vrijdag 24 februari 2012

Een oude kameraad

De man loopt wat onhandig te schutteren met de prachtige bos bloemen in zijn hand. Als ik hem vrolijk bedank dat hij zo'n prachtig boeket voor me heeft meegebracht, licht zijn gezicht op. "Ik ben heel boos," zegt hij, een beetje in tegenspraak met zijn duidelijke behoefte aan een praatje. Het is een oudere, gezette man, gekleed in een lange, grijze loden jas en een ouderwetse gleufhoed op zijn hoofd. Als ik hem bemoedigend aankijk, barst hij los: "Ik ben dertig jaar niet in Vác geweest, en ik kom hier een oude vriend opzoeken, een priester, we kennen elkaar van het seminarie, en hij wil me niet ontvangen." Hij steekt zijn bloemen wat onbeholpen omhoog. Een vreemd cadeau voor een priester.
"Ik zal u wat zeggen, die Orbán he, ik wil me er niet mee bemoeien, want dat is een hele andere generatie, eigenlijk gaat het zo'n oude man als mij niet meer aan, maar die Orbán, die heeft geen ruggengraat. Als hij een ruggengraat had, dan zou hij na al die kritiek tegen Europa zeggen: we stappen er gewoon uit, we hebben jullie niet nodig. We hebben Europa toch ook niet nodig, we kunnen zo bij Putin aankloppen, of anders bij de Saoediërs. We zitten hier in het centrum van Europa, iedereen wil zo zaken met ons doen. Maar ondertussen laten we ons onder de voet lopen. We zouden een voorbeeld moeten nemen aan Iran, dat houdt de rug recht. Maar ja, die Perzen zijn natuurlijk ook een oud strijdersvolk. Wij laten ons straks nog onder de voet lopen door vier miljoen joden die uit Israël weg willen omdat daar geen water meer is en die hier komen wonen. Die Iranezen, die hebben de joden door. Die zitten met hun vinger aan de knop van de atoombom voor het geval Israël wat doet"
Inmiddels kan ik bedenken waar hij in het stemhokje waarschijnlijk zijn kruisje zet. Bij de MIÉP, de ultrarechtse Hongaarse Waarheid en Leven Partij of bij de nieuwere variant, de Jobbik. De onlangs overleden MIÉP-voorzitter István Csurka maakte zich erg bezorgd over de joden die volgens hem plannen om van Hongarije een nieuw thuisland te maken. Jobbik is ook niet van antisemitisme gespeend, maar bovendien dikke vriendjes met Iran.
Ik laat mijn honden maar eens uit de auto. Zijn gezicht licht weer op. Hij had vroeger Siberische wolven, vertelt hij. Geen honden, echte wolven. Woeste dieren, maar prachtig, die Siberische wolven. Daar had hij een aparte vergunning voor nodig, die mocht je niet zomaar houden.
Dan begint hij plots Russisch te praten. Of ik Russisch spreek? Nee? Hij wel, vloeiend. Mooie taal. "Ik heb in 1952 mijn examen Russisch gedaan". 1952, dat is op het hoogtepunt van het Stalinisme in Hongarije. Geen tijd dat de meeste Hongaren graag Russisch spraken. Hij wel. "Ik ben met de hoogste cijfers geslaagd," zegt hij, 60 jaar na dato nog steeds trots.
Hij had het zo goed gedaan, dat twee partijleden  achteraf waren komen vragen waarom hij er zoveel moeite in had gestoken. "Toen heb ik hen gezegd dat ik Russisch had geleerd omdat het de taal van de grote Lenin was. Daarna kon ik geen kwaad meer doen bij de kameraden. Iemand die om die reden Russisch leerde, die werd gerespecteerd in die dagen."
Ik laat mijn honden naar binnen, hij herschikt zijn bloemen, steekt zijn hand op en loopt door. Ik kijk hem na. Hij loopt een beetje mank. Een oude kameraad op weg naar God mag weten waarheen.

donderdag 23 februari 2012

Jobbik-parlementariër: ooit hoop ik dat alle Hongaren verenigd zullen worden


Een topbaan bij een internationaal bedrijf. Dat verwacht je eigenlijk als je Márton Gyöngyösi ziet. Strak in het pak, goed opgeleid, bereisd en perfect Engelstalig. En vroeger werkte hij inderdaad als expert bij KPMG. Maar sinds de verkiezingen in 2010 is Gyöngyösi parlementariër voor de extreemrechtse Hongaarse Jobbik.
“Szebb jövő”, een betere toekomst, is Jobbiks partijgroet, en gezien de opiniepeilingen mag de partij die toekomst met enig vertrouwen tegemoet zien. Alle binnen- en buitenlandse kritiek op het Hongaarse regeringsbeleid hebben regeringspartij Fidesz, maar ook de linkse oppositie stemmen gekost. Alleen Jobbik is sterker geworden, en niet alleen in het arme noordoosten waar de partij een stevige basis heeft.
Het clichébeeld van kaalgeschoren leden van de Hongaarse Garde die lokale Roma intimideren is maar de halve werkelijkheid. Jobbik heeft een groeiende aanhang van hoog opgeleide intellectuelen die zich, net als Gyöngyösi, vooral aangetrokken voelen door het antiliberalisme en nationalisme van de partij.
De zigeunerkwestie speelt voor Gyöngyösi zeker ook een rol en hij heeft geen enkele moeite met het optreden van de Garde. “Misschien dat sommigen zich geïntimideerd voelen als die orde op zaken komt stellen,” zegt hij schouderophalend, “Maar verontwaardiging daarover gaat eraan voorbij dat mensen in veel dorpen echt lijden onder de criminaliteit van niet-aangepaste zigeuners. Het mag onbelangrijk lijken als iemands appelboom wordt leeggestolen, maar het betekent veel als je zelf ook arm bent.” Hij pleit voor gedwongen integratie, bijvoorbeeld door Roma-kinderen naar kostscholen te sturen, zodat de cirkel van ongeschooldheid en werkloosheid wordt doorbroken.
Maar Gyöngyösi heeft het toch vooral over de kwalen die het liberalisme volgens Jobbik heeft veroorzaakt. De economische crisis. De verzwakking van de Europese christelijke cultuur die ruimte geeft aan de opkomst van de islam. Het grote aantal migranten in West-Europa. 


vrijdag 17 februari 2012

Uittocht van Hongaarse dokters

Per maand verlaten zo'n 100 dokters Hongarije, op zoek naar beter betalende banen elders en betere carrièremogelijkheden. Twaalfhonderd dokters per jaar, in een land dat toch al een ernstig artsentekort heeft. Het aantal doctoren dat weggaat, is pakweg gelijk aan het aantal pas afgestudeerde artsen. Overigens, het zijn juist de jonge artsen die vertrekken. Van de pas afgestudeerden zoekt een derde zijn heil in het buitenland.
De Hongaarse artsen staan daar overigens niet alleen in. Meneer Wilders schijnt het niet zo op te hebben met Oost-Europeanen die in Nederland komen werken (zijn eigen Hongaarse vrouw ten spijt), maar in de Nederlandse gezondheidszorg wordt actief geworven in Hongarije en in de omringende landen om het tekort aan artsen en verpleegsters in Nederland op te vangen.
Ik moet bekennen, ik vind het iets onethisch hebben dat we in Nederland een numerus clausus hanteren voor studenten gezondheidszorg, terwijl we gelijktijdig artsen ronselen in landen die veel minder geld dan wij te besteden hebben om nieuwe doctoren op te leiden. Maar goed, het schijnt dat het kabinet bezig is die numerus clausus af te schaffen.
Ik dwaal af. In maart 2008 maakte een referendum, georganiseerd door de toenmalige oppositie en huidige regeringspartij Fidesz een feitelijk einde aan de hervormingen in de gezondheidszorg en het onderwijs die de socialistische regering onder premier Gyurcsány aan het doorvoeren was.


zaterdag 11 februari 2012

Een coup van CNN tegen Orbán?


Volgens de Hongaarse premier Orbán heeft in Hongarije een “driepotige couppoging” plaatsgevonden, zo meldde het gezaghebbende weekblad HVG deze week. Hongaarse en buitenlandse diplomaten, buitenlandse geheime diensten en internationale media zouden georganiseerd hebben geprobeerd om Orbán en zijn regering af te zetten. De premier had het met name begrepen op CNN. Die omroep zou met negatieve berichtgeving hebben geprobeerd zijn imago te beschadigen en zo zijn positie binnen zijn partij te verzwakken. Maar het is gelukt de couppoging te voorkomen, aldus de premier tijdens een driedaagse besloten fractievergadering van regeringspartij Fidesz. HVG baseerde zich op gesprekken met diverse deelnemers aan de vergadering.
Fidesz-fractievoorzitter János Lázár ontkende vrijdag op een persconferentie dat er ook maar enige sprake van een rede over couppogingen was geweest, maar niet aleer de Magyar Nemzet 's ochtends nog aanvullingen op het HVG-verhaal had gepubliceerd. Volgens die uitgesproken regeringsgezinde krant had Orbán zelfs gezegd dat de nationale veiligheid in gevaar was gekomen. De eveneens regeringsvriendelijke Magyar Hirlap kwam 's ochtends met beschuldigingen aan het adres van diplomaten met banden met de vorige socialistische regering die “hun internationale contacten” zouden hebben gebruikt om een campagne tegen Hongarije te starten. Welke diplomaten dat zouden kunnen zijn, is overigens onduidelijk, want de afgelopen anderhalf jaar heeft bij het ministerie van buitenlandse zaken een enorme politieke zuivering plaatsgevonden.
Volgens HVG haalde Orbán in zijn rede ook uit naar de “mollen” in zijn partij. Daarbij ging het vooral om vier parlementariërs die nee zeiden tegen de benoeming van rechter Tünde Handó tot hoofd van het nieuwe administratieve orgaan dat rechters moet benoemen. Aangezien Handó de beste vriendin van Orbáns vrouw en peetmoeder van zijn kinderen is, trekken critici haar onafhankelijkheid in twijfel. Maar wie tegen Handó’s benoeming stemde, moet volgens Orbán besluiten “bij welke partij hij hoort en op wiens zijde hij staat”.
Dat de premier meer zoekt achter de recente golf van kritiek komt niet helemaal als een verrassing.