maandag 4 juli 2011

De kracht van een anonieme klacht

Iemand, niemand weet wie, klaagde onlangs bij minister van informatie Zoltán Kóvacs over een bijdrage op het online-forum van oppositiekrant Népszava. Het ging om een reactie op een commentaar van de krant, waar de anonieme klager aanstoot aan genomen schijnt te hebben. Het commentaar was geschreven naar aanleiding van de begrafenis van de vroegere president Ferenc Madl. Maar wat de klager zo had gestoord aan de reacties, is niet duidelijk. Dat stond er namelijk niet bij.
Wat doe je als je als minister van informatie een anonieme brief krijgt over een niet nader gespecificeerde bijdrage op een internetforum? In de prullenbak ermee, zou je zeggen. Zo niet Zoltán Kóvacs. Die oordeelde dat zijn bureau niet het juiste was om de klacht te behandelen, en gaf de zaak dus door aan wat hij wel de juiste man vond, mediacommissaris Jenő Bodonovich. Dat is weer iemand anders dan de Hongaarse media-autoriteit die zich eigenlijk over dit soort klachten zou moeten buigen, maar hij is blijkbaar ook bevoegd om klachten af te handelen, zelfs anonieme.
De Népszava kreeg prompt een brief van meneer Bodonovich waarin die een onderzoek aankondigde naar de reacties op het forum, die beledigend voor Madl en de huidige president Pál Schmitt zouden zijn geweest. Eén reactie had de krant overigens zelf al verwijderd, eentje waarin premier Viktor Orbán in zoveel woorden dood werd gewenst.
Inmiddels heeft de media-autoriteit laten weten dat de wet helemaal geen mogelijkheden biedt om onlinemedia aan te pakken vanwege commentaren op hun sites, dus wat meneer Bodonovich precies gaat doen, is onduidelijk. In die zin lijkt het allemaal een storm in een glas water, maar juist daarom ga je je afvragen waarom de minister van informatie überhaupt aandacht aan een anonieme brief heeft gegeven.
Hongaarse media leggen een verband met het feit dat per 1 juli niet alleen het Hongaarse voorzitterschap van de EU voorbij is, maar ook de 'gewenningsperiode' die media kregen bij de invoering van de mediawet op 1 januari. Vanaf nu is het menens: media die volgens de media-autoriteit de wet overtreden en bijvoorbeeld beledigend schrijven over religie, minderheden, meerderheden en nog zo wat zaken, kunnen forse boetes krijgen.
In zo'n klimaat krijgt de hele kwestie meer betekenis. Zelfs als er uiteindelijk niets uit komt, dan heeft de brief aan de Népszava zo'n intimiderende werking gehad, dat diverse onlinemedia aankondigden hun forums te gaan moderaten. Nu is daar misschien wel wat voor te zeggen. Dat sommigen het internet als een vrijbrief zien om, liefst verstopt achter een schuilnaam, alles en iedereen die hen niet bevallen voor rotte vis uit te maken, of zelfs het graf in te wensen, is geen ontwikkeling die ik persoonlijk erg toejuich.
En dat je dat als beheerder van een forum niet accepteert, daar heb ik alle begrip voor, als het tenminste uit de juiste motieven gebeurt. Kranten maken ook een selectie van hun lezersbrieven. Noodgedwongen, want er is nu eenmaal maar een beperkte ruimte in een gedrukte krant, maar daarbij sneuvelen de scheldpartijen ook.
Ik kan me zelfs indenken dat je als regering een discussie met de media aangaat hoe je omgaat met bepaalde meningen op internetforums. Dat soort debatten zijn niet ongewoon: in Nederland hebben media ooit onderling afgesproken hoe ze omgaan met de identiteit van verdachten, en in Engeland (geloof het of niet) houden de tabloids zich ook aan bepaalde regels naar aanleiding van zo'n openbaar debat.
Maar dat media zonder enige discussie besluiten tot moderaten uit angst voor boetes, dat is zorgwekkend. Dat is geen rationale afweging meer, maar zelfcensuur. En dat de Hongaarse mediawet dat effect zou hebben, was te verwachten. Zelfs als er nooit een boete wordt uitgedeeld, is de dreiging van een forse geldstraf een effectief middel om media tot zelfcensuur te bewegen.
Dat geldt zeker voor oppositiemedia, die merendeels aan de rand van de afgrond staan, niet in de laatste plaats dankzij het feit dat deze regering hen geen overheidsadvertenties gunt en daarmee een fors gat in hun budget slaat. Het is een effectieve manier om van de kritische media af te komen zonder ze wettelijk aan te pakken. De Népszava is bijvoorbeeld bijna failliet. Een boete zou zeker het einde van de krant zijn. Dan hou je je wel gedeisd.

Geen opmerkingen: