maandag 23 november 2015

Universiteit in Boedapest denkt na over herbouw Allepo

Citadel van Allepo
Terwijl Aleppo iedere dag verder in puin wordt geschoten, zijn de Syriërs Hakam Shaar en Armenak Tokmajyan al druk bezig met de toekomst: de wederopbouw van ‘s werelds oudste permanent bewoonde stad. Het lijkt voorbarig, want niemand weet wanneer de oorlog voorbij zal zijn. “Het kan volgend jaar zijn, of over tien jaar,”  zegt Tokmajyan, “Maar de ervaring in steden als Sarajevo, Beiroet en Kaboel leert dat er veel verloren gaat als dan geen wederopbouwplan ligt.”
Shaar en Tokmajyan zijn betrokken bij het Aleppoproject, een initiatief van het Centrum voor Conflict, Onderhandeling en Wederopbouw aan de Centraal Europese Universiteit in Boedapest, dat in 2014 startte Het project brengt wetenschappers, studenten, beleidsmakers, bewoners, vluchtelingen en hulporganisaties bij elkaar om een wederopbouwplan voor de stad te maken. Daarbij wordt nu al wordt nagedacht over stedenbouwkundige oplossingen en nieuwe infrastructuur, maar ook over de sociale problematiek die de wederopbouw met zich mee zal brengen.
Het project werkt samen met vluchtelingen en met mensen in Aleppo zelf. Afgelopen oktober ging de website van start. Er is een Facebooksite en een blog in Arabisch en Engels waar mensen verhalen en ideeen kwijt kunnen. Verder is er  de online Aleppo Weekly met nieuws van lokale correspondenten. Verbindingen met de stad zijn moeilijk, maar hoog op een dak is vaak wel een mobiel telefoonsignaal te vinden.
Tokmayjan en Shaar wonen in Boedapest en zijn zelf geen vluchtelingen. Tokmayjan ging een aantal jaren geleden naar Finland om af te studeren op conflictonderzoek. Hij komt oorspronkelijk uit Armenië en verhuisde op zijn vierde naar Aleppo. Zijn familie heeft de stad inmiddels verlaten, zijn vader was de laatste die vorig jaar vanwege de oorlog naar Armenië terugkeerde.
Shaar, een universitair docent Engels, is een geboren en getogen Aleppiaan met een grote liefde voor zijn stad. Jaren geleden kocht hij een vervallen traditioneel huis dat hij zorgvuldig restaureerde . Hij maakte de eerste oppositiedemonstraties van nabij mee, maar toen hij enkele jaren geleden een baan kon krijgen als docent Engels aan de universiteit van Istanbul, besloot hij het land te verlaten. Zodra het kan, wil hij graag terug.
Voor de oorlog woonden er zo’n drie miljoen mensen in Aleppo en omstreken. De strijd heeft de stad door midden gesneden. Het westelijk deel is in regeringshanden en relatief rustig. Er wonen nog zo'n 1,5 miljoen mensen, waaronder een half miljoen vluchtelingen. Het oostelijke deel, dat in handen van de opstandelingen is, heeft veel zwaarder geleden. In sommige gebieden is tachtig procent van de gebouwen beschadigd, een groot deel van de bevolking is gevlucht, veel scholen zijn dicht om en omgebouwd tot opvanghuizen. Er wonen nog 300.000 mensen, pakweg de helft is vluchteling.
Shaars huis staat in het oosten, in de historische binnenstad die op de werelderfgoedlijst staat vanwege zijn middeleeuwse citadel en overdekte markt. Recente dronebeelden van de wijk laten zien veel schade zien, maar nog geen onherstelbare verwoesting. Shaar zelf was er een jaar geleden voor het laatst. Zijn plan was toen om in zijn huis, dat nog steeds onbeschadigd is, te slapen. Maar onbeschadigd is relatief: het bleek onbewoonbaar vanwege al het gruis en gebroken glas. De buren houden er een oogje op, vertelt hij: “Ze hebben er inmiddels een naaiatelier geopend om te voorkomen dat het gekraakt wordt.”
Onderdeel van het project was een enquête onder gevluchte Allepianen, via vragenformulieren in kampen en online. Driekwart van hen wil graag terug om te helpen bij de wederopbouw. Ze hechten ook veel belang aan het herstel van de beschadigde binnenstad. Maar het Aleppoproject gaat over meer dan alleen steen. Het gaat ook over het leven van de stad. De markten, zoals de beroemde soek die deels in vlammen op is gegaan. De theehuisjes waar mannen op de stoep kletsend hun thee dronken. Het in de hele stad beroemde restaurantje van Abu Abdo, dat in 1885 zijn deuren opende en waar de fool, een Arabische bonenschotel, in grote koperen potten wachtte op toeristen en op spijbelende scholieren, tot het zaakje in 2012 door de oorlog zo zwaar beschadigd raakte dat het de deuren moest sluiten. Of de zeepziederij die sinds onheuglijke tijden een voor Aleppo unieke laurierzeep maakte, maar die nu vanwege de oorlog naar Turkije is verplaatst.
En het gaat niet in de laatste plaats om sociale verhoudingen. Aleppo was een buitengewoon multiculturele samenleving waar soennitische, sjiitische en alevitische moslims naast christenen en joden leefden en Arabieren naast Armeniërs en Koerden. Nog is dat, met name in het westelijke deel, niet helemaal verdwenen. “Maar juist de minderheden staan onder druk en vertrekken, De ervaring van steden als Sarajevo en Beiroet leert dat je vooraf al moet nadenken hoe zij in de wederopbouw hun plaats terugkrijgen, anders gaat dat karakter totaal verloren” zegt Shaar.





maandag 9 november 2015

Niet naar de stembus

Foto Runa Hellinga
Straathandel in Uzhgorod
Hebt u een idee wat in de associatie-overeenkomst met Oekraïne staat? Ik niet, maar vorige week kreeg ik wel een mail waarmee ik een stembiljet kan aanvragen om mee te stemmen in het referendum dat Nederland daar volgend jaar over organiseert. Ik had er helemaal niet bij stilgestaan, maar bij nationale referenda hebben Nederlanders in den vreemde ook stemrecht. En dus sta ik voor de dringende vraag: wil ik daaraan meedoen of niet? Het gaat nota bene om een Europese kwestie, die me in Boedapest net zo hard aangaat als in Amsterdam.
Het probleem is: ik weet zeker dat ik tegen de tijd dat ik het stembiljet moet invullen, nog steeds niet weet wat in dat verdrag staat. U ook niet, dat geef ik u op een briefje. Ik heb de tekst namelijk net opgezocht. Het is een lijvig document van honderden pagina's met 486 artikelen plus nog eens 34 bijlagen die ieder weer hun eigen rits artikelen hebben, en ook nog eens drie protocollen met talloze artikelen. Van alles komt erin aan bod, van visa, handel en grensreguleringen tot mijnbouw, auteursrechten en de wijze waarop facturen moeten worden ingevuld. En dat allemaal in het soort taal waar zelfs iemand die aan chronische slapeloosheid lijdt, van in slaap valt. Probeer het vannacht maar, als u niet kunt slapen (of sla onderstaande, schuingedrukte tekst gewoon over):

De voor de toepassing van dit protocol in aanmerking te nemen eenheid is het product dat bij het vaststellen van de indeling in de nomenclatuur van het geharmoniseerd systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.
Hieruit volgt dat:
a. wanneer een product, bestaande uit een groep of verzameling van artikelen, onder een enkele post van het geharmoniseerd systeem wordt ingedeeld, het geheel de in aanmerking te nemen eenheid vormt;
b. wanneer een zending uit een aantal identieke producten bestaat die onder dezelfde post van het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld, elk product voor de toepassing van dit protocol afzonderlijk moet worden genomen.
2. Wanneer volgens algemene regel 5 voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.

Helder toch? Ik kreeg ooit van iemand een link naar een Engelstalige samenvatting. Die was 'maar' tien pagina's lang en ik geef toe, wel iets, maar niet veel sprankelender geschreven.

Maar goed, wat in de overeenkomst in ieder geval niet in aan bod komt (zeg ik. vertrouwend op mensen die klaarblijkelijk de moeite hebben gedaan om dat document wel te lezen) is datgene waar veel tegenstanders bang voor zijn, namelijk toetreding van Oekraïne tot de EU. Herman van Rompuy, de vorige voorzitter van de Europese Raad, zei in 2013 weliswaar dat Oekraïne "op termijn zal worden zoals de andere nieuwe lidstaten". Maar in de huidige associatie-overeenkomst komt toetreding niet aan de orde, die beperkt zich tot nauwere samenwerking. De EU heeft trouwens veel meer associatie-overeenkomsten, bijvoorbeeld met Israël, maar zelden vreest iemand dat Israël binnenkort EU-lid wordt.
Als het wel over EU-lidmaatschap zou gaan, zou ik zeker tegen stemmen. Het lijkt me geen goed idee om een land dat aan zijn oostgrens in een oorlog verwikkeld is en waar de democratie maar zo-zo functioneert in de EU op te nemen. Persoonlijk had ik het ook niet zo gek gevonden als de EU in de afgelopen jaren vaker ook wat kritischer naar nieuwe leden had gekeken en wat langer had nagedacht alvorens zo enorm uit te breiden. Misschien was het verstandig geweest om met een aantal landen wel verdragen over nauwere samenwerking af te sluiten maar hen  geen volledig lidmaatschap met politieke invloed te geven. Zoiets als Zwitserland en Noorwegen, die economisch nauw verweven zijn met de EU, maar politiek niet.
Maar als we het niet over toekomstig lidmaatschap hebben, waar gaat het dan wel over? Aangezien ik dat verdrag zelf dus niet ga lezen, moet ik vertrouwen op wat anderen daarover schrijven. En ik moet erop vertrouwen dat die anderen dat verdrag wel echt gelezen hebben. Behalve de oneliners van Geen Peil zijn er inmiddels tal van andere artikelen die de kwestie uitgebreider belichten. Een aardige vond ik een stuk in de Correspondent, dat ingaat op de claims van Geen Peil. Maar of ik op basis van krantenartikelen nou een gemotiveerde stem kan uitbrengen over zo'n complex onderwerp? Dat lijkt me wat dun.
Ik heb het eigenlijk niet zo op referenda, en dit referendum is een goed voorbeeld waarom niet. Ingewikkelde kwesties die eigenlijk een studie van lange documenten vereisen, lenen zich niet echt voor een volksraadpleging. Hoeveel mensen hebben ooit de Europese grondwet gelezen? Vrijwel niemand. Toch hebbende Nederlanders hem in een referendum massaal afgewezen.


donderdag 5 november 2015

In de lift

Foto Runa Hellinga
Station Vác, geheel vernieuwd
Het geheel vernieuwde station in Vác is af, Nou is dat eigenlijk al een jaar lang zo, en het best is mooi geworden. Het stationsgebouw is geheel gerestaureerd en van verwarming, zitgelegenheid en wc voorzien, de lokettistes hebben nieuwe, ruime en lichte loketten, de perrons zijn breed en overdekt (al zou een wachthokje in de winter niet misstaan) en er zijn overal nieuwe informatieborden zodat je eindelijk weet waar je bent en waar welke trein vertrekt. Maar één onderdeel wilde maar niet lukken: de liften.
Een heel jaar lang konden de reizigers op ieder perron de ogenschijnlijk kant-en-klare liften bewonderen. Plus het bordje erop: 'lift werkt niet'. Nou zijn die liften geen overbodige luxe. Bij de renovatie is de gelijkvloerse oversteek over het spoor vervangen door een tunnel met trappen. En dat is maar goed ook, want de oude situatie was levensgevaarlijk. Maar het zijn behoorlijk lange trappen, en een waar obstakel voor moeders met kinderwagens, mensen die slecht ter been zijn of rolstoelgebruikers. Of gewoon voor passagiers met bagage. Maar ergens in september zag ik plotseling een rode 0 branden op het liftpaneel. Een beetje ongelovig drukte ik op het knopje, en hoorde prompt een vrouwenstem die mij vertelde dat de liftdeur opende. Ze vertelde me even later ook dat de liftdeur sloot, en toen we eenmaal waren afgedaald naar -1 deelde ze weer mee dat de liftdeur openging. Knap overbodig, maar aangezien de lift voorzien is van brailleschrift, neem ik aan dat die stem een service aan blinde reizigers is.
Nul en min één zijn trouwens de enige opties, en dat zorgt bij veel gebruikers voor behoorlijke verwarring, want automatisch gaan ze er toch vanuit dat nul beneden en niet boven is. Maar goed, kleinigheid.
De Hongaarse spoorwegmaatschappij MÁV wist het niet, maar ze gooide roet in het eten van de ludieke actie waarover ik net na liep te denken, iets in de geest van het uitdelen van felicitatiekaarten ter ere van het een-jarig bestaan van de niet functionerende liften. Dat ze het nu doen, is natuurlijk reden tot echte feestvreugde, al wordt die behoorlijk getemperd door een vervelend verschijnsel: het feit dat vrijwel dagelijks wel één lift niet blijkt te werken. Dat weet ik, omdat ik (met dank aan die liften) sinds september regelmatig mijn fiets meeneem naar Boedapest, die ik dan dus één trap op of af moet dragen.
Nou is dat lastig, maar niet onoverkomelijk. Maar je zou maar echt afhankelijk zijn van die lift. Dan sta je daar met je rolstoel op perron vijf. Geen idee of de MÁV dan een paar sterke kerels stuurt, er lopen er genoeg op het station, die zo'n rolstoelgebruiker met stoel en al dan de trap afdragen, of dat die geacht wordt op het station te overnachten tot de reparatiedienst langs is geweest.
De MÁV heeft iets met liften. Onlangs was ik op station Ferihegy, ook wel aangeduid met Airport. De naam zegt het al, daar stappen veel mensen met koffers uit. Sommigen daarvan zullen overigens behoorlijk op hun neus kijken, omdat het station helemaal niet bij de luchthaven stopt. Om bij de terminal te komen waar alle passagiersvliegtuigen aankomen, moet je nog tien minuten met de bus. Dat is vervelend genoeg om achter te komen als je eenmaal op dat station staat, maar als je, om die bus te bereiken, ook nog eens je koffer lange trappen omhoog en omlaag moet sjouwen, word je daar nog minder vrolijk van. Natuurlijk zijn liften. In theorie althans. Op het bordje 'buiten werking' had iemand met viltstift bijgeschreven dat dat al een half jaar zo was.
Het kan nog erger. Bij de recente renovatie van de spoorlijn langs het Velencemeer zijn ook liften op de stations gebouwd. Ik weet niet of de situatie overal is, maar het station waar ik was, deden die liften niet. De glazen liftschachten stonden namelijk in de brandende zon, en pas toen alles klaar was, bedacht iemand dat hett levensgevaarlijk is als een passagier in de zomer in zo'n lift zou blijven steken. Hopelijk hebben ze bij de MÁV meer verstand van treinen.