wilt geven voor het feit dat honderdduizenden  hun toekomst liever in het buitenland zoeken.

woensdag 16 april 2014

Zinloos werk voor te weinig geld

"Ik bevries," zegt de toiletjuffrouw bij de wc in het park. Ze drentelt kleumend op en neer. Iedere dag als ik er met mijn hond langskom, zegt die even gedag tegen haar en dan maken we even een praatje.Er staat een straffe wind, af en toe regent het en de temperatuur is een graad of twaalf. Nauwelijks weer voor een gezellige wandeling en bovendien ligt de wc een beetje achteraf, langs het fietspad. Hoeveel mensen er komen op een dag als vandaag, vraag ik. Ze haalt haar schouders op. Niemand, eigenlijk.
Gooi de boel dicht, zou je zeggen, maar die keuze heeft ze niet. Ze is közmunkás, een van de pakweg 250.000 mensen die in ruil voor een uitkering van pakweg 77.300 forint bruto ( 50.632 forint netto, iets van 165 euro per maand!) straten vegen, kreupelhout rooien of de hele dag voor een wc zitten waar niemand komt. Werkverschaffing, zo noemden we dat in de jaren dertig in Nederland.
In de winter is de wc dicht, maar sinds begin april is hij weer open. Ik heb er nog nooit iemand in of uit zien gaan, al zal er in de zomer best wel eens een fietser langskomen die er blij mee is. Per slot van rekening loopt het fietspad dat van de Slowaakse grens af langs de Donau naar Boedapest voert, hier ook langs. De wc-juffrouw doodt haar tijd met het aanleggen van perkjes met violen rondom de bomen naast de wc en met het oplossen van kruiswoordraadsels. Van 50.000 forint kun je niet leven, zeg ik. Ze haalt haar schouders op. "Moeilijk, heel moeilijk. Maar het moet," antwoordt ze.
Wie weigert, krijgt namelijk helemaal geen geld meer.  Mensen in de werkverschaffing kunnen ook worden gehuurd. Her en der betekent dat, dat ze worden ingezet om onder het minimumloon op landbouwbedrijven werken in banen waar eerder een normale werknemer actief was.
Hoe de werkverschaffing mensen de arbeidsmoraal van betrokkenen moet verbeteren is mij een raadsel, en dat heet toch een van de doelstellingen van het programma te zijn. Om arbeid te creëren wordt allerlei werk dat makkelijk door machines gedaan kan worden, nu met de hand gedaan. Ik probeer me een familie voor te stellen die sinds drie generaties geen werk heeft. Niet ongewoon in zigeunerdorpen in het oosten van Hongarije, waar meer dan negentig procent van de mensen zonder werk zit en waar wijd en zijd geen echte baan te vinden is.
Ik zie de jongste generatie voor me, de twintigjarige zoon, zelf inmiddels ook huisvader, die de hele dag voor minder dan het minimumloon kreupelhout heeft staan rooien. De kans lijkt me klein dat hij, na een hele dag tussen doornige acacia's, meidoorns en hondsrozen die de normale bermbegroeiing vormen, 's avonds thuiskomt en bij de avondmaaltijd zegt: "Ik ben toch zo blij met mijn nieuwe baan." Als de familie zich al een avondmaaltijd kan veroorloven, want de inkomens zijn zo gering dat heel wat kinderen in die regio 's avonds met lege maag naar bed gaan.


dinsdag 16 oktober 2012

Tekenen van armoede: straathandel, diefstal en voedselrijen

2012: in de rij voor voedsel op het Telekiplein, Boedapest
Voor het Nyugatistation in Boedapest staat een oudere vrouw met zakjes zelfgebakken koekjes die ze te koop aanbiedt. Het is een keurige dame, met net gekapt, kort grijs haar. Bepaald geen straatverkoopster. Maar straathandeltjes nemen toe in Boedapest. Ik zag al iemand asbakjes verkopen die hij ter plekke uit frisdrank- en bierblikjes fabriceerde. Bij een metro-uitgang waar eerder nooit iemand stond, staat tegenwoordig altijd iemand met kistjes fruit van het seizoen. Bij een parkeerplaats langs een drukke straat verscheen plots een karretje dat worst en koffie verkocht. Maar het meest droef word ik van gepensioneerden die duidelijk hun eigen hebben en houden op straat staan te slijten: wat oud keukengereedschap, een enkele bureaulamp.
1919: in de rij voor voedsel op het Telekiplein, Boedapest
Het doet me een beetje denken aan begin jaren negentig, toen Hongaren na de val van het communisme massaal hun werk kwijt raakten. Wie in die dagen het hoofd boven water wilde houden, moest wel iets verzinnen. Tot de gemeente er paal en perk aan stelde, zag je destijds overal stalletjes in de stad, met boeken, sokken, watermeloenen of Chinese horloges.
Sommigen wisten zo net te overleven, anderen zetten er de eerste stappen mee naar een bloeiend bedrijf. Ik had ooit een buurman wiens zaakje in zwemkleding van welgeteld één vierkante meter uiteindelijk uitgroeide in een echte sportwinkel. De nationale boekenketen Alexandra begon ooit met een boekenstalletje op straat in Pécs. Desondanks: dat een oudere dame in 2012 op straat koekjes moet venten om haar ontoereikende pensioen aan te vullen, stemt somber. Het is een teken van de groeiende Hongaarse armoede.
Dezelfde dag dat ik de vrouw met de koekjes zie, word ik door een jongere, wat gezette vrouw in de tram aangeklampt om geld. Ze zit in de werkverschaffing, vertelt ze, en daar kan ze niet van leven. Het kan waar zijn, of het kan niet waar zijn, maar ik ben tegenwoordig ruimhartiger met geld, zeker als degene die erom vraagt, er niet uitziet alsof mijn centen zo snel mogelijk in een fles palinka worden omgezet. Want ik weet: wie aan de onderkant van de samenleving zit, heeft het een stuk moeilijker dan een aantal jaren geleden.

Vorig jaar werd er al drastisch gekort op de uitkeringen en dit jaar gingen ze nog verder omlaag, en dat terwijl de inflatie meer dan zes procent is. Een langdurige werkloze moet het doen met 22800 forint, zo'n 80 euro per maand. En als hij een familie heeft, moet die daar ook van leven. "Een land kan zich - zeker in tijden van een Europese crisis - niet veroorloven dat mensen die kunnen werken, leven van een uitkering. Daarom krijgen Hongaren geen langdurige inkomens-vervangende uitkeringen," aldus verklaarde  premier Viktor Orbán in juli dit jaar dit uitkeringsbeleid.