zondag 24 juli 2016

Wantrouwen tegen nieuwe museumwijk

Het nieuwe Muziekhuis volgens architectenplannen
Meer dan verkrotte bedrijfspanden waren het niet, de gebouwen van Hunexpo in het Stadspark in Boedapest die onlangs tegen de vlakte gingen. Toch lokte de sloop protest uit van Hongaarse milieuactivisten. Volgens hen is de sloop van de leegstaande panden op de plek waar het nieuwe Hongaarse Muziekhuis is gepland, de eerste stap naar de vernieling van het oudste openbare park ter wereld.
Waar ze zich tegen verzetten zijn de regeringsplannen voor een ambitieuze museumwijk in het rond het Stadspark. Die wijk onderdak moet gaan bieden aan drie musea die nu elders staan: het ethnografisch museum, het Ludwigmuseum voor contemporaine kunst en de Nationale Galerie in het koninklijk paleis op de Burchtheuvel. Ook het naburige Museum voor Schone Kunsten, de Kunsthal, het Transportmuseum en een nieuw muziekcentrum worden onderdeel van de nieuwe wijk.
De plannen zijn grotendeels ontwikkeld door László Baán, de succesvolle directeur van het Museum voor Schone Kunsten. Als voorbeeld keek hij onder meer naar het Museumeiland in Berlijn en het Smithonian in Washington. Volgens zijn verwachtingen sluit de museumwijk goed aan bij internationale toeristische trends en zal de wijk jaarlijks zo'n 2 miljoen extra bezoekers naar Boedapest trekken.
De Ligetvédők, Parkverdedigers, zoals ze zichzelf noemen, voeren sinds maanden actie tegen de plannen. De bomen zijn hun belangrijkste argument Volgens hen dreigt een groot deel van de bomen in het park namelijk omgezaagd te worden en moet veel groen wijken voor de nieuwe gebouwen. Ook menen ze dat de sloop van het Hunexpo-terrein onverantwoord gebeurd is, omdat de gebouwen asbest bevatten.
Bomen omzagen, zo weten stadsbestuurders uit ervaring, ligt heel gevoelig in Boedapest. Plannen voor een parkeergarage in de buurt van de Opera sneuvelden al eens vanwege acties voor behoud van de bomen in de Nagymező utca. Ook de vernieuwing van het Roosevelt tér en (tegenwoordig Széchenyi tér) en de bouw van een parkeergarage onder dat plein stuitte ooit op protesten, al kan achteraf waarschijnlijk niemand ontkennen dat de renovatie, al heeft die misschien een paar bomen gekost, uiteindelijk een verbetering was: de parkeerplaats midden op het plein maakte plaats voor groenvoorziening.
Maar dat er duizenden bomen in het Városliget tegen de vlakte gaan, klopt niet, aldus projectleider Attila Sághi. Volgens hem sneuvelen niet meer dan 200 van de in het totaal 6500 bomen in het park. Voor zover de nieuwe musea in het park komen, vervangen ze bestaande, verwaarloosde gebouwen zoals dat van Hunexpo. Het grootste gebouw komt buiten het park, op de plek waar nu een reusachtige parkeerplaats is. Bovendien komt er volgens Sághi juist meer groen, niet minder, omdat parkeerterreinen en doorgaande wegen plaats maken voor wandelgebieden, waterpartijen en beplanting en ook de museumdaken deels van groen worden voorzien.
Dat het park een opknapbeurt kan gebruiken, leidt geen twijfel. Vooral het zuidelijke deel, waar de nieuwe voorzieningen gepland zijn, is zwaar verwaarloosd. Het is bezaaid met leegstaande of half leegstaande gebouwen, doorsneden door een trolleybusbaan en zo onveilig dat leerlingen van het nabijgelegen Radnótigymnasium jaren geleden al het uitdrukkelijke verbod kregen om alleen het park in te gaan.
Zo'n 94 procent van de Boedapesters steunt de parkrenovatie dan ook van harte. Maar ruim tachtig procent is tegen de museumplannen. Sághi meent dat dat onkunde is. Maar als dat zo is, is die bewust in de hand gewerkt door de regering. Een publieke discussie over de plannen heeft nameljik nooit echt plaatsgevonden. Premier Viktor Orbán is verklaard tegenstander van openbare debatten over grote bouwprojecten, omdat die volgens hem altijd tot problemen leiden. Hij kan het weten: toen hijzelf in de oppositie zat, zorgde zijn partij dat plannen voor een nieuw regeringscentrum op een leegstaand terrein naast het Nyugatistation van tafel gingen.