zondag 15 juli 2007

DE RIJKEN

Tussen de zwarte bessenstruiken staat een ouder echtpaar ijverig te plukken. Ik groet, en ze groeten terug. Dan vraagt de man plots: ,,Spreekt u Hongaars?'' Ik knik. Of ik Hongaars staatsburger ben? Nee, dat niet. Hij valt even stil. Volgende vraag: mag ik stemmen in Hongarije? Nee, niet als ik geen Hongaars staatsburger ben. Aha. Stilte. En dan volgt de hamvraag: ,,Maar als u wel staatsburger zou zijn, op wie zou u dan stemmen.''
Nogal een vraag om aan een onbekende te stellen. Anna, de eigenaresse van de dorpswinkel, die zelf bepaald niet onder stoelen of banken steekt dat ze de oppositiepartij Fidesz aanhangt en in verkiezingstijd altijd folders naast de kassa heeft liggen, begint wel eens een politiek gesprek met me. Ze gaat er waarschijnlijk al lang van uit dat ik níet op haar partij stem. Ze raakt iedere keer uit haar humeur als ik het niet met haar eens ben en daarna is ze een paar dagen aanzienlijk minder vriendelijk tegen me. Maar ze heeft me nog nooit gevraagd wat ik wél zou stemmen, als ik kon stemmen.span class="fullpost">
Politiek is een gevoelig onderwerp in Hongarije. Er zijn vriendschappen op kapotgegaan, families hebben er knallende ruzie over gekregen. ,,Ach, politiek, daar heb ik niet zo'n zin in om over te praten,'' ontwijk ik !s mans vraag dan ook. Maar hij houdt aan.
,,We krijgen het alleen maar slechter,'' klaagt het echtpaar, als blijkt dat ik hun rabiate afkeer van het regeringsbeleid niet deel. Weet ik wel dat er mensen dood gaan doordat het ziekenhuis in Balásagyarmat gesloten is en ambulances nu helemaal naar Salgotarján moeten rijden?
Ik ken het verhaal. Anna heeft me al gevraagd een petitie tegen de sluiting van het ziekenhuis te tekenen. Ze was zeer gepikeerd toen ik zei dat de zaak volgens mij niet zo eenvoudig ligt.
Het lígt ook niet zo eenvoudig. Het klopt dat de hervorming van het Hongaarse gezondheidssysteem niet vlekkeloos verloopt. Maar in tegenstelling tot wat tegenstanders beweren, is ieder ziekenhuis nog steeds verplicht om noodgevallen acute patienten direct op te nemen.Het is gebeurd dat een ziekenhuis weigerde een patient met een hartaanval op te nemen, maar dat was de schuld van het ziekenhuis, niet van de wet. En er is een ziekenhuis aanzienlijk dichterbij dan Salgotarján, dus als ambulances helemaal daarheen rijden, is dat óf stommigheid of onwil.
Maar ik heb geen puf om dat allemaal om uit te leggen, zo tussen de zwarte bessen. Ik luister nog een tijdje naar het gemopper op het regeringsbeleid, ben het met hen eens dat het er met hogere gasprijzen en hogere belastingen voor de gewone man allemaal niet makkelijker is geworden dit jaar en zeg dan dat ik doorloop, omdat mijn honden ongeduldig worden. Op de valreep zegt de man: ,,De SzDSz (de liberale partij en kleinste coalitiepartner), dat zijn toch de rijken?''
,,Weet u wie Csányi is?'' vraag ik. Zeker, de directeur van de OTP, de grootste bank, die kennen ze wel. Csányi is één van de rijkste Hongaren, en een Fidesz-aanhanger. En Demján? Ze knikken Samen met Csányi behoort hij tot de top-miljardairs van Hongarije, en ook hij is steunt Fidesz. Niet zo lang geleden kwam hij met heftige kritiek op het regeringsbeleid. Het valt stil tussen de zwarte bessen.
Maar ach, denk ik, als ik doorloop, het gaat ook helemaal niet over de vraag of de liberalen rijk zijn. Het gaat erom dat ze in de grote stad wonen, dat ze intellectueel zijn, dat ze buitenlandse investeringen steunen en kwesties als homosexualiteit en vrijgave van het gebruik van softdrugs.
Kosmopolitisch, dat is de term die vandaag de dag weer opduikt, en van kosmopolitisch is het niet ver naar joods, al wil ik de man tussen de zwarte bessen geen antisemitische gedachten toedichten die hij misschien helemaal niet heeft. Maar ik geef volgende keer toch de voorkeur aan een praatje over het weer.<


1 opmerking:

Klaas Eldering zei

Ergens in de 90er jaren organiseerden we een conferentie in Budapest over nationalisme. Toen ik vertelde me als Nederlander in half Europa thuis te voelen en overal vrienden en bekenden te hebben waar ik zo kon blijven slapen en me dus een kosmopoliet te voelen, kreeg ik alle Hongaren over me heen. Dan was ik een landverrader; kosmopoliet zijn is iets heel ergs! Zo'n reactie had ik niet verwacht. Maar ik lokte die ook een beetje uit, om de discussie goed scherp te krijgen - wat probleemloos lukte.
Anderzijds werd duidelijk dat je wat de Hongaren betreft onderscheid moet maken tussen patriottisme en nationalisme. Wat wij vaak als nationalisme aanduiden, moeten we ook eens onderzoeken op patriottisme, misschhien beter weer te geven met 'vaderlandsliefde'.