zaterdag 17 december 2011

Confrontatie met het IMF


„Het IMF is een kredietfinancier, en we zijn niet bereid om ons economische beleid te bespreken op het moment dat we om een lening vragen. Als IMF-leden hebben wij recht op krediet of een verzekering als we daarom vragen. In feite is het alsof we onderhandelen met onze eigen bank,” aldus de Hongaarse premier Viktor Orbán vrijdag kort nadat onderhandelaars van het IMF en de EU aankondigden dat ze hun vlucht hadden omgeboekt en en afzagen van een verdere ronde van voorbesprekingen voor de onderhandelingen over een nieuwe Hongaarse IMF-lening.
Hongaarse Nationale Bank
Hun vertrek was een persoonlijk besluit van de eurocommissaris voor economische en monetaire zaken Ollie Rehn. Diens belangrijkste reden om de onderhandelingen af te breken nog voor ze goed en wel begonnen zijn, is de Europese bezorgdheid over een nieuwe wet die de onafhankelijkheid van de Hongaarse Nationale Bank bedreigt, omdat de regering in die nieuwe wet verregaande invloed krijgt op de benoeming van bestuurders, en daarmee op het beleid van de bank.
In regeringskringen werd het vertrek van de onderhandelingsdelegatie als niet echt belangrijk afgedaan, aangezien pas in januari echt gepraat gaat worden. Maar de parlementaire fractie van regeringspartij Fidesz besloot na de afgebroken besprekingen tot een bijzondere fractiebijeenkomst, waar fractieleider János Lázár de wel degelijk parlementariërs vertelde dat de delegatie eerder naar huis was gegaan om kerstmis te vieren, maar waar hij ook verklaarde dat de bankwet zo moet worden aangepast dat de Europese Nationale Bank er wel mee kan instemmen.
Maar volgens premier Orbán is Hongarije ook met het oog op de echte onderhandelingen in januari niet bereid het economische beleid aan te passen. Het is een beetje alsof je tegen de bank waar je een hypotheek wilt afsluiten, zegt: ik wil graag geld, maar hoe ik er verder financieel voorsta, daar hebt u niets mee te maken.
Als de regering die houding volhoudt, is de kans op een mislukking waarschijnlijk. Waar Hongarije zonder IMF-steun geld vandaan moet halen, is onduidelijk. Nu al heeft het land grote financieringsproblemen en betaalt het hoge rentepercentages. Orbán sprak gisteren over „moeilijke en onzekere stappen” waarin de Nationale Bank een „monetair pro-groei beleid” moet voeren.
Zo'n uitspraak zal de Europese Nationale Bank alleen maar bezorgder maken over de nieuwe Nationale Bank-wet. Critici vrezen namelijk dat die tot doel heeft om de dit moment stevige deviezenreserve van Hongarije in te zetten voor de financiering van het budget. Zesendertig miljard euro, tienduizend miljard forint heeft de Hongaarse Nationale Bank staan. Dat is een zeer verleidelijke pot met geld. Blijf daar maar eens af als je eraan kan komen en je een gat van 1300 miljard forint in je begroting moet dichten.
Maar wat er kan gebeuren als die pot met geld er niet staat, werd duidelijk in de herfst van 2008. Toen waren de nationale reserves van Hongarije bij het uitbreken van de crisis juist zeer laag, en wist het land alleen dankzij een noodpakket van het IMF en de EU financieel overeind te blijven.
De eis van Europa dat nationale banken onafhankelijk moeten zijn, is er juist, omdat de verleiding anders veel te groot is om die pot met geld te gebruiken. En de geschiedenis leert dat dat middel uiteindelijk meestal erger is dan de kwaal. "Daarmee riskeer je dat je zowel de economie als de financiële markten destabiliseert. In het ergste geval eindig je met een scenario zoals destijds in Argentinië, waarin de Centrale Bank feitelijk de publieke sector financierde,” aldus internationaal financieel analist Aurelija Augulyte.



Geen opmerkingen: