Posts tonen met het label ambtenaren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ambtenaren. Alle posts tonen

donderdag 7 december 2017

Belastingdienst zorgt voor zijn centen

Af en toe spreek ik Nederlanders die naar Hongarije verhuisd zijn omdat ze genoeg hebben van het Nederlandse oerwoud aan regels en ambtenarij. Nou denk ik dat we in Nederland best met een regeltje minder toe zouden kunnen, en in veel sectoren inmiddels met heel wat regeltjes minder. Maar desondanks: keep on dreaming.
Hongarije barst van de regelgeving, maar dat veel Hongaren ook niet precies weten hoe het zit, komt omdat de informatie (voorlichting kun je het niet noemen) over die regelgeving over het algemeen verpakt is in een ambtelijk taalgebruik waar zelfs een advocaat nog moeite mee heeft. Pakweg in de geest van 'met inachtneming van artikel 4, paragraaf 6a van verordening 206 A van de wet op de vuilnisophaal 2006 wijs ik erop dat het slechts is toegestaan om op basis van verordening 10bis van de gemeentelijke afvalverwerkingsregeling d.d. 10 augustus 2007 goedgekeurde afvalcontainers met een maat van maximaal 70x70x150 centimeter langs de weg te plaatsen.' . Met andere woorden: de vuilnisbakken die je mag gebruiken, mogen maximaal 70 bij 70 bij 150 centimeter groot zijn.
Bovenstaand voorbeeld, ik geef het meteen toe, heb ik ter plekke verzonnen. Maar de tekst zou zo uit de pen van een Hongaarse ambtenaar gevloeid kunnen zijn. Sterker nog, ik heb ze aanzienlijk moeilijker gezien. Informatie van de Hongaarse overheid is altijd in zo'n vorm gegoten dat niemand er kaas van kan maken.
We legden ooit een voor ons onbegrijpelijke brief van een overheidsinstantie aan een Hongaarse buurvrouw voor. Ze doceerde aan de universiteit, maar begreep zelf ook totaal niet wat er nou precies stond. En dan hadden wij nog een goed opgeleide buurvrouw. Je zou maar een ongeletterde zigeuner in een dorp vol met andere ongeletterde mensen zijn en zo'n epistel krijgen.
Ergens in die onleesbare brij van wetten, artikelen en verordeningen moet er eentje zijn die bepaalt dat het de belastingdienst, maar ook de gemeente is toegestaan zomaar belastinggeld van je bankrekening te halen. Dat gebeurt namelijk. Het overkwam een vriendin van ons, die er op pijnlijke wijze achterkwam dat ze haar elektriciteitsrekening niet kon betalen omdat er geen geld op haar rekening stond terwijl ze dat wel verwachtte. Het bleek dat de gemeente belasting waarvan ze niet eens wist dat ze hem schuldig was, van haar rekening had gehaald.
Raar foutje? Niet volgens haar boekhouder, die zei dat het helemaal volgens de regels was, en ook niet volgens mijn eigen ervaring. Onlangs moest ik voor iemand een brief van de bank vertalen, die geheel gesteld was in bovenstaand onbegrijpelijk ambtelijk taalgebruik. Pas na enig denken begreep ik waar het om draaide: de bank liet de rekeninghouder weten dat de belastingdienst een bepaald bedrag van zijn bankrekening had geïnd, of - als dat geld niet op zijn rekening stond - dat de belastingdienst alvast een claim had gelegd op geld dat in de toekomst binnen zou komen.
Zelf ontdekten we op zeker moment ook dat de gemeente gemeentelijke belasting van onze rekening had afgeschreven, zonder ons ooit een brief te hebben gestuurd dat we dat geld verschuldigd waren. Dankzij mijn vriendin en de vertaalde brief wist ik inmiddels dat ik nergens van op moet kijken op dit vlak. Gelukkig kwamen we er niet pas achter omdat we onze elektriciteitsrekening niet konen betalen. Want aan aanmaningen doen de gas en lichtleveranciers nauwelijks. Voor je het weet, ben je gewoon simpelweg afgesloten.
We zullen maar zeggen, het is de Hongaarse vertaling van de slogan van de Nederlandse belastingdienst: "Leuker willen we het niet maken. Makkelijker wel. Voor onszelf".

woensdag 4 maart 2015

Volkomen helder

Een behoeftige in een perifeer dorp
In gezegende staat of in verwachting. Dat zijn de termen die ambtenaren van het Hongaarse ministerie van menselijke hulpbronnen in toekomst moeten gebruiken als het over zwangere vrouwen gaat. Armoede mag ook niet meer. Hongarije heeft alleen nog maar ‘behoeftigen’. Onlangs kregen de medewerkers van het superministerie, dat belast is met onderwijs, sport, gezondheidszorg, sociale zaken, cultuur, religie en familiezaken, per e-mail een pagina’s lange lijst met termen die ze niet meer geacht worden te gebruiken, plus de gewenste alternatieven.
Zoltan Balog, een gereformeerde dominee die minister van menselijke hulpbronnen is (op zich al een curieuze benaming, ook in het Hongaars) zei een paar maanden geleden al dat hij het woord ‘terhesség’ (zwangerschap) liever zag verdwijnen. Die Hongaarse term suggereert een last, maar in een land dat graag zoveel mogelijk kinderen wil, is zwangerschap natuurlijk geen last, maar een lust.
Na het uitlekken van de lijst trokken media onmiddellijk de vergelijking met ‘Newspeak’, de taal die in het boek ‘1984’ van George Orwell werd ontwikkeld om de gedachten van de burgers te controleren en in te dammen. Maar dat is uiteraard niet de bedoeling, aldus een woordvoerder van het ministerie tegenover de nieuwssite VS.hu, die de hand op de e-mail wist te leggen. We moeten de lijst zien als een ‘wegwijzer’ die helderheid en eenheid in de communicatie binnen het ministerie moet scheppen.
Dat zal toch even wennen worden voor de ambtenaren, want niemand had het tot nu toe over ‘perifere dorpen’ als het om dorpen ging waar vooral of uitsluitend zigeuners wonen. Segregatie was de normale term. Maar vanaf nu wonen zigeuners dus in de periferie. Die perifere dorpen zijn trouwens geen arme dorpen, maar onderontwikkelde dorpen. Het ministerie doet ook niet meer aan armoedebestrijding, maar aan sociale convergentie. En er wonen geen families meer met ‘veel’ kinderen, alleen maar met ‘meer’ kinderen. Over helderheid gesproken.
Sommige van de nieuwe begrippen zijn duidelijk een inhaalslag in politieke correctheid. Zo mogen invalide en gehandicapt niet meer. Die termen zijn vervangen door termen in de geest van ‘mensen met een beperking’. Voor ‘vak’ (blind) moet het synoniem ‘világtalan’, worden gebruikt, letterlijk licht- of wereldloos en blijkbaar minder aanstootgevend.
Maar andere termen zijn duidelijk bedoeld om beleid te verfraaien of te verbloemen. Zo moeten medewerkers het woord voetbalstadion vermijden. Sportfaciliteit is de gewenste term. Voetbalstadions liggen namelijk politiek gevoelig. De afgelopen vier jaar zijn krankzinnige bedragen besteed aan de bouw van stadions, waaronder een peperduur ministadion met 3000 zitplaatsen in het dorp waar premier Viktor Orbán vandaan komt. Die zitplaatsen waren alleen bij de opening ooit vol. Ook de andere nieuwe stadions staan leeg, een feit dat de oppositie graag benadrukt. Vandaar dus liever: sportfaciliteiten.
Sommige gewraakte termen geven aardig aan hoe de beleidsmakers werkelijk over zaken denken. Aangezien vrouwen meer kinderen moeten krijgen, is het logisch dat ze eigenlijk thuis horen te zitten. Gelijke kansen zijn dan ook niet echt gewenst. De voorkeursterm is daarom hetzij “sociale gelijkheid” of “een harmonische samenwerking tussen man en vrouw”. Als het met die harmonische samenwerking nou niet zo botert en er thuis op los gemept wordt, mag niet meer gesproken worden over familiegeweld (de normale Hongaarse term), maar - ongetwijfeld politiek veel correcter - over ‘geweld binnen relaties’.
Hongarije heeft trouwens in toekomst geen maatschappij meer, maar een ‘Hongaarse gemeenschap’ en het  Hongaarse volk gaat vanaf nu door het leven als ‘Hongaarse natie’. Dat geeft reden tot nadenken, want zigeuners, die meestal als minderheid werden aangeduid, zijn vanaf nu ook
een natie, de Roma natie, en worden daarmee apart gezet van de Hongaren. Of de Hongaarse gemeenschap wel een plek voor hen heeft, is afwachten. Anders blijven ze dus voor eeuwig in de periferie.

zondag 27 maart 2011

NIEUWE NAAM

Straten en pleinen hernoemen is in Hongarije goede traditie. De vooroorlogse autoritaire leider admiraal Horthy deed het, de communisten deden het, na de val van het communisme sneuvelden er allerlei namen, en de huidige conservatieve regering doet het weer. Moskou verliest binnenkort zijn plein in Boedapest, Roosevelt gaat verhuizen, Elvis Presley krijgt een plein naar zich vernoemd omdat hij in 1957 een liedje zong ter ondersteuning van de Hongaarse opstand. En ook het vliegveld Ferihegy (Fransberg) heeft een nieuwe naam gekregen. Het is vernoemd naar een andere Frans, de componist Frans Liszt, of Liszt Ferenc in het Hongaars.
Op zich niets op tegen. Het Budapest Ferenc Liszt International Airport zal veel bezoekers wellicht meer zeggen dan Ferihegy. Geen buitenlander kon die naam, die pakweg moet klinken als ferriehedj, goed uitspreken. En welke flauwe heuvel in het glooiende landschap Feri’s berg was, was ook een goedverborgen raadsel. Ooit schijnt een boer namens Feri er zijn wijngaarden te hebben gehad. Tja.
Frans Liszt is, onder zijn Duitse naam althans, tenminste een internationale bekendheid. De vernoeming van het vliegveld in het internationale Lisztjaar is een mooi eerbetoon aan deze componist die zich in zijn composities liet inspireren door Hongaarse volksmuziek. Hooguit zal het voor de meeste bezoekers een verrassing zijn dat Liszt als Hongaar wordt gepresenteerd. Maar dat kan de regering niet helpen: hoewel Liszt Duitstalig opgroeide en de Hongaars taal nooit fatsoenlijk heeft leren spreken, zag hij zichzelf wel degelijk als Hongaar.
Alleen: volgens de wet moet zo’n naamswijziging worden goedgekeurd door een interdepartementale commissie, met daarin taalkundigen, geografen en andere deskundigen die ondermeer de ministeries van landbouw, binnenlandse zaken en defensie vertegenwoordigen. En die commissie was het niet eens met de voorgestelde naamsverandering. Eigenlijk wilden de commissieleden de oude naam houden, en zo niet, dan kozen ze voor een dubbele naam: Liszt Ferenc International Airport - Budapest Ferihegy. Twintig van de 21 leden stemden voor die oplossing.
Je kunt erover twisten of die oplossing nou mooier was dan het voorstel van de regering en of het handhaven van het woord Ferihegy in de naam de zaak voor de gemiddelde reiziger echt zou hebben verhelderd. De regering vond in ieder geval duidelijk van niet. Dan ga je nog eens met elkaar aan tafel zitten om er over te praten over een oplossing, zou je zeggen. Of je dankt als kabinet de commissie voor haar advies, maar besluit toch je eigen weg te volgen en het vliegveld om te dopen.
Dat laatste gebeurde uiteraard ook. Er wordt momenteel druk aan gewerkt om alle borden te vervangen. Maar daar bleef het niet bij. De opvatting van dit kabinet is duidelijk: wie in staatsdienst is, dient te dienen, niet tegen te spreken. De voorzitter en de secretaris verloren op staande voet hun functie.
Maar al snel rolden er meer hoofden. De hele commissie is zijn functie inmiddels kwijt. En niet alleen in de commissie. Wie bij een ministerie werkte, is die baan ook kwijt. Dat kan, aangezien deze regering vorig jaar een wet aannam die het mogelijk maakt ambtenaren zonder opgave van redenen te ontslaan. Die wet is door het constitutionele hof weliswaar ongrondwettelijk verklaard, maar de regering heeft tot mei om er iets aan te doen.
"Aangezien ze door het ministerie werden gedelegeerd, werd er van hun verwacht dat ze het duidelijke verzoek van de regering zouden ondersteunen,” aldus het betrokken ministerie. Er komt een nieuwe commissie, naar het schijnt. De nieuwe leden hebben hun lesje waarschijnlijk wel geleerd: altijd ja zeggen duurt het langst.

woensdag 27 juni 2007

AMBTENARENTAAL

Het aardige als je een minister interviewt, is dat je nog eens een idee kwijt kunt. Vooral in het geval van Tibor Draskovics, de minister die verantwoordelijk is voor de hervorming van het Hongaarse overheidsapparaat. Hij zit namelijk te springen om goede ideeën. ‘Best practices’ heet dat tegenwoordig in het bedrijfsleven, dat daar dure adviseurs voor inhuurt. De best practices waar Draskovics naar zoekt, zijn ervaringen van andere landen die hun ambtenaren met succes zover hebben gekregen dat ze de burger, niet zichzelf centraal stellen.
Een simpele oplossing, leek mij, is de Nederlandse regel dat ambtenaren verplicht zijn binnen dertig dagen uitsluitsel over een vergunning te geven, anders wordt die automatisch verleend. Dat zou een aardige doorbreking zijn van de Hongaarse praktijk, waarin je als burger geacht wordt binnen acht dagen na dagtekening te reageren op ambtelijke verzoeken, als je pech hebt nog op straffe van bepaalde boetes ook, terwijl diezelfde ambtenaren máááánden de tijd nemen om hun werk te doen.
Goed nieuws: dit idee had de Hongaarse regering ook zonder mijn hulp al bereikt. Sterker nog: vanaf het najaar gaat ook in Hongarije voor ambtelijke beslissingen een maximum termijn gelden. Ik ben benieuwd.
Over een andere Nederlandse praktijk was Draskovics ook te spreken, alleen had hij er zijn twijfels over of die zomaar in te voeren zou zijn. Dat is het streven om ambtelijke schrijvens zoveel mogelijk in gewone mensentaal te stellen. In Hongarije plegen ambtenaren bij voorkeur simpelweg het wetboek te citeren (misschien omdat ze zelf ook geen idee hebben wat er eigenlijk instaat) en dan sta je als burger voor de onmogelijke opgave een tekst te begrijpen die eigenlijk voor juristen geschreven is.
De meeste mensen doen die moeite waarschijnlijk niet eens. Die kijken vermoedelijk vooral of er een gele cheque bij zit die betaald moet worden. Het is mij meer dan eens overkomen dat onze Hongaarse buurvrouw, een vrouw die doceert aan de universiteit, op de vraag of zij kon zeggen wat in een ambtelijke brief stond, glazig begon te kijken en mompelde dat ze het ook niet precies wist.
Draskovics vreesde echter dat helder taalgebruik zo’n culturele omslag in de Hongaarse ambtelijke wereld vereist dat de uitvoering van dat idee wel jaren kan duren. Maar fantastisch zou het wel zijn, verzuchtte hij, en bekende dat het hem ook was overkomen dat hij naar aanleiding van een brief van de belastingdienst geen idee had gehad of hij nu eigenlijk moest betalen, of juist geld terugkreeg. Wat voor een ex-minister van financiën een opmerkelijke bekentenis mag heten.