donderdag 20 april 2006

TOCH MAAR ONDERTITELING

In Slovenië spreken de mensen Engels. Ik bedoel, ze spreken natuurlijk gewoon Sloveens, maar het is opmerkelijk hoeveel mensen heel behoorlijk tot echt goed Engels spreken. Dat valt vooral op als je uit Hongarije komt, waar zelfs jongeren je zullen vertellen dat ze geen Engels of Duits kennen. En dat, terwijl ze een van die talen zeker op school hebben gehad.
Misschien dat het Sloveense onderwijs beter is. Het Hongaarse taalonderwijs is heel erg gericht op het leren van de grammatica en nauwelijks op spreekvaardigheid en het daadwerkelijk gebruik van de taal. Het kan zijn dat de Slovenen het beter aanpakken. Maar het belangrijkste verschil is vermoedelijk de tv. Slovenië is een klein land. Nasynchroniseren is duur. Dus worden tv-programma's net als in Nederland ondertiteld.
Ook in Roemenië en in Servië kom je de ene na de andere jongere tegen die goed Engels spreekt, en zelfs ouderen redden zich nog wel in die taal. Het kan geen toeval zijn dat al die landen gebuik maken van ondertitels.
In Hongarije, maar ook in Polen, Tsjechië en Slowakije is de drempel om Engels te spreken veel groter. En inderdaad, al die landen kennen nasynchronisatie. Of iets wat daar op lijkt. Het is twijfelachtig of je de Poolse oplossig, waarbij één stem, meestal een man, de vertaling van alle personages levert, nog wel nasynchronisatie kunt noemen. Het is maar wat je gewend bent, vermoedelijk.
En dus kan het makkelijk gebeuren dat het voor de jongere aan wie je vraagt of hij (of zij) Engels spreekt, de eerste keer in zijn leven is dat hij buiten de onderwijzer op school iemand Engels hoort spreken. Dat is schrikken, dus de logische reactie is: nee hoor, dat spreek ik niet.
De Europese Unie heeft zijn lidstaten al een tijd geleden geadviseerd om vanwege de talenkennis van nasynchronisatie af te stappen. Maar er zijn in Hongarije (en Tsjechië) sterke krachten aan het werk om het systeem te behouden. Voor veel acteurs is dit soort televisiewerk namelijk de belangrijkste bron van inkomsten.
Hoewel bioscoopfilms vaak wel ondertiteld zijn, zouden veel Hongaren zich ook niet kunnen voorstellen dat de nasynchronisatie verdwijnt. Sterker nog, menige Hongaar die je over het verschijnsel aanspreekt, zal je oprecht verklaren dat nasynchronisatie goed is.
Een argument dat je dan wordt voorgehouden is het behoud van de Hongaarse taal, waarbij ik me er over verbaas hoe weinig vertrouwen zo iemand er klaarblijkelijk in heeft dat het Hongaars het op eigen benen redt.
Maar het andere, meest gehoorde is, dat de Hongaren het vak zo goed verstaan, dat de nasynchronisatie vaak beter is dan het origineel. Dus de volgende keer als u John Cleese in het Engels grappen hoort maken, weet u wat u mist: in het Hongaars is hij pas echt leuk.

Geen opmerkingen: