dinsdag 2 maart 2010

MUSEUMWIJK

Een museumwijk, met een nieuw ethnografisch museum, een centrum voor Europese cultuur en een museum voor moderne Hongaarse kunst. Dat wil István Tarlós, kandidaat voor het burgemeesterschap van Budapest voor de rechtse oppositiepartij Fidesz, bouwen als hij in het najaar gekozen zou worden.
De museumwijk moet het gat naast het Nyugatistation vullen, waar de socialistische regering enkele jaren geleden een nieuw regeringscentrum wilde bouwen. Dat plan werd door destijds door Fidesz afgeschoten. De oppositiepartij noemde het plan van de socialistische premier Gyurcsány destijds enorme geldverspilling.
De idee om de bouw van het nieuwe regeringscentrum te financieren uit de verkoop van de prachtige, maar vaak zeer onpraktische historische gebouwen waarin de ministeries nu gevestigd zijn, was volgens de oppositie alleen maar bedoeld om met onroerend goed speculaties de zakken van socialistische politici te vullen. De regering liet het plan vanwege alle tegenwerking uiteindelijk vallen.
Slechts een enkeling, zoals de internetkrant Hírszerző, wist zich nog te herinneren dat Fidesz zelf bij in de verkiezingscampagne in 2006 ook de bouw van een nieuw regeringscentrum had bepleit. Toen waren donumentale oude ministeries volgens partijleider en oud-premier Viktor Orbán duur en ongeschikt voor hun functie. De partij had de bouw van zo'n regeringswijk willen bekostigen uit, juist ja, de verkoop van de monumentale panden.
Maar met een regeringscentrum kun je natuurlijk niet aankomen als je die plannen net krachtig hebt afgeschoten. En als Fidesz al met nieuwe plannen voor een regeringscentrum komt, zal dat hoogst waarschijnlijk op een andere plek zijn. Er zijn grenzen aan hoezeer je kiezers voor de mal kunt houden. Blijft een feit dat er rond het Nyugatistation midden in de stad een enorm leeg terrein ligt, en dat is natuurlijk een kapitaalverspilling waar wat mee zou moeten gebeuren.
Maar voor een partij die zich zo keerde tegen de kosten van een regeringscentrum is het plan voor een nieuwe museumwijk op dezelfde plaats toch wel verrassend. Het is geen bescheiden opzet die Tarlós presenteert. Zo wil hij het Nyugatistation zelf, een constructie van het Franse architectenbureau Eiffel, naar voorbeeld van het Parijse Musée d'Orsay laten ombouwen.
Nu is het Nyugatistation nog volop in gebruik. Ten tijde van de regeringswijkplannen was ook sprake van een nieuw, ondergronds station, een park op de plek van de huidige spoor en zelfs een ondergronds verkeersplein voor het station. Maar dat bleek onbetaalbaar. En dat was nog vóór de crisis die Hongarije hard heeft getroffen.
Kon de bouw van het regeringscentrum nog gefinancierd worden uit de verkoop van de oude ministeries, Tarlós kan zijn museumwijk niet financieren uit de verkoop van bestaande musea. Private investeerders zouden volgens hem een deel van het geld moeten ophoesten, wat in moeilijke financiële tijden waarschijnlijk niet echt eenvoudig wordt.
En dan rest nog de vraag hoe die nieuwe musea te vullen. Geld voor de aanschaf van nieuwe stukken is er al jaren nauwelijks. En musea zonder tentoonstellingen, daar heb je weinig aan. Weliswaar heeft het museum voor schone kunsten meer werken in de opslag dan aan de muren, maar ik ben wel eens in die opslag geweest en een flink deel van die stukken worden niet voor niets niet tentoongesteld.
Misschien moeten museumdirecteuren zich voorbereiden op gedwongen verhuizingen. Het zou niet voor het eerst zijn. Het overkwam het contemporaine Ludwigmuseum, dat ooit centraal op de burcht gevestigd was. Enige jaren geleden moest het, zonder enig overleg, op last van het ministerie van cultuur verhuizen naar het fraaie, maar totaal uit de loop liggende Paleis der Kunsten. Sindsdien adverteert het museum met aanbiedingen als 'twee toegangskaartjes voor de prijs van één' om bezoekers te trekken.
Wie weet, misschien mogen ze straks naar de Museumwijk, al was het maar om het door de socialisten gebouwde Paleis der Kunsten een hak te zetten. Al moeten we eerst maar eens afwachten of Tarlós' plannen meer zijn dan verkiezingsretoriek.

Geen opmerkingen: