vrijdag 18 januari 2008

ONDERGANG


Vader Frans vreesde het drie jaar geleden al: als het maar niet te snel gaat met de groei van Rynart, het Nederlandse transportbedrijf dat binnen tien jaar vanuit het niets een van Hongarijes grootste logistieke ondernemingen werd. Het ging te snel. Afgelopen najaar ging de Nederlandse poot van het transportbedrijf failliet, deze week werden in Biatorbágy de letters van de gevel afgehaald. Neerlands trots in Hongarije is ten onder gegaan.
Het bedrijf zit met een schuld van 24 miljard forint. Zelfs in euro's is dat veel geld, zo'n kleine honderd miljoen. Waar het geld precies is gebleven, is onduidelijk. Er is de afgelopen maanden nog geprobeerd te redden wat er te redden viel. Twee grote klanten, Unilever en Tesco, hadden er alle belang bij om de operatie overeind te houden, want Rynart zorgde voor hun hele opslag en distributie en zo’n service breng je niet zomaar bij een ander bedrijf onder. Maar geen enkele Hongaarse transportonderneming bleek belangstelling te hebben om de zaak over te nemen. De Hongaarse belastingdienst zal vast wel zorgen dat ze haar geld krijgt, maar een aantal Nederlandse investeerders die twee jaar geleden veel geld in het bedrijf hebben gestopt, hebben het nakijken.
Toch begon het allemaal zo mooi in 1993. Als kleine Nederlands transporteur die al decennialang op Turkije reed, opende het bedrijf bij Ferihegy een eerste loods, met één vrachtwagentje en een paar man personeel. Het werd er al snel te klein, en er kwam een grotere loods. Eigenaar-directeur Franck Rynart hielp zelf mee. Rynart was nu eenmaal het soort bedrijf waar de directeur zelf een verfkwast pakte als het nodig was, en zelf hielp met het sjouwen van de meubels.
Toen Rynart nog een paar jaar later in Biatorbágy startte, leek het succes niet te stuiten. Het bedrijf was het paradepaardje van het Nederlands bedrijfsleven in Hongarije: dit kon je toch maar voor elkaar krijgen met Hollandse werklust. En iedereen die er heeft gewerkt, kan het bevestigen: er wérd keihard gewerkt, tot laat in de avond. Er wáren ideeën, er wás enthousiasme.
Franck Rynart bracht iets naar Hongarije wat er nog niet was: het Nederlandse idee van logistiek, waarbij je niet alleen een pakje van A naar B bracht, maar ook zorgde voor een heel dienstenpakket daarachter, zoals opslag, herlabelen, zelfs schappen vullen bij de klant. Dat was uniek, en zelfs als Rynart nu niet meer bestaat, heeft het bedrijf er in ieder geval toe bijgedragen dat de concurrenten zich realiseerden dat ze achterbleven en het dienstenpeil van de grote Hongaarse bedrijven snel omhoog ging.
Ministers kwamen er naar toe, premier Balkende ging er heen. De opening van de faciliteit in Biatorbágy én de uitbreiding een paar jaar later werden met grootse feesten gevierd, met optredens van Frank Sinatra junior, zijn zuster Nancy, een kozakkendansgroep, balletdansers en het honderd-zigeunerorkest. Met limousines en koetsen voor de gasten. Met sushi en cocktails. Knalfeesten. Life on the fast lane.
Maar vrachtwagens horen niet op de snelste rijstrook thuis. De concurrentie in de transportwereld is keihard, en al een paar jaar geleden werd gezegd dat Rynart onder de kostprijs werkte om zijn klanten te houden. Dat hou je niet lang vol. Bovendien was er een groeiende druk van grote, internationale ondernemingen die Rynart graag hadden willen overnemen.
Dat was achteraf bezien misschien niet zo’n slecht idee geweest, maar het familiebedrijf koos voor een andere oplossing: een vlucht naar voren. Er moest een vestiging komen in Roemenë, de piepkleine vestiging in Turkije moest worden uitgebouwd tot een grote onderneming, er werd gedroomd over een toekomst in Servië en Slovenië.
Maar ondertussen blééf Rynart ook het bedrijf waar de directeur zelf de verfkwast pakte en meehielp met het sjouwen van de meubels. Misschien niet letterlijk, maar wel figuurlijk. Een van de grootste problemen van ieder groeiend familiebedrijf is dat het op een goed moment de sprong moet maken van een onderneming waar één man alles vanaf weet tot een bedrijf waar taken worden gedelegeerd. Franck Rynart kon die sprong niet maken. Hij racete constant tussen alle vestigingen heen en weer en bepaalde ieder weekend persoonlijk welke rekeningen betaald moesten worden en welke niet.
Het Hongaarse familiebedrijf Számos Marcipán heeft een aantal banketbakkerijen in Boedapest en heeft bewust besloten niet verder te willen groeien, omdat de huidige directeur alles zelf controleert en de stap naar delegeren niet wíl zetten. Het fotografische bedrijf Polaroid ging ten onder omdat de directeur de stap naar delegeren niet kón zetten. De een is er nu eenmaal beter in om zijn beperkingen te erkennen dan de ander.
Ergens vorige zomer grepen de Nederlandse investeerders in en zetten Franck Rynart op een zijspoor. Maar toen was het al te laat. Alleen op Youtube is de jongensdroom nog te bewonderen.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Beste

Rynart gaat gewoon verder onder Tranyr: www.tranyr.com of in de immobiliën: www.tranyrprojects.com

Met vriendelijke groeten

Anoniem zei

Beste,

Ik zag laatst weer een wagen van ze.
Tranyr is actief in de zelfde gebieden.

Tja, als je de kennis hebt.

Groet,

Anoniem zei

Eerder heb ik een reactie geplaatst dat ik weer wagens zie rijden, deze is verwijderd?