vrijdag 28 mei 2010

STAATSBURGERSCHAP 2

Sinds begin deze week lonkt mij het Hongaarse staatsburgerschap. De wet op het dubbele staatsburgerschap die het parlement afgelopen maandag aannam en waar buurland Slowakije razend over is, is  namelijk zo ruimhartig dat ik er ook gebruik van kan maken. Volgens de nieuwe wet, die op 20 augustus van kracht moet worden, moet je met enige redelijkheid kunnen aantonen dat je een voorouder had die Hongaars staatsburger was. Verder moet je over enige kennis van de Hongaarse taal beschikken, geen strafblad hebben en de openbare veiligheid van Hongarije niet bedreigen.
Mijn overgrootmoeder kwam uit Varazdin, een stadje dat nu in Kroatië ligt, maar destijds deel uitmaakte van het Hongaarse deel van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. Ze was dus een staatsburger van het Hongaarse koninkrijk. Ze sprak zelfs Hongaars, al was Duits in de familie de belangrijkste taal en kende ze ook Kroatisch. In Varazdin sprak iedereen in die tijd meerdere talen.
Daarmee is aan de hoofdvoorwaarde voldaan: ik heb een voorouder die Hongaars staatsburger was. Verder heb ik, op een enkele verkeersboete na, nog nooit enige aanvaring gehad met de autoriteiten, spreek ik redelijk, zij het helaas bepaald geen vloeiend Hongaars en ben ik mijns inziens geen gevaar voor de openbare veiligheid. Kortom, niets dat me let behalve de Nederlandse overheid die niet staat te juichen over Nederlanders die vrijwillig een andere nationaliteit aannemen. En om er mijn Nederlanderschap voor op te offeren, gaat me voorlopig wat te ver.
Toch roept die ruime definiëring vragen op. Hoe staat het eigenlijk met die 15 miljoen Hongaren waar altijd sprake van is? Tien miljoen (net tien miljoen, de verwachting is dat de bevolking deze zomer onder die grens zakt) wonen in Hongarije zelf. In de buurlanden leven er iets van 2,2 tot 2,5 miljoen. Dan mis ik er toch zo'n 2,5 miljoen.
Er zijn de afgelopen anderhalve eeuw nogal wat mensen geëmigreerd. Om verschillende redenen. De weinig rooskleurige levensomstandigheden van veel pachters op het platteland en de armoede van veel stedelingen waren in de negentiende eeuw een reden om het ruime sop naar Amerika te kiezen.
In de jaren twintig speelde politiek een grote rol: als je niet voor Horthy was, dan was je tegen hem en dat werd je niet in dank afgenomen. Als je joods was, was het in die jaren ook niet zo prettig toeven, dus dat was ook een goede reden om weg te gaan. Voor veel emigranten was dat een hard gelag, een man als Béla Bartok kwijnde letterlijk weg in Amerika, maar het is een goede vraag in hoeverre nakomelingen zichzelf nog echt Hongaars voelen. In Amerika zoekt iedereen zijn roots, maar als je roots half Hongaars, half iets anders zijn, ligt dat ingewikkeld. Een half Hongaars paspoort?
Na de Tweede Wereldoorlog vluchtten veel mensen voor het communisme, en nadat de Russen in 1956 de opstand hadden neergeslagen, volgde er een nieuwe golf vluchtelingen. Een deel van die mensen leeft nog, en zal zich inderdaad Hongaars voelen. Maar hoeveel generaties kun je doortellen? Is de Franse president Sarkozy een Hongaar, omdat zijn vader Hongaar was? Of is hij een Griek (zijn moeder was Grieks, per slot van rekening). Of is hij een Fransman? Toen hij gekozen werd, waren de Hongaarse media er zo trots op alsof er een rasechte Hongaar eerste man van Frankrijk was geworden. Voor zover ik weet, denkt Sarkozy zelf daar anders over.
En ik, zou ik meetellen bij die vijftien miljoen Hongaren, alleen omdat mijn overgrootmoeder uit een voormalig Hongaars gebied kwam? Ik ben er altijd vanuit gegaan dat dat niet het geval was. Ik voelde me ook niet persoonlijk aangesproken toen ik Viktor Orbán in 1998 hoorde verklaren dat hij premier was van alle vijftien miljoen Hongaren. Maar misschien heb ik me heel erg vergist.

Geen opmerkingen: