donderdag 13 december 2018

Nieuwe arbeidstijdenwet veroorzaakt grote onrust

Foto Runa Hellinga
De nieuwe arbeidstijdenwet helpt vooravoor grote bedrijven
Peperspray en traangas tegen demonstranten op het Kossuth tér bij het parlement, de oproerpolitie die kilometers verderop in de joodse wijk mensen op straat aanhoudt en gasten van een café controleert: het was woensdagavond behoorlijk onrustig in Boedapest. Aanleiding was de parlementaire stemming eerder die dag over de nieuwe arbeidstijdenwet.
Die maakt het mogelijk om werknemers 400 uur per jaar te laten overwerken, zonder dat ze daar nee tegen kunnen zeggen en zonder dat ze daar een cent extra voor betaald worden. Oppositie en vakbonden hebben de afgelopen weken alles geprobeerd om de invoering van wat zij omschrijven als een slavenwet, tegen te houden.
Toen het wetsontwerp twee weken geleden bekend werd, probeerde de oppositie eerst de normale parlementaire weg: een debat. Dat werd door Fidesz-parlementariërs genegeerd. Pogingen om vakbondsmensen aan het woord te laten mislukten ook. Op zeker moment sloot de voorzitter van het parlement zelfs simpelweg de microfoon af.
Een protestactie in de vorm van een paar duizend amendementen op de wet werd maandag doorkruist door al die amendementen simpelweg met één stemming af te wijzen. Ongetwijfeld zullen Fidesz-parlementariërs schande spreken van zo'n vertragingstactiek. Het enige is dat Fidesz die zelf ook toepaste toen de partij zelf in de oppositie zat.
Gisteren bezetten oppositieparlementariërs uiteindelijk uit protest het voorzitterspodium, in een poging de stemming tegen te houden. Het leidde tot chaotische scenes, maar hun actie was tevergeefs. Hoewel zonder voorzitter op het podium officieel geen zitting, laat staan een stemming gehouden kan worden, drukten Fidesz-parlementariërs op de stemknopjes en namen de wet gaan.
Tot verbazing van oppositieparlementariërs bleken die knopjes bovendien ook nog eens te werken zonder gebruik van de kaart die moet registreren wie er precies stemt. Premier Orbán, zelf ook een van de afgevaardigden, weigerde lachend om met oppositieleden in debat te gaan.
De gebeurtenissen brachten enkele duizenden demonstranten op de been die protesteerden bij het hoofdkwartier van regeringspartij Fidesz en bij het parlement. Daar werden ze later op avond door de oproerpolitie met traangas verjaagd.

Waar gaat het om?

Vierhonderd uur overwerk per jaar, acht uur per week, betekent feitelijk de herinvoering van een 48-urige werkweek. De extra uren, en de bijbehorende overwerkvergoeding, worden wel uitbetaald, maar dat pas na drie jaar. En dat alleen onder bepaalde voorwaarden.
Eerst wordt namelijk opgeteld hoeveel uur iemand in die drie jaar in het totaal heeft gewerkt. Daar wordt het aantal normale werkuren op basis van een veertigurige werkweek van afgetrokken. Alleen de uren die dan overblijven, tellen als overwerk en worden uitbetaald. Wie anderhalf jaar veel extra uren maakte, maar in de anderhalf jaar daarna wegens wekenlang naar huis is gestuurd of in de arbeidstijdverkorting zat omdat het bedrijf weinig werk had, krijgt dus mogelijk geen cent extra voor het overwerk in de drukke periode.

De wet is een initiatief van twee parlementariërs van regeringspartij Fidesz. Een van hen is de voormalige burgemeester van de Oost-Hongaarse stad Debrecen, waar BMW een nieuwe fabriek bouwt. Oppositie en vakbonden zijn er dan ook van overtuigd dat de wet geschreven is op verzoek van BMW en andere Duitse autofabrikanten in Hongarije. Audi en Mercedes klagen al jaren over het chronische tekort aan arbeidskrachten.
"Als autofabrikanten een nieuw model introduceren, betekent dat anderhalf jaar enorm veel werk," zegt vakbondsleider Imre Komjáthi. "Maar daarna is het zoveel rustiger dat de arbeidstijd juist verkort moet worden of bedrijven zelfs mensen zouden moeten ontslaan." Maar met de huidige arbeidstekorten zetten ondernemingen uiteraard liever geen mensen op straat, met het risico dat die niet terugkomen.
De verrekeningsregeling is trouwens niet helemaal nieuw, maar wel veel drastischer dan de huidige arbeidstijdenwet. Die begrenst overwerk in bedrijven met een cao tot maximaal 300 uur per jaar. Zonder cao mogen ondernemers hun personeel maximaal 250 uur per jaar laten overwerken. Bovendien moet aan het einde van het jaar de rekening worden opgemaakt. Ooit gingen de vakbonden daarmee akkoord gegaan om tijdelijke ontslagen te voorkomen.
Komjáthi: "Er was bijvoorbeeld een mobiele telefoonfabrikant die in de slappe periode na de kerst altijd zijn arbeiders op straat zette en wekenlang dichtging. In het drukke seizoen konden ze dan weer aan slag en maakten ze lange overuren. Dankzij de overwerkverrekening bleven ze in dienst en hadden ze in ieder geval het hele jaar een stabiel inkomen."
Aanvankelijk zou de nieuwe 400-uur-regeling voor iedereen gaan gelden, zonder optie om er nee tegen te zeggen. De uiteindelijke wet gaat minder ver en geldt alleen voor bedrijven die daar in hun cao met de vakbonden afspraken over maken. Dat betreft vooral grotere werkgevers en de overheid.
Komjáthi noemt de wet dan ook een knieval van premier Orbán voor het grootkapitaal, met enorme sociale consequenties voor de werknemers: "Ik zie niet hoe Orbán zijn nadruk op het belang van gezinsleven en meer kinderen kan rijmen met zo'n arbeidstijdverlenging."
Anderen wijzen er overigens op dat het maar de vraag is in hoeverre de ideeën voor deze nieuwe wetgeving uit de koker van multinationals in Hongarije zoals BMW komen. Feit is dat het bedrijvenimperium van de Fidesz oligarchen rond Viktor Orbán inmiddels bijzonder groot is. Ook die bedrijven hebben uiteraard te kampen met groeiende arbeidstekorten en dus belang bij deze wetgeving. Feit is ook dat in de afgelopen decennia de multinationals hun Hongaarse werknemers doorgaans betere arbeidsvoorwaarden boden, terwijl juist Hongaarse bedrijven bekend stonden om de slechte manier waarop ze hun personeel betaalden en behandelden.
Maar de nieuwe wet illustreert in ieder geval ook de zwakte van de Hongaarse vakbonden. Ze zijn vooraf niet geraadpleegd over het wetsontwerp en pogingen van de oppositie om hen in het parlement te horen zijn door de Fidesz-fractie geboycot. Hongarije had ooit een sociaaleconomische raad, maar die heeft Orbán al jaren geleden afgeschaft. Het overleg met werkgevers en werknemers is gereduceerd tot diegenen waarmee de regering graag wil praten. Ook het stakingsrecht is door deze regering zwaar ingeperkt, met name bij de overheid, waar alleen gestaakt mag worden als de service geen gevaar loopt.
Die maatregelen leidden destijds nauwelijks tot verzet. Maar Komjáthi hoopt dat de maatschappelijke onrust over de nieuwe wet de arbeidersbeweging nieuw elan kan geven. Een vakbondsdemonstratie afgelopen zaterdag bracht een paar duizend mensen naar Boedapest. Gisteren stonden er vooral heel veel jongeren op het Kossuth tér. De komende dagen zullen leren of de bonden daadwerkelijk in staat zijn arbeiders op de been te krijgen.

Geen opmerkingen: