Rust en ruimte |
Asielzoekers uit het Midden-Oosten zijn niet welkom, maar begin februari zei premier Viktor Orbán dat zijn land graag echte vluchtelingen wil opnemen: "Duitsers, Nederlanders, Fransen en Italianen, bange politici en journalisten die in Hongarije het Europa zoeken dat ze thuis verloren zijn."
De premier verwees naar een nieuwe trend: de groeiende populariteit van Hongarije onder West-Europeanen op zoek naar een plek om nu of later te gaan wonen. Onze zuiderburen hebben er zelfs al een term voor: de vluchtende Vlaming. De een wordt gelokt door de rust en het klimaat, de ander door het belastingstelsel dat voor AOW'ers en arbeidsongeschikten zeer gunstig uitpakt: pensioen en uitkering zijn namelijk belastingvrij. Verder zijn de huizen spotgoedkoop.
Maar angst voor vluchtelingen en de islam is voor velen een bijkomende reden om juist voor Hongarije te kiezen. Jacqueline is blij met het grenshek dat Orbán liet bouwen. "Hij stelt het belang van Hongaren voorop. Dat vind ik prima, en ik hoor van anderen hetzelfde." Huizenbemiddelaars hebben dezelfde ervaring. De Duitse makelaar Ottmar Heide, die huizen rond het Balatonmeer verkoopt, vertelde vorig jaar tegenover de Beierse televisie dat acht van de tien mensen die hem om informatie bellen, expliciet het Duitse vluchtelingenbeleid als reden noemen.
Inmiddels hebben in een straal van 25 kilometer rond Csemö zo'n 300 Nederlanders en Vlamingen een boerderij gekocht. De Bastiaensen hebben er hun levensonderhoud van gemaakt: ze houden bij leegstaande vakantiehuizen een oogje in het zeil. Maar ze zien ook een groeiend aantal mensen dat zich definitief vestigt. "Al onze buren zijn Nederlanders die hier wonen. Mensen trekken naar elkaar toe, ja. Het is niet dat we dagelijks bij elkaar op de koffie gaan, maar het is toch prettig om landgenoten in de buurt te hebben," zegt Jacqueline. Al was het maar om de taal: net als de meeste Nederlandse, Belgische en Duitse immigranten spreken de Bastiaensen zeer gebrekkig Hongaars. "Zoals een Turk Nederlands. Het is een moeilijke taal," verzucht ze.
Gewone, bezorgde burgers zijn niet de enigen die in Hongarije een toevluchtsoord zien. Volgens politiek analist Péter Krekó trekt Orbáns beleid een groeiend aantal buitenlandse rechtsextremisten. Die moeten overigens geen al te hoge verwachtingen hebben als het om het opnemen van politieke vluchtelingen uit West-Europa gaat.
Dat ondervond de 81-jarige Duitser Horst Mahler, die in mei politiek asiel aanvroeg. Mahler, ooit bekend als advocaat van de links-extremistische Rote Armee Fraction, veranderde in de jaren tachtig in een extreemrechtse Holocaust-ontkenner en werd om die reden in Duitsland tot tien jaar veroordeeld. In 2015 kwam hij om gezondsredenen tijdelijk vrij, maar toen hij dit voorjaar de rest van zijn straf moest uitzitten, vluchtte hij naar Hongarije. Dat leverde hem luttele weken later weer aan Duitsland uit.
Ook twee Britse rechtsextremisten bleken dit voorjaar niet langer welkom. Jim Dowson en Nick Griffin, ex-leden van de British National Party met paramilitaire contacten en een strafblad, waren sinds 2013 in Hongarije actief, onder meer met de verkoop van onroerend goed . Ze richtten precies op die doelgroep die Orbán graag ziet komen: conservatieve, katholieke blanken die zich zorgen maken over de toenemende islamitisering in West-Europa. Maar in mei werd Dowson tegengehouden op het vliegveld en kreeg Griffin te horen dat hij het land uit moest. Volgens de Hongaarse antiterrorisme-eenheid TEK vormden ze namelijk een gevaar voor de nationale veiligheid.
Dit verhaal verscheen eerder in het dagblad Trouw